Kroniek van een dorpsjongen

Een levensverhaal

Meer dan louter erotiek.

Deze roman vertelt het leven van de ik-persoon, Frederik Brocard, opgegroeid in een zwaar gereformeerd milieu in een voormalig vissersdorp. Het begint met een kort verblijf op de bewaarschool en eindigt als krasse knar, die zich bezighoudt met vrijwilligerswerk. Hij beschrijft de buurt waarin hij opgroeide en zijn verblijf op de lagere school. Later zou hij jarenlang in Frankrijk verblijven. Alles wat hij interessant genoeg vindt om te vertellen komt aan de orde.

Auteur

Pieter Wouter Broekharst (Maassluis, 1943) schreef en publiceerde met wisselend succes al vanaf zijn jeugd gedichten, korte verhalen en andere teksten. Na werkzaam te zijn geweest in chemische laboratoria rolde hij op 58jarige leeftijd de zorg in. Op 65-jarige leeftijd volgde hij de opleiding verpleegkunde die resulteerde in zijn debuutroman SCHIZONIA (2018), gebaseerd op mensen met een mentale stoornis. Ondanks zijn gevorderde leeftijd werkt hij nog steeds in  de wijkverpleging. ‘Mijn ontspanning is het schrijven van verhalen’. Een aantal van die verhalen is inmiddels gepubliceerd, waaronder deze min of meer autobiografische roman.

Op het omslag van dit boek staat een wulpse blote schoonheid. Betreft het hier een erotische roman? Het boek bevat zeker een aantal aanstekelijk beschreven seksuele passages, niet hoogdravend, maar absoluut niet plat en goed geïntegreerd in het verdere verhaal.

Met uitzondering van de proloog volgt de auteur de hoofdpersoon op de voet. Zijn levensloop wordt in chronologische volgorde beschreven. Zijn verhouding tot familie, vrienden, buren, onderwijzers en geliefden wordt met vlotte pen en lezenswaardig beschreven. Je leeft met Frederik mee. Het begint al op de lagere school bij een aanvaring met juffrouw Knol, een zeer onvriendelijke potentaat, die met behulp van Freddie’s oudere broer terecht met open bloes te kakken werd gezet. Niet geheel tot ongenoegen van het Hoofd der School.

Heel herkenbaar is het stuk over voetballen op straat en de verschillende houding van de diverse politieagenten daartegenover. Datzelfde geldt voor de beschrijving van de jaarlijkse aubade op Koninginnedag.

Ontroerend is het stuk over zijn opa en diens dood. Ook vriendjes en kwajongensstreken worden vlot beschreven. Tijdens een ‘leuke en gezellige zomer’ krijgt hij als twaalfjarige zijn eerste seksuele ervaringen met Chrissy. Ze bekijken elkaars lichaam en experimenteren een beetje op een ongedwongen manier.

‘Mag ik jouw piemel eens zien?’ … Nou ben ik niet preuts uitgevallen en dus tilde ik mijn billen omhoog en schoof mijn onderbroek naar beneden tot ik met mijn blote billen in het gras zat…’Tjeetje, wat een leuk slingereslangetje. Mag ik hem even vasthouden?’ Zonder mijn antwoord af te wachten sloot ze haar warme hand om mijn piemel, waarvan de recentelijk aangevangen groei doorzette.   

Freddie beschrijft hoe hij op een gegeven moment enigszins tegen wil en dank werd ontmaagd door mijn oud-klasgenote Truussie. Met Rian kreeg hij ‘lage rugpijn’ en de smaak te pakken. Helaas kreeg het kind opeens een vlaag van ‘fanatieke religieuze verstandsverbijstering’. Toen kwam Lina, totdat Haar moeder een einde aan de relatie maakte.

Het begint op een schelmenroman te lijken als Freddie bij een vriend gaat logeren en daar zowel diens zusje ontmaagdt als hun moeder bevredigt. De inmiddels verloofde Trussie komt opeens langs voor een beurt en hij gaat zich langzamerhand een onbezoldigde gigolo voelen.

Na enkele mislukte relaties schakelt hij een relatiebureau in, wat verschillende hilarische passages oplevert. Een dame die er wel pap van lust zorgt ervoor dat hij smacht ‘naar wat verzachtende zalf voor mijn murw gebeukte en gesopte geslachtsdeel.’ Ook een ontmoeting met een nimfomane blijft een eenmalige ervaring.

Als hij voor zijn werk in Parijs verblijft wordt hij verliefd op Nathalie, wat helaas tragisch afloopt. Teruggekeerd in Nederland ontmoet hij Lana, die ‘mij door de nasudderende rouw om Nathalie heen hielp. Zij werd de liefde van zijn leven en samen trokken ze naar Parijs, waar ze jarenlang gelukkig waren. Na zijn pensionering – Lana was vlak daarvoor overleden – verhuist hij terig naar zijn geboortedorp. Daar raakt hij bevriend met buurman Bob, een andere vrolijke oude knar en koopt een piano.

Na een hernieuwde ontmoeting met Rian gaan ze samen voor een weekje naar Parijs. Dit is heel ontroerend beschreven.

En dan zijn we aangeland bij het slot van het boek. Freddie besteedt zijn tijd aan vrienden, buren, pianospelen en lezen. Hij is weer thuisgekomen.

Ik heb dit vlotgeschreven en boeiende levensverhaal in één adem uitgelezen. Chapeau!

Pieter Wouter Broekharst – Kroniek van een dorpsjongen. ISBN 978-94-6443-313-5, € 19,95. Maassluis: Eigen beheer 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Erotiek | Reacties uitgeschakeld voor Kroniek van een dorpsjongen

Met vallen en opstaan

Van gewone jongen tot televisierechter

‘De vrede afzoenen hoeft niet. Een wapenstilstand volstaat.’

Burenruzies, overhangende bomen, loslopende katten, het recht van overpad… Er is geen ruzie zo triviaal of mr. Frank Visser heeft de strijdende partijen voor ogen gehad. Maar zoals zijn hoogleraar privaatrecht ooit verwoordde: Het enige wat belangrijk is, is wat de Hoge Raad ervan vindt, de rest is appelepap. Een handleiding voor het leven die mr. Visser als televisierechter altijd is blijven hanteren. En hij heeft wat zaken voorbij zien gaan! In zijn autobiografie kijkt hij terug op zijn hele leven. Niet omdat hij ermee uitscheidt, maar omdat hij zeventig is geworden, een leeftijd om terug te kijken.

Frank Visser verhaalt over zijn jeugd en de jaren die volgen. Hij start typerend voor die tijd. Het was 1957, hij was zes jaar oud. Hij liep met zijn zusje Monique naar huis, vader lag in het ziekenhuis. De werkster opende de deur. ‘Jullie vader is dood,’ zei ze. Mijn zusje begon te huilen. Ik niet. Het rook heel sterk naar zuurkool. Die middag moesten we weer gewoon naar school. De werkster bracht ons weg en vertelde de juf het nieuws. Die keek mij even aan en zei: ‘Ga maar gauw op je plaats zitten.’ Dat was het. De nuchtere jaren vijftig. Toen de kleine Frank bij de overburen de gevolgen van vaders overlijden besprak, zei hij: Gelukkig heeft mijn oudste broer Hans net zijn rijbewijs gehaald. Anders waren we helemaal de pineut geweest. En daarna ging het leven weer verder, ze waren armer dat wel, maar ze redden het. En zo verhaalt de jongen verder. Hij gaat naar school, zijn moeder runt een café, ze verhuizen, hij doet toelatingsexamen voor de hbs en zakt, het jaar erop lukt het wel. De gemeente verstrekte hem gratis schoolboeken. Frank wordt met vallen en opstaan groot en gaat in 1973 rechten studeren. In die tijd ontmoet hij Margot, het meisje dat zijn vrouw wordt. Ze krijgen samen twee dochters.

Auteur

Frank Visser (1951) studeerde rechten. Hij schreef als eerste boek De verdachte zakenman. Hij was officier van Justitie en kantonrechter en niet te vergeten, sinds ruim 25 jaar,  televisierechter en schrijver. Na De rijdende rechter stapte hij in 2015 van de KRO-NCRV over naar de commerciële zender SBS 6. Daar maakte hij verschillende variaties op de  rechter-programma’s. Hij blijft dit doen, aldus Visser, zolang de omroep hem wil houden.

Wie een leven van zeventig jaar beschrijft moet ontzettend veel overslaan. Maar aangezien ‘wij’ en ‘iedereen’ hem kent als De Rijdende Rechter maken wij ook even die sprong. In 1995 werd hij benaderd door twee ‘heren van de televisie’. Ze hadden hem al eens bij Sonja Barend gezien toen hij kwam praten over zijn boek en kennelijk was hij tv-geniek en kon hij goed over rechtspraak praten. Visser werkte als kantonrechter in die tijd. Hij bedacht een format en een naam voor het programma en iedereen was verheugd. Zo zouden ze het gaan doen. Het was heel even wennen, want de eerste zaak werd nooit uitgezonden: televisiefiguur ben je niet vanzelf, maar hij leerde al doende snel. De rest is de geschiedenis die wij steeds op de beeldbuis zagen. Toen mr. Frank Visser de een-miljoen kijkers haalde ontving hij thuis een bos bloemen.

Dit boek staat vol anekdotes. Maar het is bepaald niet zo dat Visser van de ene grap in de volgende stapt alsof zijn leven één groot feest is. Hij is heel openhartig over het leed dat zijn vrouw Margot, hem en hun beide dochters trof, toen bij Margot de ziekte van Alzheimer werd geconstateerd. Margot bleef thuis tot zij aan het zwerven sloeg. Toen werd zijn liefste  opgenomen.

Een warmhartig, warmbloedig, sympathiek en boeiend boek. Heerlijk om te lezen. Ik had graag veel meer situaties uit Vissers praktijk als voorbeeld willen vermelden.

Koop het boek en lees het zelf. U zult er heerlijk in weg kunnen duiken.

Frank Visser – Met vallen en opstaan. ISBN 9-789-463-82270-1, 269 pagina’s. € 21,99. Amsterdam: Uitgeverij Balans 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen | Reacties uitgeschakeld voor Met vallen en opstaan

Wij gáán winnen

De fascinerende weg van Feyenoord naar het kampioenschap van 2023, de spelers, de trainers, de iconen, de supporters

Nagenieten.

De titel van dit boek is ontleend aan het Feyenoordlied* dat de inmiddels legendarische Rotterdamse zanger en tekstdichter Cock van der Palm (1936-2004) in 1992 maakte en vertolkte. Het nummer wordt bij elke wedstrijd van Feyenoord in de Kuip gedraaid en meegezongen. Cocks kleindochter, de zangeres Rachel Kramer (1986) mocht het lied enkele keren vertolken voor en met Het Legioen.

Het boek informeert de lezer over de weg van Feyenoord naar het onlangs behaalde landskampioenschap betaald voetbal sinds de komst van coach Arne Slot. De ondertitel dekt zeker de inhoud. Het bevat bovendien veel leuke en nuttige achtergrondinformatie en weetjes. Bijvoorbeeld over de partners van de Mexicaanse topscorer Santiago Giménez, actrice Fer Serrano en van de Slowaakse centrale verdediger Dávid Hancko de voormalige toptennisster Kristýna Plíšková.

Op het cover treffen er kleine portretfoto’s aan van Arne Slot, Mats Wieffer, Orkun Kökçü en Lutsharel Geertruida. Zij en met hen vele anderen hebben een groot aandeel in het behaalde succes.

Auteurs

Vissers & Vlietstra

Bart Vlietstra (1978) is freelance voetbaljournalist bij de Volkskrant en The Guardian. Hij fietst naar de thuiswedstrijden van Feyenoord.

Willem Vissers (1964) is voetbaljournalist bij de Volkskrant. Hij schreef onder meer de biografie van Piet de Visser. Feyenoord zit altijd in zijn hart.   

Bij de spelers is er niet alleen aandacht voor de huidige eerste elftalspelers en reserves, maar ook voor bijvoorbeeld de vertrokken vorige aanvoerder Jens Toornstra, de voormalige topscorer Cyriel Dessers en het kind van de club Tyrell Malacia. Voor levende en onlangs overleden iconen is een plaats ingeruimd: Wim Jansen, Rinus Israel, Cor van der Gijp, good old Jan Boskamp en natuurlijk Willem van Hanegem. Ook voor technisch directeur Frank Arnesen, die moest afhaken om gezondheidsredenen, is een plaatsje ingeruimd. Hij trok Slot aan. Ook Giovanni van Bronckhorst (hij schreef het voorwoord) en Bert van Marwijk ontbreken niet. Leo Beenhakker wel. Deed zijn gedeeltelijke 020-verleden hem de das om? Jammer, want de geboren Rotterdammer Don Leo is altijd goed voor een mooie quote. En enige aandacht voor de legendarische Lee Towers, altijd present bij een Feyenoordfeest, had ook niet misstaan.

Iedereen zal billijken dat er veel aandacht is voor de succesvolle coach Arne Slot, hoewel hij zelf als eerste toegeeft dat succes vele vaders kent. Aan hem zijn dan ook drie hoofdstukken gewijd. In 2023 wordt het begrip ‘de Arne Slotfase’ gedeponeerd. FC Utrecht, FC Groningen, PSV, AZ, nog eens FC Groningen, Sjachtar Donetsk en Ajax moeten lijdzaam toezien hoe Feyenoord na de 86ste minuut met één of meerdere treffers er alsnog een remise of zege uitsleept.

Het Slotgedicht op de laatste pagina voegt niets toe. Ik had het niet opgenomen.

Een aantal mooie foto’s had dit fijne boek nóg meer een collectors item kunnen maken. Maar nu we weten dat Slot blijft kan er misschien aan een uitgebreide, geïllustreerde tweede druk worden gewerkt?

Een must voor Rotterdamse en andere voetballiefhebbers.

Bart Vlietstra & Willem Vissers – Wij gáán winnen. De fascinerende weg van Feyenoord naar het kampioenschap van 2023, de spelers, de trainers, de iconen, de supporters. ISBN 978-90-488=7091-2, 336 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij Inside 2023.

*De volledige tekst van dit mooie lied treft u in dit boek aan.   

Geplaatst in Alle Boeken, Voetbal | Reacties uitgeschakeld voor Wij gáán winnen

Hoe mijn God veranderde

Een reisverslag

Terugblik op 50 jaar theologiegeschiedenis.

Voor veel theologen is het de gewoonte dat ze aan het eind van hun academische carrière terugblikken. Vaak hebben ze hun geloof losgelaten. Dat geldt zeker niet voor Martien Brinkman. Hij eindigt zijn boek zelfs met een uiterst positieve verklaring over zijn geloof. Brinkman kan terugkijken op een omvangrijk oeuvre. Hij wilde met dit boek zijn pennenvruchten tot een nieuw geheel samenvoegen en verder uitwerken. Op zeer persoonlijke wijze bespreekt hij de meeste theologische kwesties. Een kleine greep van de onderwerpen: beelden van God, Bijbelopvatting, mensbeeld, Jezusbeeld, plaatsbekleding, schepping, de Heilige Geest en de relatie van God en mens.

Auteur

Martien E. Brinkman (1950) is emeritus hoogleraar oecumenische/interculturele theologie aan de VU te Amsterdam. Hij schreef eerder over de God van dichters (Hun God de mijne? en Dicht bij het onuitsprekelijke)en over religieuze kernwoorden (Grote woorden).

Dat Brinkman een persoonlijk boek schreef is onder meer te zien in zijn omgang met zijn leermeester Harry Kuitert. Met uitzondering van de bekende stelling van Kuitert dat alle spreken van Boven van beneden komt, was Brinkman het met diens meeste standpunten niet eens. Toch bleven ze met elkaar in gesprek. Met de stelling van Kuitert dat het geloof in God allemaal op projectie berust, dat het allemaal op menselijke fantasie berust is Brinkman het fundamenteel oneens. Hij zet daar tegenover dat mensen soms ervaringen hebben van transcendentie, van wat hen te boven gaat, ‘alledaags teveel’. Surplus aan geluk of exces aan leed. Velen beschouwen dit als godservaringen.  

Brinkman verwerpt het geloof als projectie. Hoe ziet hij zelf het geloof? Hoort het van natura bij de mens? De stelling dat de mens ongeneeslijk religieus is, is niet meer aanvaardbaar. De Utrechtse psychiater-hoogleraar H.C Rümke ging daar wel van uit. Hij stelde dat elk tot volwassenheid gekomen mens gelovig is. Onder geloven verstond hij vertrouwend in het leven staan. Zonder een vorm van vertrouwen valt er volgens hem niet te leven. Het is een proces van zeven stadia. Het gaat niet om denkend of willend tot geloof komen, maar om het psychisch vermogen tot overgave. Zijn theorie werd in brede kring aanvaard, maar zijn stelling dat ongeloof een ontwikkelingsstoornis is, werd door velen verworpen. Brinkman gelooft wel in het geleidelijke groeiproces. Echter in de laatste fase gaat het uiteindelijk om een sprong, een daad van overgave.   

Brinkman heeft in dit boek gekozen voor een brede aanpak. Dat is bijvoorbeeld heel duidelijk in het hoofdstuk Van goddelijke komaf, was Jezus mens of god? Hij betrekt daarbij Joodse theologen en bespreekt ook het beeld dat de Koran van Jezus schept, terwijl zijn bespreking van het nieuwtestamentische debat over de overeenkomst tussen Vader en Zoon en de conclusies van Chaledon al meer dan genoeg zou moeten zijn. Ook wijst Brinkman op de overeenkomst van Jezus met de hindoeïstische Avatara en de boeddhistische bodhisattva-figuur. Interessant, maar wel wat te veel van het goede.

Een apart hoofdstuk wijdt Brinkman aan het plaatsvervangend lijden van Christus. Ook in dit hoofdstuk is weer gekozen voor de brede aanpak. Hij kijkt onder andere naar het boeddhisme en het hindoeïsme. Bij deze religies komen de daden van de mens ‘als een boemerang op zijn eigen hoofd terug’. De mens is ten volle verantwoordelijk voor zijn daden. Ook Kant zag overname van schuld als een miskenning van iemands verantwoordelijkheid. Brinkman citeert ook Marsman en Vestdijk. De laatste zegt: ‘Dat Cristus voor ons heil gestorven zou zijn, vinden wij vernederend’. Brinkman wijst ook op Paulus. Hij wees op de heilzame werking van de existentiële deelname aan Jezus’ kruis en opstanding in doop en avondmaal. Plaatsbekleding betekent dan bevrijding. We worden bevrijd van de loden last van het verleden. Er is dan de mogelijkheid van een nieuw begin.

In de Epiloog laat Brinkman duidelijk zien hoe zijn eigen godsbeeld veranderde. De God van zijn jeugd was een deterministische God, een soort meester Albedil die alles bedisselt en die in alles de hand heeft. Deze God beslist naar believen tot in details over alles wat er op aarde geschiedt en daarbij onze vrijheid en verantwoordelijkheid aan de kant schuift. Het gevolg is dat God van alles wat misgaat de schuld krijgt. Zelf gebruikt hij het beeld van de ouderlijke zorg voor volwassen kinderen. Die kinderen gaan hun eigen gang, hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Toch voelen ze zich ‘gebackt’, geruggensteund door hun ouders. Die kunnen niet voorkomen dat hun kinderen soms ook leed overkomt, maar van hun ouderlijke zorg gaat wel een bemoedigende kracht uit. In het godsgeloof van Brinkman vertrouwt hij zich toe aan een heilzame macht. Dat heeft te maken met het diepe vertrouwen dat niemand valt of hij valt in Gods handen.

Brinkman schreef een indrukwekkend boek, heel persoonlijk maar zeker niet eenzijdig en bovenal positief en moedgevend.

Martien E. Brinkman – Hoe mijn God veranderde. ISBN 978-90-435-3798-8, 269 pagina’s, € 22,99. Utrecht: KokBoekencentrum 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Theologie | Reacties uitgeschakeld voor Hoe mijn God veranderde

Hamerslag

Moord in Haarlem

Verstrengelde levens.

Bart Koppejan is op brute wijze vermoord in zijn designhuis in Haarlem. Politie-inspecteur Daaf Goeman onderzoekt de zaak met zijn opsporingsteam. Al snel wordt duidelijk dat aan Koppejans turbulente geschiedenis en diens promiscue levenswijze meer dan één geheim kleeft. Als er een tweede dode valt is dat de leidraad voor de ontwarring van een complexe kluwen verstrengelde levens.

Auteur

Goos van Nimwegen (1945, pseudoniem) is architect. Hij debuteerde in 2013 met de politieke thriller Bijvangst. Een jaar later verscheen Ouwejongenskrentenbrood, zijn eerste boek met speurder Daaf Goeman in de hoofdrol. Vervolgens schreef hij Vierkantsverhouding en Rechtzetting. Eind 2022 verscheen Hamerslag. In de drie laatste boeken komen dezelfde (gefingeerde) politiemensen van het echt bestaande Haarlemse politiebureau Koudenhorn voor. Ze zijn goed los te lezen.

Het verhaal is geschreven vanuit de verteller met Daaf Goeman als hoofdobservator. Ieder hoofdstuk start met een intro.

Hoe broos zijn goede voornemen op het gebied van eten en drinken waren ervoer Daaf Goeman toen hij, kijkend in zijn koelkast, tot zijn genoegen zag dat de fles van gisteren nog halfvol was en de inkopen van die dag nog wel een paar dagen meekonden.

Van Nimwegen beschrijft de plek waar iets plaatsvindt of waar Goeman zich bevindt, wat hij doet denkt, om vervolgens over te schakelen naar interactie met overige personages. Deze interactie bestaat grotendeels uit lange gesprekken. Het is opvallend dat bijna alle ondervraagden zich al snel details herinneren van jaren terug, terwijl de gemiddelde mens vaak niet weet wat hij/zij een week geleden deed, voelde of at.

De schrijfstijl is zeer taalvaardig. Wel eisen sommige lange zinnen met niet als zodanig aangegeven tangconstructies herleestijd. De soms uit meerdere pagina’s beslaande dialogen vertellen de hoofdzaken van het verhaal. Tijdens het onderzoek stuit Goeman op informatie die wijst dat het motief van beide moorden is terug te leiden naar de hedonistische woongroep De Tuin die Koppejans vader, Ruud Koppejan, had opgericht en leidde.

De plot is goed bedacht, de uitwerking vind ik persoonlijk wel wat statisch door de vele gesprekken vol informatie. In deze dialogen weet de auteur met name vileine vrouwen trefzeker neer te zetten.

Leuk detail: Er is veel aandacht besteed aan de architectuur van gebouwen en Haarlem in het algemeen.

Dit zeer kundig geschreven verhaal met een sterke plot is een aanrader voor liefhebbers van misdaadromans.  

Goos van Nimwegen – Hamerslag. ISBN 978-94-646-5456-1, 270 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Brave New Books 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Hamerslag

Atlas Van Gogh in Brabant

Op zoek naar de sporen van de jeugd van de schilder

Ga op vakantie in het Brabantse land.

In het jaar dat het Vermeer is wat de klok slaat zullen de musea die andere beroemde schilders ‘in huis’ hebben, zich wel eens afvragen wat zíj kunnen doen om extra aandacht te genereren. De liefhebbers van Vincent van Gogh gaan naar het Van Goghmuseum. Maar ook de Van Gogh-provincie Noord-Brabant, het Noord-Brabants museum en de conservator van het Van Goghhuis en Van Gogh Brabant staken de koppen bij elkaar. De Van Gogh-beleving in Noord-Brabant kon ook wel eens een flinke ‘boost’ gebruiken, daarvan zou de hele provincie – waar de schilder tenslotte geboren is – een graantje kunnen meepikken. Het resultaat van deze kongsi was de Atlas Van Gogh in Brabant. Een boek dat de lezer-kijker langs onbekende paden in het leven van de schilder leidt. En waarom ook niet. Vincent van Gogh heeft de helft van zijn leven in deze provincie gewoond en er inspiratie opgedaan voor talloze schilderijen en tekeningen. Naast de beroemde zonnebloemen staan tenslotte ook de al even beroemde Aardappeleters en de portretten van Brabantse hardwerkende boeren en landarbeiders voor wie het leven minder zonnig was.

Zundert

Wie de Atlas openslaat stuit op een getekend routekaartje uit oude tijden. Daarnaast staan in de inhoudsopgave de plaatsnamen: Breda, Zundert, Zevenbergen, Tilburg, Helvoirt, Etten Leur, Nuenen, Eindhoven en Lieshout. Wat hebben die plaatsen met Van Gogh te maken? Wel, in Breda woonde grootvader Vincent van Gogh, hij werkte er als predikant. En daarmee was Breda een bakermat voor de familie Van Gogh. Opa en oma Van Gogh liggen er ook begraven… En zo gaan we van plaats tot plaats, van dorp tot dorp. In Zundert was Vincents vader predikant, zijn tantes woonden er en ga zo maar door. Door heel Noord-Brabant heeft de jonge Vincent zijn voetstappen gezet en gelogeerd. Wie een vakantiedoel zoekt in eigen land én bewondering koestert voor het werk van Vincent van Gogh zou de hele route kunnen gaan volgen. Op vakantie met Van Gogh, is dat niet een prachtig idee? Boek mee en dan aan de hand daarvan de huizen zoeken en de locaties en landschappen waar de jonge Vincent opgroeide en zo zien waardoor de schilder Vincent van Gogh zich liet inspireren.

Auteurs

Helewise Berger (1985) studeerde Art History en Modern Art aan Utrecht University. Zij werkt als conservator 19de en begin 20ste -eeuwse kunst van het Noordbrabants Museum.
Ron Dirven (1986) studeerde aan de Academie St. Joost in Breda. Hij is nu conservator bij het Van GoghHuis en Van Gogh Brabant.

Dit is een schitterend boek vol onverwachte zichthoekjes, tekeningen, potloodschetsen, van Gogh-monumenten en kleurprenten. Wie de schilderijen van de meester kent ziet in dit boek de basis van dat werk en proeft de sfeer van een oude tijd die de jonge Van Gogh aan het tekenen bracht. ‘Oom Cent’, zijn peetoom en kunsthandelaar, bezorgt hem, via de schilder Mauve, zijn eerste schilderkist. De jongen is er blij mee: ‘nu zal ik ook aan ’t schilderen tijgen & ik ben er maar blij om dat het daartoe gekomen is.’ Kleine anekdotes, het boek staat er vol mee.

Het boek is niet als reisboek bedoeld. Maar mij lijkt het een heel goede en aangename reisgids voor een kleine provincievakantie. Wie de hele route, genummerd van 1 tot en met 46, afreist per auto, e-bike of fiets, zal zich na afloop gelukkig prijzen: de jonge jaren van Van Gogh kennen geen geheimen mee.

Helewise Berger en Ron Dirven – Atlas Van Gogh in Brabant. ISBN 9-789-462-5853-24.136 pagina’s groot-formaat, kleur. € 29,95. Zwolle: WBOOKS 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Kunst, Reizen | Reacties uitgeschakeld voor Atlas Van Gogh in Brabant

Verscheurde krant

Bejaarde journalist zet collega’s te kijk

De vuile was van De Spiegel / Telegraaf.

Onafhankelijk dagblad De Spiegel draait – evenals alle kranten – al jaren met verlies. Althans, op papier. Vroeger was het ruimschoots de grootste krant van Nederland, het geld klotste tegen de plinten en de journalisten leidden het vrije leventje van ‘Robin Hoods met de pen in de hand’. De advertenties stroomden binnen, soms werd de rem er zelfs op gezet omdat de krant, vooral die van het weekeind, anders te dik zou worden. Buiten de jongens en meisjes van de tekstredactie waren de meesten van hun collega’s overdag de deur uit, indachtig de woorden van de hoofdredacteur dat het nieuws op straat lag. Op straat én in de kroeg, er werden heel wat verhalen gepend op notitieblokblaadjes waaraan nog de geur van bier hing. En er werd gereisd, de hele wereld over. Ook daar kwamen de mooiste verhalen vandaan, sprokkelhout van verre brandt het best nietwaar. Maar die onbezorgde tijd was voorbij.

De tijden veranderden. De papieren krant van De Spiegel verloor lezers. De 800.000 abonnees – met de losse verkoop erbij een papieren oplage van één miljoen kranten – haakten af. Ze stapten massaal over op de internetkrant die al gauw tot een van de drie populairste nieuwssites van het land behoorde. Maar: internetlezers betalen niet half wat de lezers van papier binnenbrengen. De rapen waren gaar. De bodem van de schatkist kwam in zicht. Er moest bezuinigd worden. De flamboyante hoofdredacteur moest vijftig mensen ontslaan en kon, toen hij daartegen protesteerde, zelf vertrekken. Zijn stoel in het hok, waar de hoofdredactie zetelde, was nog warm toen Herman Vliek hem met een tevreden grimlach in beslag nam. Eindelijk! Daar had Vliek nu altijd naar gestreefd. Hij zou, want dat had de directie geëist voor men met zijn benoeming akkoord ging, eens flink schoonmaak gaan houden op de krant. Vijftig, desnoods zestig ouwe lullen eruit, wat jong goedkoop spul zo nodig naar binnen. En de journalisten die hij écht niet kon missen, moesten voortaan naar zijn pijpen dansen. Vliek wreef zich in de handen. Hij, algemeen hoofdredacteur! Macht, uw naam is Vliek. Hij droeg de niet bijster intelligente maar wel redelijk appetijtelijk ogende Helga de Bruin van de tekstredactie op hem alles door te brieven wat zijn horigen over hem te melden hadden. Om haar het werk niet tegen te maken begon hij een verhouding met haar. Macht erotiseert, ook dat nog.

De redactieleden morden, kregen met de dag meer problemen met hun nieuwe baas die hen alle vrijheden ontnam die hun vrije vak zo aantrekkelijk hadden gemaakt. Vliek had zelfs de gewoonte vooraf een verhaal te dicteren! Het gemor nam toe. Ook ouwe rot Jan Berends was een van de scribenten die zich gepiepeld voelde. En omdat hij toch al over een jaar met pensioen zou gaan besloot hij een sleutelroman te schrijven over het wel en wee van De Spiegel. Hij zou Vliek, Helga, al zijn andere collega’s, de directie, de grootaandeelhouder en de uitgever eens goed te kakken zetten. Met Herman Vliek als hoofdpersoon, de rat die zijn krant had vergiftigd. Berends had, met dat pensioen in het vooruitzicht, niets te vrezen. Ontslaan zou Vliek hem niet.

Auteur

Bert Dijkstra (1957) werkt ruim 37 jaar bij De Telegraaf als verslaggever en interviewer. Hij debuteerde met het boek Anneli, en schreef daarna over zijn collega op de krant: John van den Heuvel, een lustrum lang extreme beveiliging. Hij gaat volgend jaar met pensioen.

In het boek gaat – de aan Dijkstra’s ‘fantasie ontsproten’ hoofdredacteur – Herman Vliek een gesprek aan met Jan Berends, het alter ego van Bert Dijkstra. Hij vraagt hem: Schrijf jij een boek over wat hier op de redactie gebeurt?” Berends houdt zijn antwoord vaag: “Misschien laat ik het manuscript wel verstoffen op m’n zolderkamer. Vliek: Alleen al de gedachte om zo’n boek op de markt te brengen is verwerpelijk. Spugen in de bron waaruit je gedronken hebt is beneden alle peil. En dan zou hij, Berends antwoorden: Daar zou je een punt kunnen hebben, ware het niet dat de bron waarover jij het hebt ernstig is vergiftigd (…). We hadden hier qua werksfeer altijd een bron met helder water. En dan: Mijn spuug zou dienen als reinigingsmiddel tegen jullie verdorvenheid. Jan Berends is tevreden. Vliek zal hem zijn ontslag niet geven om publiciteit rond zijn eigen persoon te voorkomen.

Evenals Berends/Dijkstra werkte ik ruim dertig jaar bij De Telegraaf, Berends De Spiegel. De meeste van de verhalen uit de ‘goede oude tijd’ zijn mij bekend. Op de redactie heerste jarenlang, als gevolg van een soort onterecht ‘oorlogssyndroom’, een gevoel van ‘wij tegen de wereld’. Eén ding was zeker: de redactie was één en hing de vuile was nooit en te nimmer buiten. Die regel heeft Bert Dijkstra overtreden in een wrok over het personeelsbeleid dat de krant sinds de wisseling van de eigenaar heeft geteisterd. Ook ik heb de laatste jaren verhalen uit de praktijk gehoord. Op welke fronten Dijkstra gelijk heeft en op welke niet, doet niet ter zake. Hij heeft niet alleen de verantwoordelijken voor het beleid, maar ook zijn andere collega’s voor schut gezet. Hij kon dat doen, meende hij, in zijn rol van alter ego Jan Berends die vlak voor zijn pensioen stond. Is dat dapper? Nee het is laf. Hij zou zich dood moeten schamen.

Wie wil weten hoe het er bij De Spiegel / De Telegraaf de laatste jaren intern aan toegegaan is kan dit boek lezen. Vlot geschreven, Dijkstra behoorde niet voor niets tot de oude rotten die hun baan hielden. Toch had het manuscript beter kunnen ‘verstoffen op een zolderkamer’.

Bert Dijkstra – Verscheurde krant. ISBN 9-789-0833-2013-7, 296 pagina’s, € 22,95. Bergen (NH): Ezo Wolf 2023.

Geplaatst in 'Faction', Alle Boeken | Reacties uitgeschakeld voor Verscheurde krant

Het meisje van de valse Vermeer

Vals of echt?

Het geromaniseerde leven van Han van Meegeren.

De roman speelt zich af in 1945. Na de bevrijding volgt er een jacht op iedereen die in de oorlog ‘fout’ was. De kunstschilder en restaurateur Jan van Aelst wordt beschuldigd van handelen met de Duitsers. Hij zou een onbekend schilderij van Vermeer voor een hoog bedrag verkocht hebben aan Hermann Göring. Hij wordt gevangen gezet door kapitein Rosendahl van het militair gezag. Margriet (Meg) van Hettema, voormalig verzetsstrijdster en journaliste van het voormalig, illegale blad Het Parool gaat zelf op onderzoek.

Auteur

Patrick van Odijk studeerde geschiedenis en Duitse literatuur aan de universiteit van Konstanz. Daarna werkte hij als radioverslaggever en presentator voor grote publieke omroepen in Duitsland.

Deze historische roman berust voor een groot gedeelte op historische feiten en is gebaseerd op het leven van de Nederlandse kunstschilder en vervalser Han van Meegeren.

De schrijver houdt zich voor een groot deel aan de feiten, maar veel is ook fictie. Zo gebruikt hij veel verzonnen namen. Van Meegeren wordt in het boek Van Aelst genoemd, maar van de deskundigen worden de ware namen genoemd bijvoorbeeld Bredius, Van Beuningen en Hannema. Voor de lezer is dat verwarrend.

Het is de schrijver goed gelukt de sfeer van deze naoorlogse tijd te beschrijven. Opvallend is de jacht op collaborateurs, kleine zoals de patatbakker, en grote, zoals Jan van Aelst. De journaliste Meg moet voor Het Parool een reportage maken van een patatbakker die in de oorlog Sieg Heil-friet verkocht. Op de verpakking prijkte het hakenkruis. Zijn patat werd aangeduid met Fritten und Sieg Heil-Bratkartoffeln. Na de oorlog had hij te maken met Canadezen en schakelde hij moeiteloos over op de Engelse term French fries.

Heel interessant is het wereldje van de kranten. De Waarheid, Trouw en Het Parool waren tijdens de oorlog illegaal en functioneerden na de oorlog als normale kranten. Er is veel wedijver onderling over de grootste primeur heeft met betrekking tot collaborateurs. In deze roman gaat het over de waarheid omtrent de praktijken van Jan van Aelst. De journaliste Meg speelt daar een grote rol in.

Meg is een doortastende journaliste die indrukwekkend speurwerk verricht en haar krant menig primeur bezorgt. Haar verhouding met de Canadese sergeant Bill O’Connar is wat ongeloofwaardig. Hij heeft kennelijk alle tijd om haar met zijn jeep overal heen te vervoeren. Het stel krijgt een hartstochtelijke liefdesrelatie. Dit was zeker nodig om de roman wat smeuïger te maken. Dit tweetal zorgt voor de meeste actie in het boek. Verder is het boek niet altijd even boeiend. Er zijn veel gesprekken en het aantal deskundigen dat de ‘Vermeerschilderijen’ van Van Aelst moet onderzoeken is eindeloos.

Een originele, historische roman over een opzienbarende vervalsing.

Patrick van Odijk – Het meisje van de valse Vermeer. Uit het Duits vertaald door Jan Bert Kanon. ISBN 978-90-5615-965-8, 425 pagina’s, € 27,50. Gorredijk: Sterck & De Vreese 2023.

Geplaatst in 'Faction', Alle Boeken | Reacties uitgeschakeld voor Het meisje van de valse Vermeer

Het verkeerde meisje

Moeders wil is wet

De kronkels van het killerbrein.

Als Amelie op een maandagmorgen naar haar werk vertrekt wordt ze door een gemaskerde man van haar fiets getrokken. Hij slaat haar bewusteloos, gooit haar in een busje, rijdt naar het platteland en sluit haar daar ergens op in een stinkende, stikdonkere ruimte. Als ze bijkomt in dat hol en op een rijtje tracht te zetten wat er allemaal gebeurd is dringt het tot haar door dat niemand haar de eerste dagen zal missen. Ze had op haar werk aangekondigd een of twee weken vrij te nemen om bij te komen van het eind van haar relatie met de onaangename Vince. Op de vrijdagen werkt ze bij haar steenrijke vader in zijn kunstgalerie. Hij is de eerste die haar missen zal. Een gruwelijk vooruitzicht, want wat is haar ontvoerder van plan? Wil hij losgeld voor haar vragen, is hij een seksmaniak, wat wil hij van haar?

Wat de dader wil komt de lezer van dit boek in stapjes te weten. Want om en om beschrijft de auteur het wel en wee van slachtoffer Amelie én van de misdadiger Robin (die hoofdstukken zijn in cursief gedrukt). Deze Robin heeft een heel slechte jeugd gehad en is daar uitgekomen als een ware killer. Hij oefende als jongen al op het doden van dieren, moordde steeds een maatje groter, dus hij is klaar voor het échte leven. Dat leven wil hij vastleggen, want hij wil de lezer duidelijk maken dat hij geen middelmatig man is. Ik wil je laten zien waarin ik al vroeg de beste leerde te zijn: een onvervalste pathologische leugenaar met een waar killerbrein. Allesbehalve middelmatig. Blijft de vraag: wat wil hij met Amelie en waarom koos hij speciaal haar? Ze is mooi, ze is jong, ze is blond, zelfs zo blond dat Amelie’s ex haar ‘Blondie’ noemde. Ze is ook even blond als Robins moeder die haar man (zijn vader) en haar kind verliet toen Robin pas drie jaar oud was. Dat heeft hem altijd pijn gedaan. Zullen we dan maar meteen de eenvoudige optelsom maken dat Robin in Amelie zijn moeder terug naar huis ontvoerde? Nee, zo eenvoudig is het niet. Dat zou al te simpel zijn. En dit boek is verre van simpel van plot. Het lijkt er zelfs op dat Amelie het verkeerde meisje kan zijn. Zou hij haar dan vermoorden? Hij is er gewetenloos genoeg voor.

Auteur

Angelique Haak (1978) schrijft en leest al sinds haar jeugd. Nadat zij een regionale schrijfwedstrijd won besloot zij haar liefde voor spannende verhalen te combineren met haar liefde voor haar geboortestad Rotterdam. Daaruit kwam haar debuut voort Een nieuw begin  (2017). Het boek werd genomineerd voor de Schaduwprijs, bedoeld voor debutanten op het terrein van misdaadboeken. In 2018 en 2019 volgde de derde titel met in de hoofdrol de Rotterdamse rechercheur Jennifer Brugman.

Amelie is het slachtoffer van een killer met een brein waar hij prat op gaat. Hij vertelt vol trots over de onaangename ervaringen die hem hebben gevormd tot de man die hij is. En al lezend kom je tot de conclusie dat hij niet zal aarzelen om het bij Amelie te laten. Vanuit dat gegeven voert de auteur de spanning mooi op.

Angelique Haak heeft een vlotte pen. Het verhaal met de om-en-om hoofdstukken leest lekker weg. Ondanks dat je als lezer de dader kent, weet ze het verhaal toch heel verrassend en spannend te maken.

Dit boek staat op de shortlist voor de vanavond uit te reiken Thrillerprijs 2023.

Een heerlijk vakantieboek.  

Angelique HaakHet verkeerde meisje. ISBN 9-789-461-0961-15-09, 345 pagina’s, €19,95. Laren – De Crime Compagnie 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Het verkeerde meisje

Aanslag op de Dam

Zullen SH1 en SH2 ontkomen?

Stress rond de Dodenherdenking.

Als de Amsterdamse politiecommissaris Anne Kramer op 4 mei, tijdens haar eerste kop koffie op het bureau, om een uur of elf een ambtsbericht krijgt van de Geheime Dienst, de AIVD, staat ze meteen op scherp. Het bericht is voorzien van een speciale code die haar duidelijk maakt dat de inhoud de hoogste urgentie heeft en wat betreft de bron volledig betrouwbaar is. De boodschap is dat er die avond, bij de nationale Dodenherdenking op de Dam, een aanslag zal worden gepleegd op koning Willem-Alexander en zijn echtgenote koningin Máxima. Een anonieme melding, maar de afzender heeft het voorzien van codes die op inside information duiden. Het maakt het bericht tot een mogelijk dodelijk wapen. En als dat wapen inderdaad om acht uur wordt ingezet, zal heel televisiekijkend Nederland er getuige van zijn dat de koning en koningin worden gedood op het moment dat zij doodstil op de Dam staan tijdens de twee minuten stilte van de Dodenherdenking. Doodstil op de Dam, een beter moment kan een scherpschutter zich niet wensen, zijn doelwitten staan voor hem klaar als het ware. Hij kan niet missen.

Anne Kramer wordt overvallen door twijfel. Moet zij de Herdenking laten afblazen? Of moet zij de plechtigh4id door laten gaan. Kan zij die gok wel wagen? Zij denkt aan de ‘damschreeuwer’ die een aantal jaren geleden alleen maar door te schreeuwen grote paniek veroorzaakte tijdens de plechtigheid. Stel dat er geschoten gaat worden. Dat niet alleen de Koning valt en zijn echtgenote, maar dat ook de tienduizenden toeschouwers op de loop gaan, doodsbang ook door kogels getroffen te worden, elkaar duwen en misschien wel vertrappen? Dan zouden er nog veel meer slachtoffers vallen. De plechtigheid afblazen… het is eigenlijk al te laat om dat te doen. Anne Kramer besluit haar hele politiekorps op de been te brengen en met man en macht alle panden in het zicht van de Dam uit te kammen. De scherpschutter moet daar al zijn, of tekenen van zijn aanwezigheid hebben achtergelaten. De uren tikken verder, acht uur komt steeds naderbij. Ze belt haar dochter Marit, want ze zou die avond met haar en haar partner Samantha de plechtigheid bijwonen. Ze drukt de twee op het hart NIET naar de Dam te gaan. Maar die laten zich dat niet gezeggen.

Auteur

Joop van Riessen (1943) was hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie. Hij begon zijn carrière in 1965 bij het bureau Warmoesstraat en verliet het korps in 2004. Sinds 2008 heeft hij zijn eigen onderneming in communicatie en advies. Hij debuteerde in 2007 met In naam der wet, beschouwingen over zijn werk bij de politie. Sinds 2009 schrijft hij thrillers, met Anne Kramer de hoofdrol. Het eerste Anne Kramer-boek kwam uit in 2009: Vergelding. Dit boek is het twintigste in de reeks.

Joop van Riessen baseert zich bij zijn Kramer-boeken op ervaringen uit zijn kleurrijke carrière. De aangekondigde aanslag op de majesteiten speelt zich in dit boek af in 2022. De lezer kan eruit opmaken dat Anne Kramer en haar team de aanslag op SH1 en SH2, codenamen voor het Staatshoofd en zijn echtgenote, heeft weten te voorkomen. Maar achter de schermen gebeurde er door de jaren heen wellicht heel veel waarvan de bevolking helemaal geen weet had, juist omdat de politie, in dit geval Anne Kramer en consorten, aan het werk was.

Dat maakt een boek als dit – en alle andere Kramer-thrillers – extra spannend: dat vleugje wat is waar en wat niet, het kijkje achter de schermen. Deze thriller gaat rustig van start en wordt, als de uren op 4 mei doortikken, allengs spannender. Gruwelijk, aangrijpend, gewelddadig, liefdevol en akelig, je leest het boek met ingehouden adem uit. Wat een afgrijselijke dader en dan te weten dat zulke mensen bestaan!

Niet te missen, deze misdaadroman, want wat kan Joop van Riessen goed schrijven!

Joop van Riessen – Aanslag op de Dam. ISBN 9-789-462-9726-43. 253 pagina’s, €18,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Aanslag op de Dam