De Madurese vriend

Afscheidsbrief aan Djaman

Veertig jaar reizen in vriendschap.

Twee vrienden: één uit Nederland en één uit Indonesië. Ze komen uit twee verschillende vaderlanden. Ooit was de geschiedenis van hun landen samengesmolten, voor de ouders en grootouders van de vrienden betekende dat kolonialisme, onderworpenheid, een strijd om vrijheid, oorlog, wreedheid en uiteindelijk de vrijheid waarom verbeten werd gevochten. ‘Jouw ouders en grootouders zaten er middenin en God weet wie nog meer uit jouw omgeving’ schrijft Kees Ruys in de enige en laatste brief aan de vriend met wie hij veertig jaar optrok. Niet dat ze elkaar vaak zagen, zo eens in de paar jaar trok Ruys naar Indonesië, kwam aan in Surabaya en reisde van daaruit, vijf uur lang, over de Grote Postweg naar de  gewoonste aller badplaatsen Pasit Putih, zonder zijn vriend Djaman, die daar woonde, daarvan vooraf op te hoogte te stellen. Heel ongebruikelijk in dit land, waar gastvrijheid hoog in het vaandel staat. Een gast wordt rijkelijk onthaald, er wordt voor hem gekookt, er wordt een feestmaal aangericht. Bij Djaman was dat niet nodig. Als Kees Ruys bij hem aanklopte wist zijn vriend al dat hij kwam, hij had hem in zijn dromen aan zien komen.

Maar dit keer, wist Ruys, vervuld van diep verdriet en melancholie, zou Djaman hem niet opwachten. Hij was dood. Zijn stiefkleindochter Lastri had Ruys een paar keer een heel summier appje gestuurd, eenmaal met een foto van haar sterk vermagerde grootvader, zijn skelet duwde door zijn huid. Later kwam er via haar telefoon een spraakbericht waarin Djaman zelf vertelde dat hij ziek was en dat hij medicijnen kreeg die al zijn geld opslokten. Of Kees hem helpen kon. De onrust had sinds die tijd bezit van Kees Ruys genomen, want ze belden nooit met elkaar. Hij besloot Djaman te gaan opzoeken. Ze hadden als vrienden nooit veel woorden nodig gehad. Citaat: ‘Kan een omgang ‘vriendschap’ heten als je nauwelijks praat, elkaar ontziet, alleen maar naast elkaar voortstapt, jaar in jaar uit, als twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers, ja zelfs als prille zestigers, twee stramme lijven in een houten dans?’

Ja dat kan, dat kunnen alleen twee mannen in een diepgevoelde mannenvriendschap die geen discussies nodig heeft. ‘En hoewel ik opgroeide in een cultuur waar openhartigheid de norm is, veins en draai ook ik er om de lieve vrede graag op los. Wat dat betreft zouden we allebei met speels gemak in een Javaanse hofhouding mee kunnen draaien.’ Terwijl Kees Ruys zijn reis maakt naar het huis waar ooit Djaman woonde komen de gebeurtenissen, de dagen die zij gezamenlijk hebben doorgebracht één voor één weer bij hem boven. Als een rituele dans, een afscheidsceremonie voor de oude vriend.

Auteur

Kees Ruys (1955) reisde sinds de jaren zeventig al een keer of twintig naar de Indonesische archipel. Het immense eilandenrijk werd de inspiratiebron voor bijna al zijn boeken. Ruys debuteerde in 1986 met de roman Een afgedragen huid. Daarna volgden verschillende romans en reisverhalen. In de eerste drie delen van De randgebieden beschrijft Ruys zelfstandig te lezen non-fictie verhalen over Indonesië. Dit nieuwste boek is het vierde deel.

Daarnaast scheef Ruys twee biografieën, een over de (Indische) schrijfster Aya Zikken en een over de meester-fluitist en componist Chris Hinze.

De tocht naar Pasit Puteh is geschreven als een liefdevolle brief, een afscheid met pijn en met vreugde in het hart. De schelpenversierder en -verkoper Djaman was voor Ruys een verpersoonlijking van de cultuur van het land waaraan hij zijn hart verpand heeft. In de terugblikken wandel je mee met de vrienden, door de jaren heen. Dit boek lezen is muziek horen én het kabaal van de het verkeer, voedsel proeven, de brandende zon voelen, rusten, samen zwijgen en soms, bijna onmerkbaar, even de wereld aftasten waarin de ander, de vriend, zich bevindt. Voorheen, als hij aankwam, werd er gezwaaid en geroepen: ‘De lange mister is er weer!’ Nu hing er alleen Djamans schim. De vriend was voorgoed verdwenen. De vriendschap van zoveel jaren wordt vereeuwigd in een boek.

Ruys schrijft teder, schitterend, humoristisch. Ontroerend ook heel vaak. Hij schrijft De Stille Kracht nabij. Wat een briljante schrijver. Ik heb nog heel veel in te halen, want ik wil veel van hem lezen.

Kees RuysDe Madurese vriend. ISBN 9-789-493-2149-10, 319 pagina’s, €23,50. Haarlem: In de Knipscheer 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Indonesië | Reacties uitgeschakeld voor De Madurese vriend

Het Babyloniëscript

Mysterieuze teksten op kleitabletten

Nieuwe techniek in oude geschriften.

Professor Kreuzberg heeft belangrijke vondsten gedaan bij opgravingen in Egypte. Het gaat om kleitabletten met teksten die de samenleving voorgoed zouden kunnen veranderen. Het vliegtuig waarin hij terugkeert crasht, maar zijn rundlederen aktetas met de tabletten wordt later gevonden. Rick Daniels en Roberto Sintana hebben de teksten gelezen, maar willen meer weten. Daarom gaan ze naar Libanon voor nader onderzoek. Er zijn echter nog andere belangstellenden. Het vriendenduo wordt achtervolgd en in Libanon ontstaat een kat en muisspel bij het verkrijgen van de volledige informatie.

Auteur

Ricardo J. Heijne (1966) is auteur van avontuurlijke thrillers. Zijn verhalen kenmerken zich door snijdende spanning, afgewisseld met luchtige dialogen en een vleugje romantiek. De boeken bevatten zowel wetenschap als fictie.

Terwijl Daniels en Sintana belangstelling hebben voor de cultureel-historische waarde van de geschriften is er een geheimzinnige groep mensen die geïnteresseerd is in bepaalde technische informatie. Het gaat om een handleiding die zwaartekracht neutraliseert. De Egyptenaren konden met deze techniek enorme stenen verplaatsen. Een groep met de naam ‘De Organisatie’ maakt jacht op de kleitabletten. Zij hebben een meedogenloze huurmoordenaar ingehuurd om Daniels en Sintana uit te schakelen en de geschriften te bemachtigen.

Het verhaal wordt vanuit twee perspectieven verteld. Het gaat om twee partijen die beide hun verhaal vertellen. Namens ‘De Organisatie’ hebben we te maken met Heinrich Kummel, meestal optredend onder de naam Vaslov. De andere leden van deze anonieme organisatie worden aangeduid met hun functie: De Secretaresse, De Stille, De Edelman, De Opruimer. Er worden steeds hoofdletters gebruikt. Waar De Organisatie werkelijk voor staat blijft onduidelijk. Dat is jammer. Om hun doel te bereiken zijn ze keihard en gaan ze letterlijk over lijken.

De thriller bestaat voornamelijk uit fictie. Maar de schrijver heeft duidelijk zijn best gedaan om de situatie in Egypte en Libanon zo feitelijk mogelijk te vertellen. Er is veel studie verricht naar de cultuur, de opgravingen en de Egyptische mythologie. Dat maakt het boek niet alleen een spannende thriller vol actie en geweld, maar ook ‘gewoon’ interessant om te lezen.

Ricardo J. Heijne – Het Babyloniëscript. ISBN 978-94-6449-882-0, 284 pagina’s, € 19,95. Prinsenbeek: Davey Jones Publishing 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Het Babyloniëscript

Het Oerol-mysterie

Festival der doden

De ogen van de moordenaar.

Als de Haarlemse journalist Bram Vermeer sirenes hoort grijpt hij zijn camera en spoedt zich naar de plek des onheils. Onder het spoorwegviaduct, vlak bij zijn huis, is een vermoorde naakte man gevonden. Vlak voor hij stierf heeft de man met zijn bloed een teken willen geven. De dode is politieman Bakker uit Harlingen; hij blijkt een vage bekende van Bram die vijf jaar daarvoor met hem én diens collega Eelman samenwerkte om een misdaad op te lossen. Daarna hebben ze geen contact meer gehad. En nu ligt hij daar, dood, vlak bij zijn huis. Bram is ervan overtuigd dat Bakker naar hém op weg was, dat hij hem iets wilde vertellen wat bijzonder belangrijk was. De man heeft inderdaad een teken achtergelaten dat de Haarlemse politie over het hoofd zag, maar door Bram is opgemerkt. Een mooi ‘wapen’ om de politie te vragen hem deelgenoot te laten zijn in hun zoektocht naar de moordenaar: voor wat hoort wat, vindt Bram. Commissaris Zaraa Jonker neemt hem met frisse tegenzin op in haar team, op tijdelijke basis.

Bram vertrekt naar het noorden. Van daaruit naar Terschelling, waar het cultureel festival Oerol op het punt van beginnen staat. Daar gaat een hele politiemacht aan de gang, in de hoop narigheid te voorkomen. Of dat lukt is de vraag die het Oerol-mysterie vormt.

Auteur

Kees Postema (1962) begeleidt jongeren als docent op een school voor Middelbaar Beroepsonderwijs MBO. Hij schrijft maandelijks verhalen voor het Noord-Hollands Straatjournaal. Postema debuteerde in 2020 met Het meisje op de linoleumvloer. In 2021 volgde Van god mag je stelen.

Het festival Oerol is decor voor deze misdaadroman. Het is duidelijk dat de auteur het gebeuren diverse keren vol enthousiasme bezocht heeft, want hij beschrijft de sfeer als een kenner en een ware liefhebber.

Maar dat maakt dit nog geen goede misdaadroman. De doden vallen bij bosjes, dat had best wat minder gekund. De auteur is her en der bijzonder inconsequent. Daarnaast heet de commissaris weliswaar Zaraa, maar ook driemaal Vera, de naam die Postema waarschijnlijk eerst voor haar in gebruik had. Met gebruik van de vervangtoets had dat voorkomen kunnen worden.

Het taalgebruik van Postema heeft bovendien iets ouderwets. Fietsen: de pedalen op en neer laten gaan; als iemand wegloopt: ze beende weg; het regelmatig gebruik van: beteuterd en van ‘jeetje’. Als de commissaris vraagt ergens niet over te praten zegt ze: ‘ik wil je vragen hier niet over te communiceren’ en als een vrouw op leeftijd verliefd wordt ‘duikt ze de beminde om zijn nek’ en ‘zoent hem innig’ terwijl ze zijn lichaam verkent. Tussen de bedrijven door, er is een moord gebeurd tenslotte, zit ze te ‘prakkiseren’. Het is maar een handjevol voorbeelden uit veel, het maakt dit boek nogal braaf, vreemd en belegen van toon, terwijl het bij de moorden niet op kan: daar voert grofheid de boventoon.

Al met al: taalgebruik én misdaadverhaal gooien geen hoge ogen. Jammer.

Kees Postema : Het Oerol-mysterie. ISBN 978-90-833-1076-3. 260 pagina’s, €20,50. Harderwijk: Uitgeverij Gopher 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Het Oerol-mysterie

101 dingen die je moet weten over Feyenoord

Bijna ‘alles’ over de mooiste club van Nederland

Spijker je Feyenoordkennis bij.

In het kampioensjaar 2023 verschenen uiteraard de nodige Feyenoordboeken. Succes inspireert kennelijk, hoewel de miserie van de afgelopen jaren ook tot interessante boeken leidde, zoals De Coolsingel bleef leeg van aartsSpartapiet Hugo Borst en Feyenoorder ben je niet voor je lol van de tussen PSV-supporters wonende Stephan van Erp. Toen Iwan van Duuren aan dit boekje begon was er overigens nog geen sprake van de titel.

Auteur

Iwan van Duuren (1966), afkomstig uit de Achterhoek, kreeg sinds 1978 elk jaar voor zijn verjaardag een bezoek aan de Kuip en hij was, ondanks de soms bedroevende resultaten, voor het leven verkocht. Tot 2002 was hij seizoenkaarthouder en reisde hij overal zijn club achterna. Hij werd sportjournalist, schreef verschillende sportboeken en is tegenwoordig Feyenoordwatcher bij Voetbal International.

Door de onverwacht goede prestaties van de club in het afgelopen seizoen liep het project volledig uit de hand. De schrijver toonde zich een ware liefhebber: te veel anekdotes, te veel zijwegen, te veel details: Als het over Feyenoord gaat, ben ik niet te stoppen.

Coen Moulijn

De 101 dingen zijn gegroepeerd in Over Feyenoord (de oprichting, de naam Feyenoord, het shirt en het logo, het clublied, de vrouwen) Feyenoordschool (Varkenoord, Jong Feyenoord), Stadions (Kromme Zandweg, de Kuip), Europees voetbal en de geboorte van het legioen (Lissabon, Real Madrid, AC Milan, Celtic, Estudiantes, Tottenham Hotspur, Borussia Dortmund, AS Roma), Andere onvergetelijke wedstrijden (Feyenoord-Ajax 6-2), Beroemde spelers (Wim Jansen, Willem van Hanegen, Coen Moulijn, Over Kindvall, Dirk Kuyt, Johan Cruijff), Topschutters, Oranje, Cultheden (Jószef Kiprich, Christian Gyan), De grootste trainers (Ernst Happel, Willem van Hanegem, Wim Jansen, Giovanni van Bronckhorst; ik mis Don Leo), Clubiconen (Gerard Meijer, Fred Blankemeijer, Cor Kieboom, Jan Boskamp), De buitenlanders, Transfers, Dieptepunten (UT Arad, 10-0), De Klassieker en tenslotte De denneappel en andere bekers (De Coolsingel, de derby, Open dag en helikopter). Uiteraard is dit geen volledige opsomming, maar genoeg om de liefhebbers te laten watertanden.

Voor mij was het vaak een aha-erlebnis. Ik kwam lang vergeten namen tegen van spelers die mijn vader nog had zien voetballen. Wie herinnert zich nog Bertus Bul? En verder kwamen er ontieglijk veel herinneringen boven. Aan de eerste lichtwedstrijd in de Kuip, Coen Moulijn en Hans Kraay met tulband (de enige echte, niet dat zoontje van de tv) in de achtervolging tegen Real Madrid, de wedstrijden tegen AC Milan en Estudiantes. We waren erbij, mijn vader, mijn ooms en ik.

Schrijven is schrappen, maar één wedstrijd mis ik toch wel. De Ajax-Feyenoord van 1971 in het Olympisch Stadion. Ajax had aan een gelijkspel genoeg om kampioen te worden. Zowel IJzeren Rinus Israël als Theo de Tank Laseroms waren geblesseerd, maar zij stonden er, waarschujnlijk met enkele spuiten in het lijf, tot groot ongenoegen van de tegenstander en intimideerden Piet Keizer en anderen. Een 0-1 achterstand werd omgebogen door Henk Wery tot een 2-1 voorsprong. Feyenoord kampioen! Ik zag deze wedstrijd als student juichend bij de tv in een Utrechts cafeetje.

Dit vlot geschreven boekje is onontbeerlijk voor Feyenoordsupporters van alle leeftijden. Ik mis wel een uitgebreid fotokatern. Voor de nieuwe druk na een volgend kampioenschap?

Iwan van Duuren – 101 dingen die je weten moet over Feyenoord. ISBN 978-94-9331-906-9, 224 pagina’s, €17,50. Amsterdam: Uitgeverij Brandt, tweede druk 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Voetbal | Reacties uitgeschakeld voor 101 dingen die je moet weten over Feyenoord

Alma’s dochters

Een verborgen familiegeschiedenis

Vijf levens in de schaduw,

Als de zelfverzekerde en goed opgeleide Alma Bimmerman in 1875 op het stoomschip naar Indië stapt om naar haar verloofde te reizen met wie ze als handschoentje al getrouwd is, is ze ervan overtuigd dat haar een geweldig leven wacht. Maar bij aankomst op de rede in Batavia krijgt zij de treurige mededeling dat haar bruidegom aan koorts is overleden. Alma is tweeëntwintig jaar en weduwe. Maar één ding weet zij zeker, ze keert niet naar Nederland terug. Ze zoekt haar weg, vindt werk en toont zich wars van alle conventies door als keurige ‘witte gouvernante’ in dienst te treden van de sultan van Yogya. Zij is daarmee de enige Europese vrouw in zijn gevolg, ze is trots op haar onafhankelijkheid en onderwerpt haar jonge pupillen aan een bepaald feministisch programma. Zij wordt zeer gewaardeerd aan het hof. Zij trouwt na enkele jaren met bosbouwer Anton Berkhout, krijgt samen met hem vier kinderen en schrijft feuilletons en roman, die alle een Indisch karakter dragen en met graagte worden gelezen. Als Anton in 1889 ziek wordt – de tropen slopen hem – vertrekt het stel terug naar Nederland. Het valt Alma zwaar, die terugkeer. Maar ze blijft schrijven en het feminisme trekt sporen in werk en leven. Zij is de stammoeder uit dit boek van sterke vrouwen. Maar écht bekend wordt ze nooit. Wie haar op Wikipedia zoekt, zoekt vergeefs vertelt Jutta Chorus. Dat is nu voorbij: Chorus gaf Alma een plaats.

Alma’s oudste dochter Elly studeerde als eerste af aan de tegenwoordige Landbouw Hogeschool en Universiteit Wageningen. Een slimme meid. Zij trouwde en zette haar volle licht onder de korenmaat om plaats te maken voor haar man. Geen dochter haar moeder waardig. Haar beide dochters, Alma’s kleindochters, Sylvia en Elly Brandt Buys vormen de derde generatie vrouwen. Sylvia werd hoofdredacteur van de Haagse Post, ze was de enige vrouw op de redactie en mocht haar redacteuren graag ‘de heertjes’ of ‘die krengen van jongens’ noemen. Sylvia gebruikte haar erfenis om het blad op te kopen.

Haar zus Elly was bekend en geliefd als fotograaf en fotomodel. Sylvia’s dochter Lily Veenman tenslotte werd filmregisseur en assisteerde Federico Fellini bij La Dolce Vita. Zij maakte ook zelf een aantal films en assisteerde haar echtgenoot Fons Rademakers.

Auteur

Jutta Chorus (1967) is schrijver en journalist voor NRC. Ze won in 2003 de Prijs voor de Dagbladjournalistiek voor haar bijdragen over de politieke carrière van Pim Fortuyn. Zij schreef in 2013 het portret Beatrix. Dwars door alle weerstand heen. Vanuit de Rotterdamse Afrikaanderwijk schreef ze in 2009 de kroniek Afri. Leven in een migrantenwijk. Dit boek werd genomineerd voor de M.J. Brusseprijs en het Beste Rotterdamse Boek.

Chorus leerde Lily Veenman, de jongste loot aan haar ‘vrouwenstam’ kennen als vriendin van haar schoonmoeder. Als ze bij haar logeert in Collevecchio in Midden-Italië vertelt Lily zoals vaak verhalen over haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. Ze vertelt ook dat ze ergens een koffertje vol brieven, foto’s en ander materiaal moet hebben, maar ze is helaas vergeten waar dat ligt.

Als Jutta Chorus het bewuste koffertje vindt in haar logeerverblijf en daarmee naar Lily toegaat ontsluit deze voor haar het verleden. En Jutta schrijft aan de hand daarvan dit boek over Alma’s dochters.

Het is een bijzonder boeiend boek. Lezend reis je mee in anderhalve eeuw geschiedenis, pak je de sfeer op van de tijd waarin de getalenteerde dochters leefden.

Jutta Chorus is de mening toegedaan dat deze vrouwen in de schaduw leefden. Zij stelden zich op buiten het licht dat hun mannen verspreidden. In deze tijd zouden ze bekender geweest zijn, meent zij. Dat vraag ik mij af. Er waren ook in de tijd van Alma en haar dochters al geëmancipeerde vrouwen genoeg die hun sporen trokken in de tijd. Maar niet iedere vrouw wílde dat, capaciteiten of niet.

Mijns inziens zetten zij zélf hun licht onder de korenmaat. De oudste, Alma, was de meest feministische, de andere vrouwen zetten zelf een (klein) stapje terug, vanwege conventies of uit bescheidenheid, of (Sylvia bij echtgenoot mr. G.B.J. Hiltermann) voor hun ijdele man.

Het maakt het boek over Alma’s dochters niet minder fascinerend. Meeslepend geschreven, een boek om in één adem uit te lezen. Een geweldig boek over vrouwen die het licht ten volle verdienden. Het verhaal wordt trouwens binnenkort verfilmd.

Jutta Chorus – Alma’s dochters. Een verborgen familiegeschiedenis. ISBN 9- 789-493-256-670-5, 333 pagina’s plus fotokatern, €26,99. Amsterdam: Uitgeverij Pluim 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Alma’s dochters

Vreemde vertellingen

28 opmerkelijke verhalen

Ongebreidelde fantasie.

De verhalen in deze bundel variëren zowel qua omvang als qua onderwerp. Sommige beslaan slechts enkele pagina’s, andere zijn behoorlijk lang. Vooral in die langere verhalen is de schrijver behoorlijk los gegaan op het orgel van zijn ongebreidelde fantasie. Meester Varius en Het sprookjesbos zijn werkelijk kostelijk om te lezen. Ik vermoed dat ze zo nu en dan schaterlachend zijn geschreven.

In Meester Varius wordt op kostelijke wijze de draak gestoken met autoriteit. Daarnaast is het een spannend avonturenverhaal met talloze onverwachte wendingen.

In Het sprookjesbos worden alle mogelijke bekende sprookjes op een originele en volstrekt onorthodoxe manier aan elkaar geknoopt en ongecensureerd door elkaar gehaald tot groot genoegen van de kleinkinderen van de verteller. Boeren, scheten en zeven prikjes in een maagdenvlies. Geweldig.

De verlossing is een griezelige minithriller. 

Auteur

Pieter Wouter Broekharst (Maassluis, 1943) schreef en publiceerde al vanaf zijn jeugd gedichten, korte verhalen en andere teksten. Op 65-jarige leeftijd volgde hij de opleiding verpleegkunde die resulteerde in zijn debuutroman SCHIZONIA (2018), gebaseerd op mensen met een mentale stoornis. Ondanks zijn gevorderde leeftijd werkt hij nog steeds in  de wijkverpleging. ‘Mijn ontspanning is het schrijven van verhalen’.  In 2023 verscheen zijn levensverhaal Kroniek van een dorpsjongen.

De toon wordt gezet in Bingo, waar het overlijden van een verpleeghuisbewoonster geen reden is de bingo af te gelasten: Maar het leven gaat door en de bingo ook, al was het drie kwartier later.

De combinatie van religie en seks kan zijn vrolijke kanten hebben, zoals blijkt uit De pastoor en de maagd, De biecht en Overspel. De strenge orthodoxie krijg je er echter niet snel uit, zoals blijkt uit vrije val. Zeg maar dag! laat zien hoe hoogmoed voor de val komt.

Haar blote knieën zijn de schrijver zijn hele leven bijgebleven. Maar, helaas, zij zag hem niet staan. Als schooljongen niet en vele jaren later ook niet.

Hammen over de toog  is een juweeltje. Als de gepensioneerde auteur in een bruin café wil gaan ontbijten treft hij daar een kasteleine met een kater van de vorige avond aan. Zij had een dunne doorlijkblouse aan met niks eronder, en die meer liet zien dan het zou moeten verbergen en waarvan de bovenste knoopjes niet in bedrijf waren, en derhalve werd mij een vrije blik geboden op de formidabele hammen die op de toog deinden toen zij zich vooroverboog… Op slag was het verlangen naar een ontbijt verdwenen, maar ik had nog wel dorst.

Genieten. Ook deze bundel smaakt naar meer.

Pieter Wouter Broekharst – Vreemde vertellingen. ISBN 978-94-6481-234-3, 307 pagina’s, € 19,95. Maassluis: Eigen beheer 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Korte verhalen | Reacties uitgeschakeld voor Vreemde vertellingen

Toujours l’amour

Liefde, lust en bedrog in Frankrijk door de eeuwen heen

Liefdesbrieven basis voor geschiedenis van de maitresse.

Hartstocht was in vroeger eeuwen een recept voor ongeluk. In de liefde kunnen mensen het beste hun verstand gebruiken en een profijtelijk en degelijk huwelijk sluiten. Echte passie is iets voor buiten de deur, buiten het echtelijk bed. Het gevolg van deze tweespalt tussen verstand en hartstocht is dat er voortdurend dingen in het geheim moeten gebeuren. Want zíj mag dingen niet weten en zij weet bepaalde zaken wel maar ze moet blijven zwijgen. Gelukkig kan zij hem en hij haar wel liefdesbrieven sturen. En dat hebben alle verliefde Fransen door de eeuwen heen dan ook vol hartstocht gedaan. De schrijver van het boek Toujours l’ amour heeft zich voor zijn boek verdiept in duizenden liefdesbrieven en gedichten die de geliefde teder bezongen. Brieven van eeuwen her en brieven van zeer onlangs. Hij betreurt het dat er aan de cultuur van het liefdesbrieven-schrijven een einde dreigt te komen, door het social media verkeer: is een appje met een hartje en een kussend mondje nog een teken van liefde te noemen, zelfs als je daar een rode roos bij zet? Nee, dat zijn platgetreden wegen. Auteur Henk Steenhuis betreurt dat ten zeerste.

Frankrijk-kenner Henk Steenhuis wandelt door de eeuwen heen. Hij vertelt zijn lezers over de kunst van het verleiden, over intriges, hartstocht die werd uitgevochten via een duel, geld, christelijke waarden, klassenverschil en erotiek, vooral dat laatste. Want erotiek trekt zich niets van geschreven en ongeschreven regels aan, dat spat van de geliefden af en of het overspel is of niet doet daarbij niet ter zake. Romantiek, Franse vive l’amour, dat is wat de geliefden bindt. We lezen over de amoureuze avonturen van de diverse hooggeplaatste Louis’ (de koningen), over maarschalk Pétain, een notoire rokkenjager en over presidenten die volop genoten van het feit dat macht erotiseert. Bekende verschijning is Marazine, die samen met haar moeder Anne Pingeot achter de kist van Mitterand liep, zij was de toe dan toe goed verborgen 21-jarige dochter van monsieur le président die bij zijn dood haar verdriet eindelijk eens in het openbaar wilde uiten. Hetzelfde gold voor haar moeder. Steenhuis verdiepte zich in het boek Lettres à Anne, een boek van ruim duizend pagina’s met een selectie (hoeveel waren het er wel niet?) uit de liefdesbrieven van Mitterrand aan Anne. Niet alleen deze president kreeg te maken met verleidelijke en willige vrouwen, Valéry Giscard d’Estaing zei, terugkijkend op zijn ambt: ‘Tijdens mijn presidentschap was ik verliefd op zeventien miljoen Françaises.’ Een mooie herinnering die hij met andere presidenten deelde.

Van de militair De Gaulle is niets bekend over schuinsmarcheren, zijn kleine vrouw – door de Fransen vertederd ‘tante Yvonne’ genoemd – was altijd trouw aan zijn zijde. En zijn opvolger Pompidou heeft het ook rustig gehouden. Maar de andere presidenten genoten met volle teugen van hun aantrekkingskracht voor vrouwen. Wat Pompidou betreft: die rust geeft geen garantie voor een monogaam huwelijk, want voor veel Fransen schijnt overspel een pikante manier van leven te zijn.

Auteur

Henk Steenhuis (1954) werkte als journalist in Frankrijk en Nederland. Hij trouwde met de Franse Leonie, aan wie hij zijn boek opdraagt. Via haar werd hij van ‘import’-Fransman onderdeel van de Franse samenleving. Steenhuis was van 2000 tot 2009 hoofdredacteur van HP/De Tijd. Daarna was hij uitgever van welingelichtekringen.nl en maakte de televisiedocumentaire Iedereen journalist. In 2017 schreef hij samen met Roelof Bouwman Wij van de HBS. Terug naar de beste school van Nederland. Het boek werd genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs 2018. In 2018 verscheen: Volgens Proust. Leer jezelf kennen in 61 vragen, dat schreef hij samen met Bert Bukman.

Toujours l’amour staat vol historische wetenswaardigheden, maar daarbij verliest de auteur de aardige anekdotes niet uit het oog. Voorbeelden te over bij dit onderwerp. Het is van A tot Z een lezenswaardig boek, waarbij de Code Napoleon de boventoon voert. Deze wet gaat over de rolverdeling tussen man en vrouw in het huwelijk en de hiërarchie der seksen speelde daarbij de boventoon. Dit was de rolverdeling, dát was de interpretatie: de man heerste, de vrouw kon daaromheen met de nodige vindingrijkheid haar eigen leven leiden. De plicht tot geheimhouding van een verboden liefde heerste in alle standen. Tot grote vreugde van de man, en niet minder tot die van de vrouw.

Een boek vol passie, wulpse hartstocht en verleidingskunst. Schrijf eens een mooie liefdesbrief en gooi de mobieltjes met de hartjes-apps maar achter elkaar in het water. Want tegen een brief kan niemand op.

Henk Steenhuis – Toujours l’amour. Liefde, lust en bedrog in Frankrijk door de eeuwen heen. ISBN 0978-90- 290-9778-9, 432 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Meulenhoff 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Toujours l’amour

Met de prins op reis

Onmogelijke opdracht voor brave privésecretaris

Bernhard en de Peróns.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw wisten de meeste Nederlanders werkelijk van de Prins geen kwaad. De echtgenoot van Koningin Juliana kon zich, mede vanwege zijn vermeende rol als oorlogsheld, verheugen in een redelijke populariteit onder de bevolking. Zijn afschuwelijke uitspraak van het Nederlands werd hem niet echt kwalijk genomen en pas later geparodieerd toen hij omstreden was geworden.

Het ook toen al niet vlekkeloze gedrag van de prins-gemaal en diens buitenechtelijke wijdbeense activiteiten waren echter wel bekend bij premier Drees en enkele ministers. In een poging meer grip op de prins te krijgen kreeg de laatste een nieuwe particulier secretaris, Frans de Graaff (1905-1962), Voorafgaand aan een goodwillreis in 1951 van de prins naar Zuid-Amerika werd de brave De Graaff ontboden bij Drees en de minister van Buitenlandse Zaken. Hem werd te verstaan gegeven dat hij de prins diende te behoeden voor zonder voorafgaand overleg opereren in zaken die het landsbelang aangaan, voor vriendschapsbanden met personen met wie men dat beter niet doet en voor een verhouding met nóg een vrouw bezijden mevrouw Orr-Lewis. Het kon bijna niet anders of het uitvoeren van deze opdracht zou de werkverhouding met de prins onder zware druk zetten of misschien wel totaal onmogelijk maken.

Auteurs

Dr. Frans Adriaan de Graaff (1905-1952), afkomstig uit een patriciërsfamilie, was onder meer secretaris van de directie van de Heinekenbrouwerij, directeur van een andere brouwerij en secretaris van het college van curatoren van de Economische Hogeschool. Hij zou tot zijn overlijden secretaris van de prins blijven. In 1951 publiceerde hij een reisverslag over het bezoek van de prins aan Zuid-Amerika.

Arthur Umbgrove (1964) is een Nederlands schrijver en cabaretier. Toen hij na 70 jaar het archief van zijn oudoom Frans de Graaff in handen kreeg reisde hij naar Argentinië om een en ander te verifiëren en schreef vervolgens, gebaseerd op de feiten, deze roman. Frans schrijft als ik-figuur in een wat plechtstatige stijl die de benepen moraal van de jaren vijftig goed weergeeft.

Eva Peròn

Een niet onaanzienlijk deel van het verhaal gaat over de vrouwen, die in elk land aan de delegatie werden toegevoegd. In Uruguay was dat mejuffrouw Van Rijckevorsel, een frisse verschijning van rond de dertig. In Chili mejuffrouw De la Parra, jong en met een Zuid-Amerikaanse charme die, naar ik vermoedde, hun uitwerking op een man als prins Bernhard niet zouden missen. In Argentinië werd deze rol vervuld door mevrouw Ten Doesschcare. Het kan niet ontkend worden dat een gevoel van opluchting bezit van mij nam toen ik vaststelde dat zij de veertig reeds gepasseerd was en gehuwd bleek te zijn. De prins was trouwens in Buenos Aires meer geïnteresseerd in de presidentsvrouw Eva Perron (voor jeugdige musicalliefhebbers: de échte Evita), wat wederzijds bleek te zijn, enigszins tot irritatie van de president.

Beide adjudanten van de prins genoten op deze reis vooral van hoeren en snoeren. Waarom De Graaf hier weinig aan kon doen leest u in zijn openhartige verslag.

Het verhaal begint op een thriller te lijken wanneer blijkt dat Perón ernaar streeft om van Argentinië een atoommacht te maken en de prins in zijn plannen betrekt. Kan de Graaff een diplomatieke rel verhinderen?

In een tweede deel licht Umbgrove een en ander toe voor de lezer die zich afvraagt wat feit en wat fictie is. Met de kennis van nu lijkt het me voor de hand liggen dat de waarheid knap is gereconstrueerd.

Een fascinerend boek.

Arthur Umbgrove – Met de prins op reis. ISBN 978-90-214-7066-5, 371 pagina’s, € 25,99. Amsterdam: Querido 2022.

Geplaatst in 'Faction', Alle Boeken, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Met de prins op reis

A Curious Universe

De barokke portretten van Jan Worst

Zoektocht in weelde.

Deze zomer werd de schilder Jan Worst zeventig jaar. Museum More (Museum voor Modern realisme) in Gorssel, hét expositiecentrum van het magisch realisme, zag daarin een mooie aanleiding om een grote tentoonstelling aan het werk van deze schilder te wijden. Want Worst schildert magisch realistisch, hij schildert barok én hij portretteert figuren – meest vrouwen en kinderen – binnen de rijke decors van zijn interieurs. Die specialiteit, deze bundeling, geeft Worst een heel eigen stijl. Ter gelegenheid van de tentoonstelling verscheen het boek A Curious Universe, een boek met artikelen over schilder, stijl en werk, maar vooral een heerlijk kijkboek. Alle op de tentoonstelling gepresenteerde werken staan erin, kijken is blijven kijken en op ieder doek steeds weer nieuws ontdekken.

Allereerst zijn praktisch alle interieurs rijk, overdadig, kasteel- en landhuisachtig; er wonen zichtbaar mensen voor wie geld niet telt, die de weelde breeduit laten hangen via overdadig gevulde boekenkasten met alle boeken in leer gebonden, golvende zware gordijnen, beschilderde wanden, brede fluweel-gevoerde meubels, perzen op de parketvloeren… ga zo maar door. En in die rijke decors bevinden zich mooie vrouwen, languit op de bank, slapend op een biljart, knielend op een kastje, ze zijn decorstuk-méé, ze hebben iets onwezenlijks, levende modellen die toch amper ademen. Worst schildert geen vrouwen met grijze haren en rimpels, zoals ook zijn interieurs gepolitoerd en schoon, en nooit afgebladderd en verstoft zijn. Die enigszins wezenloze stijl geldt ook voor zijn decor-kinderen, ze leven niet écht, behalve misschien de onschuldig ogende broertjes op het stuk The brothers, maar daarachter staat dan weer een vrouw die de jongens volkomen negeert. Weer zoiets merkwaardigs. Typerend voor het magisch realisme.

Schilder

Jan Worst (1953) werd geboren in Heerenveen. Hij studeerde aan de Academie Minerva in Groningen. Na korte tijd als tekenleraar te hebben gewerkt werd hij in 1977 autonoom kunstenaar. Na een bezoek aan de Max Beckmann-tentoonstelling in Amsterdam in 1981 gooide hij qua stijl het roer om en besloot gedurfder te gaan werken. In 1987 exposeerde hij bij Kunstlievend Genootschap Pictura in Groningen, het betekende meteen zijn doorbraak. Sinds die tijd exposeerde hij veelvuldig en maakte internationaal naam. In 1992 exposeerde Worst voor het eerst in het buitenland, in München. Daarna volgden, om een paar ‘buitenlanden’ eruit te pikken: Keulen, Milaan, New York, Bazel en Londen.

Het boek biedt een aantal verklarende teksten van de conservator van Museum More, Julia Dijkstra, de curator/verzamelaar Adrian Dannatt, kunstcriticus dr. Joke de Wolf en Sito Rozema, junior conservator bij Museum More.

Teksten plus de foto’s van de schilderijen vormen een prachtig boek. Maar ik zou zeggen, spoed u naar Gorssel en bezoek de tentoonstelling zelf. U kunt er terecht tot en met 29 oktober 2023.

Jan Worst – A Curious Universe. ISBN 9-789-462-585-607, 144 pagina’s, €29,95. Zwolle: WBOOKS 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Kunst | Reacties uitgeschakeld voor A Curious Universe

Bommeldingen

Stukken over het werk van Marten Toonder

Wel en wee van een heer van stand.

Alleen het omslag al is een feest der herkenning. Toch maakte Marten Toonder (1912-2005) dit gave portret pas zeven jaar nadat hij gestopt was met het schrijven van Bommelverhalen. Het hoe en waarom van dit laatste Bommelschilderij, van de daarop afgebeelde ruitjesjas en pijp en nog veel meer treft u aan in dit door een groot Bommelliefhebber geschreven boek.

Auteur

Drs. Klaas Driebergen (1979) is Neerlandicus en een gerenommeerd Toonderkenner. Hij begon met het lezen van Tom Poes- en Bommelverhalen toen hij dertien jaar oud was. Hij studeerde af aan de Amsterdamse Vrije Universiteit met de scriptie Bommel en Bijbel, die in 2012 als boek verscheen. Hij maakte met veel succes van zijn hobby zijn werk. Als zelfstandig uitgever bracht hij onder meer het complete proza van Marten Toonder uit en publiceerde hij ook een aantal door hemzelf geschreven boeken. Hij geeft lezingen en verzorgt Toonderreizen naar Ierland en Toonderwandelingen. In 2019 begon hij zijn wekelijkse e-mail voor Bommelliefhebbers. De meeste stukjes in dit boek zijn hierop gebaseerd.

Zonder te veel kostelijke details weg te geven is het toch best mogelijk iets over de veelheid van onderwerpen te zeggen. Met welke woorden en uitdrukkingen heeft Toonder naast Bommeldingen het Nederlands verrijkt? Wanneer is Heer Bommel eigenlijk jarig? Kent u de dichtbundels van de Markies de Canteclaer? Heeft Toonder zich laten inspireren door Winston Chrchill bij het tekenen van Bul super en Bulle Bas? En/of door cineast Joop Geesink? Is het u ook opgevallen dat de meeste door Toonder afgebeelde politieagenten honden zijn? Waar haalde Toonder zijn inspiratie vandaan toen hij de heer O.Fanth Mzn schiep, hoofdredacteur van de Rommeldamse Courant en voorzitter van de Klein Club? Welke calvinistische trekjes had de Zwarte Zwadderneel?

In het stuk ‘Stenen des aanstoots’ lezen we hoe beeldhouwer Henk Vreeling een aantal stripfiguren, waaronder Walrys, Hiep Hieper, Tom Poes, Bommel, Joost en Sickbock, als ‘schijnspuwers’ opnam in het bovenste deel van de gerestaureerde toren van de Eusebiuskerk. Niet iedereen was hier overgens blij mee.

Ook de Bommelgetallenfreaks worden bediend met een hele tabel van aantallen plaatjes per verhaal.   

En dan is er natuurlijk De Oude Schicht. Valt er iets zinnigs te zeggen over het automerk. De lezer krijgt ook mee in welke auto’s Toonder zelf reed.

En dan al die opgestoken sigaren. Dat zou nu niet meer kunnen. Bommel kon zich terugtrekken in zijn bibliotheek met in varkensleer gebonden boeken. Geërfd van zijn goede vader?

Bommelliefhebbers zullen geen genoeg krijgen van dit prachtig geïllustreerde (met onder meer een ontroerende foto van de kleine Bommel aan de hand van zijn goede vader), met veel humor geschreven boek. Ik wacht de volgende publicatie van Driebergen met spanning af.

Klaas DriebergenBommeldingen. Stukken over het werk van Marten Toonder. ISBN 978-90-8268557-2, 263 pagina’s, € 19,99. Ouderkerk aan de Amstel: Uitgeverij Klaas Driebergen 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Literatuur, Taal | Reacties uitgeschakeld voor Bommeldingen