Meisjes uit het dorp

Van schrijvende tiener tot beroemde schrijfster

Trilogie van ‘Gewoon Indisch meisje’ compleet.

De schrijfster Marion Bloem is zeventig jaar. Een merkwaardige start om een boek te recenseren, ware het niet dat de schrijfster het uitgebreid over haar jeugdjaren heeft, toen ze als Ramona in Het Dorp woonde, als dochter van een luchtmachtmilitair. Het Dorp, vlakbij Keistad en de militaire vliegbasis is meteen herkenbaar als Soesterberg. In het verhaal komt van alles aan de orde wat voor haar huidige leeftijdgenoten – en al helemaal voor diegenen die evenals zij van Indische komaf zijn – een en al herkenning biedt. De Indische families werden niet gastvrij in Nederland onthaald, kregen banen beneden hun niveau en akelig nauwe behuizing. Zo ook Ramona, haar oudere zusje Zus en hun ouders. Zus was altijd omringd door vriendinnen, Ramona’s beste vriendin was het schrift waarin ze haar verhalen schreef. Ze aanschouwde alle vriendschappen van Zus met enige verbazing. En nu ze zeventig is realiseert ze zich dat haar drie kleindochters weer heel anders met vriendschappen omgaan dan de populaire meisjes van toen. Haar kleindochters blijken hun vriendinnen zelfs vaak niet eens te kénnen. De oudste van zestien reageert lacherig op oma’s commentaar: antwoord geven op de 1250 likes en 172 berichten die ze krijgt als ze een foto van haar nieuwe sneakers plaatst? Maar oma waarom, het zijn maar likes, die hoef je niet te kennen, dat zijn geen vriendinnen maar volgers. Ramona werd geacht als indo-meisje in die tijd met indo-meisjes bevriend te raken en heel voorzichtig met jongens om te gaan. Haar vader hield haar streng in de gaten: zijn dochters mochten geen afgelikte boterham worden.

Vriendschappen toen, later en nu, het zijn totaal verschillende dingen. Dat gold niet alleen voor kinderen, maar ook voor Ramona’s ouders. Haar ouders kenden veel mensen, konden daar goed mee overweg, maar die mensen bleven kennissen. Vrienden waren zeldzaam, die waren te tellen op de vingers van een hand. Dat ze het daarbij graag Indisch hielden, was bijna vanzelfsprekend. Trots Indisch waren zij, en toch… als de kleine Ramona op een zomerse dag thuiskomt van het Bosbad zegt haar moeder geschrokken: Lieve help, wat ben je zwart. En haar vader die nooit en te nimmer in een korte broek liep was buitensporig trots op zijn blanke kuiten, terwijl zijn hoofd en zijn nek tot aan zijn kraag poepbruin waren. Zo zat het leven in elkaar.

Vreemde vriendschappen. De drie kleindochters leven heel anders, ze maken hun oma wegwijs in hun eigenwijze manier van vrienden kiezen: er liggen werelden tussen, maar wat is nu eigenlijk beter. Moet je die grens wel trekken?

Auteur

Marion Bloem (1952) is auteur, beeldend kunstenaar en filmmaker. Ze werd in Arnhem geboren als kind van Indische Nederlanders en was al jong bijzonder geïnteresseerd in het land van haar voorouders. Ze is klinisch psycholoog. Bloem schreef verschillende kinderboeken, onder meer Matabia, over de aanpassingsmoeilijkheden van een Indisch meisje in Nederland. Het boek werd bekroond met de Ibby Prijs en de Tiger Award. In 1976 verscheen voor volwassenen De Overgang. Zij werd in 1983 beroemd met het autobiografische boek Geen gewoon Indisch meisje. Daarin schrijft ze over het migrantenbestaan in Nederland en de Indische geschiedenis. In 1993 ontving ze de E. du Perronprijs. Toen haar man, de inmiddels overleden schrijver/arts Ivan Wolffers (1948-2022) prostaatkanker kreeg, schreef ze met de uroloog Paul Kil drie boeken over de invloed van deze kwaal op hun gezamenlijk leven.
Bloem schrijft veelal boeken met autobiografisch karakter. Na Geen gewoon Indisch meisje volgde Een meisje van honderd. Samen met dit nieuwste boek is de trilogie compleet. Van haar films trok vooral de documentaire Het land van mijn ouders volle zalen. Zij maakte zes korte speelfilms en twee lange documentaires. Daarnaast is zij als beeldend kunstenaar heel actief. Een multitalent kortom, dat op alle fronten bewondering oogst.

Vriendschap, zusterliefde, het zijn onderwerpen die vooral vrouwen zullen aanspreken. Maar door de context van de jaren vijftig speelt ook de geschiedenis uit die tijd een belangrijke en herkenbare rol. Nozems, vetkuiven, Elvis, sjorren, de hoogst gevaarlijke tongzoen, en die ene beste hartsvriendin bij wie je lief en leed kwijt kon… het is van toen en het is van nu, maar nu heeft het andere namen en het fascineert nog evenzeer. Bloem weet jong en oud te raken.

Marion BloemMeisjes uit het dorp. ISBN 9-789-029-5492-33. 528 pagina’s, €26,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Deel van een reeks | Reacties uitgeschakeld voor Meisjes uit het dorp

De diva en de demon

Humor, seks en beestachtige moorden

Wraak wordt het beste koud geserveerd.

De diva uit de titel is Mirabella di Silvestro, een temperamentvolle en botergeile Italiaanse die ooit met haar ouders naar België emigreerde. Na de onopgeloste moord op haar man Dikke Pol blijft zij meer dan goed verzorgd achter met haar twee pleegkinderen Max en Charlie, totdat Max’ nonkel Boris een keer langskomt,

het soort man waar een vrouw zich geen minuut bij verveelt… Bij elke thuiskomst peuzelt hij haar op, brokje bij brokje, geen stukje waar hij niet zijn tanden in zet, geen plekje dat hij onberoerd laat.

En hiermee is de toon van dit boek vol seks en misdaad gezet. Je zou het kunnen zien als de levensbeschrijving van Mirabella, zo’n kanjer met vuur in haar reet. Het soort waar mannen voor moorden. In de loop van het verhaal vermeldt de auteur terloops dat Mirabella ook de naam van een pruimensoort is. De associatie ligt voor de hand.

En de demon? Wie dat is wordt de lezer snel genoeg duidelijk. Of toch niet?

Wanneer het huwelijk tussen Mirabella en Boris zal worden gesloten komt de bruidegom niet opdagen. Gelukkig is en blijft Max haar steun en toeverlaat.

Auteur

Guy Prieels was cabaretier, vastgoedmakelaar en kunsthandelaar. In 2007 verscheen zijn eerste thriller Duisterlicht. De wraak van meneer Jules werd genomineerd voor de Hercule Poirotprijs 2016 en was runner up voor de Thrillzone Award 2016. De diva en de demon is zijn elfde roman.

Na het enerverende begin wordt de Mirabella’s complexe familiesituatie netjes op een rijtje gezet. We maken kennis met de vrolijke weduwe Babette en met Max’ echte moeder Alice.

Op aanraden van Mirabella trouwt Max met Angèle, die hij ziet optreden bij een lokale liedjeswedstrijd: Een stem met volume, een meid met volume. Max is dol op volumes. Ze is niet moeders mooiste, maar er zit vlees aan. Volronde tieten en billen. Een mopsneus en dubbele kin, maar helblauwe, droef staande ogen.

Charlie komt aan de kost met kaartspelen. Als een pooier alles aan hem verliest spelen ze om diens vriendinnetje: Lientje, bijgenaamd Pijpelientje. Charlie wint en Lientje gaat blijmoedig de kost voor hem verdienen.

Er komen nogal veel vrolijke weduwes in het verhaal voor. Marilou, de moeder van Angèle, geniet jaarlijks met Alice van het Zwarte Pietentoerisme naar Afrika. Voor de pracht van de natuur, dat zeker, maar dan in de vorm van jongens met gestroomlijnde lijven, naakt of hoogstens met een welgevuld lapje stof, dat je nauwelijks een zwembroek mag noemen.

Die jongens geven zich met hart en ziel. En wat een potentie. Ze lozen zaad alsof het krantjeswater is.

Maar dan verdwijnen er plotseling verschillende personen. Ze blijken onvindbaar totdat er twee vermoorde vrouwen letterlijk worden opgevist. Nog later wordt het hoofd van één van de andere vermisten teruggevonden.

Jaren later dreigen de moorden uiteindelijk aan het licht te komen. Bovendien zint er iemand op wraak, koud geserveerd…

Je proeft het plezier waarmee dit vrolijkmakende verhaal, dat steeds spannender wordt, is geschreven. Het kent weliswaar enkele wrede uitschieters, maar wie daarop let is een kniesoor. Het slot is prachtig, je weet wat de dader te wachten staat en dat gun je hem van harte.

Jammer dat ik de vorige boeken van Prieels (nog?) niet ken. Ik kijk uit naar zijn volgende thriller.

Guy PrieelsDe diva en de demon. Roman noir. ISBN 978-90-5240-102-7, 207 pagina’s, € 17,99. Antwerpen: Uitgeverij Houtekiet 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller, Humor | Reacties uitgeschakeld voor De diva en de demon

Lessen

Een leven van gemiste kansen

Wereldgebeurtenissen en de invloed daarvan op een mensenleven.

We hebben te maken met een levensbeschrijving. Het betreft Roland Baines, zoon van een officier. In Libië, waar zijn vader voor zijn werk verbleef, had hij een gelukkige jeugd. Terug in Engeland wordt hij ondergebracht op een kostschool. Als jonge puber heeft hij een affaire met een pianolerares. Dat heeft grote gevolgen voor zijn verdere leven. Ondanks zijn intelligentie gaat hij niet studeren en niettegenstaande zijn grote talent als pianospeler stopt hij met de lessen. In zijn leven heeft hij vele baantjes. Zijn huwelijk is van korte duur. Zijn vrouw verlaat hem en zijn zoontje voedt hij in zijn eentje op. Ondanks zijn grote talenten is hij in alles een mislukkeling.

Auteur

Ian McEwan is een van de meest gerenommerde hedendaagse Engelse schrijvers. Hij vestigde zijn reputatie met bestsellers als Aan Chesil Beach, Boetekleed, Zaterdag en Amsterdam, waarvoor hij de Booker Prize kreeg. McEwans werk verschijnt wereldwijd in meer dan dertig talen en vele van zijn boeken zijn verfilmd, waaronder De Kinderwet (met Emma Thompson in de hoofdrol).

Roland was getrouwd met Alissa. Ze krijgen een zoon: Lawrence. Hoewel het een gelukkig huwelijk was verlaat Alissa plotseling en geheel onverwacht het gezin. Ze wil zich geheel wijden aan een schrijverscarrière. Ze blijkt een groot talent te zijn en is heel succesvol. Volgens haar gelukt het schrijven alleen als ze geen contact heeft met Roland en Lawrence.

Roland is een loser zonder enige ambitie. Hij verdient geld met tennislessen en als huispianist in de lounge van een hotel. Ook is hij copywriter bij een wenskaartenfirma. Zijn relatie met zijn zoon is uitstekend. Hij heeft talrijke liefdesrelaties, maar ze zijn allemaal van korte duur. Als hij op latere leeftijd wil trouwen overlijdt zijn aanstaande vrouw.

De schrijver heeft veel aandacht besteed aan de historische gebeurtenissen die plaatsvonden in het leven van Roland van 1948 tot 2020. Tijdens zijn verhouding met Miriam Cornell is er de Cubaanse rakettencrisis. De nucleaire ramp in Tsjernobyl maakt veel indruk, Roland is bang voor straling en isoleert zijn huis. In de tijd van de muur bezoekt Roland kennissen in Oost-Berlijn. De toestand daar wordt heel helder beschreven, dat geldt ook voor het moment dat de muur werd afgebroken. Roland bevond zich in de menigte Oost-Duitsers die de voor het eerst West-Berlijn in trokken. Als Roland 72 is komt de Coronapandemie met zijn lockdowns. Zo gaat hij van tegenslag naar tegenslag.

Twee vrouwen hebben zijn leven bepaald: muziekjuf Miriam Cornell en zijn echtgenote Alissa. Het is heel spannend als hij beiden wil spreken en hij hen wil confronteren met zijn mislukte leven. Hoe loopt dat af?

Toen zijn vrouw was verdwenen zocht Roland hulp bij de politie. Die hielp hem nauwelijks. Hij moet bewijzen dat hij Alissa niet heeft vermoord. Veel later wordt hij benaderd door de politie. Zij willen Miriam alsnog veroordelen voor misbruik van een minderjarige. Roland wil dat niet.

Lessen is een zeer uitgebreide roman, geschreven in een goede stijl. Het boek is bijzonder omdat de schrijver ook de wereldgebeurtenissen en de invloed daarvan op een mensenleven laat zien. Ook de psychologie bij de persoonsbeschrijving is diepgaand. De schrijver wil laten zien dat er weinig ruimte is voor een mens om zijn leven in te richten naar zijn eigen wil. Je bent overgeleverd aan het lot dat je toevalt. Een erg pessimistische visie.

Ian McEwan – Lessen. Vertaald uit het Engels (Lessons) door Harm Damsma en Niek Miedema. ISBN 978-94-6336-160-6, 572 pagina’s, € 27,50. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Lessen

Het raadsel Vermeer

Kroniek van een schildersleven

De Phoenix van Delft tot leven gebracht.

Schetsen, krabbels, studies, brieven en etsen vormen de kostbare erfenissen van beroemde schilders uit vroeger eeuwen. Aan de hand daarvan leren wij, de bewonderaars van hun werk, de meesters kennen. Als doodgewone mensen, begiftigd met een groot talent, wier werk ons eeuwen later nog in bewondering toe doet kijken. Van Johannes Vermeer ontbreken dergelijke memorabilia. Wie hem wil leren kennen moet zijn werk bekijken, vijfendertig schilderijen, niet meer, maar wereldwijd bewonderd.

Wie was Johannes Vermeer, de schilder van Gezicht op Delft, Het meisje met de parel en Het melkmeisje, om drie van de zeven beroemde schilderijen te noemen, die in het Mauritshuis in Den Haag en het Rijksmuseum in Amsterdam binnen onze landsgrenzen hangen? Tientallen kunsthistorici en historici hebben zich diepgaand over zijn werk gebogen, in de hoop daaruit stof te putten voor een beschrijving van Vermeers leven en daarmee tot in detail zijn werk te doorgronden. Nu in het Rijksmuseum achtentwintig werken van de schilder bijeengebracht zijn volgen vele duizenden in hun kielzog. Zoeken zij de schilder Vermeer, willen zij een blik werpen op de verstilde facetten van het leven van de Gouden Eeuw of zoeken zij de stilte van het licht? Het valt niet te zeggen. ‘De Phoenix van Delft’, zoals Vermeer genoemd wordt, hult zich nog in vele raadselen.

Aart Aarsbergen speurt in zijn boek naar de man die het palet in de hand had toen hij zijn – veelal kleine – doeken schilderde. Inwoner van de stad Delft die hij wellicht nooit verlaten heeft, nijver bezig de kost te verdienen voor zijn vrouw en zijn grote gezin met vijftien kinderen, van wie er vier al jong overleden. Aarsbergen schetst het leven in de Gouden Eeuw, hard voor wie niet bemiddeld was, vraagt zich af bij wie de meester zelf ooit in de leer was, toont hoe de schilder op zoek was naar een eigen stijl. Vermeer schilderde in zijn begintijd nog wel Bijbelse taferelen, het zou te maken kunnen hebben met zijn overstap van het protestante naar het katholieke geloof, nodig om het katholieke meisje Catharina Bolnes te trouwen. Later werd het werk ingetogener. Vermeer schilderde het kleine leven in het late licht. Aarsbergen vertelt bij elk schilderij – alle schilderijen zijn mooi in kleur afgedrukt in het boek – de achtergrond en de betekenis.

Auteur

Aart Aarsbergen (1953) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij was van 2001 tot 2018 hoofdredacteur van de Nederlandse editie van National Geographic. Hij publiceerde her en der over geschiedenis, politiek, sport en literatuur. In juli 2021 verscheen Geschiedenis in Nederland in 27 plekken.

Het bijzondere aan dit boek is dat het leest als een kruising van een historische roman en een buitengewoon informatief boek vol onderzoek, eigen en andermans meningen. Waar dat laatste aan de orde is voorziet Aarsbergen die meningen steeds van uitgebreide verklaringen. Handig en belangrijk is het namenregister achterin, dat biedt de lezer houvast. De tentoonstelling in het Rijksmuseum laat achtentwintig van Vermeers doeken zien, achterin het boek noemt Aarsbergen ze alle vijfendertig, met daarbij in welk museum ze hun vaste plaats gevonden hebben.

Op de kaft van dit geweldige boek staat het meisje van De schilderkunst, een schilderij van een meisje met een trompet in haar hand, half gericht naar de schilder die haar portretteert, volgens velen Vermeer zelf. De schilder beschouwde dat zelf als zijn magnum opus en het heeft zijn atelier bij zijn leven nooit verlaten. Hij weigerde het te verkopen, vertelt Aarsbergen, terwijl zijn grote familie van de opbrengst ervan minstens een jaar had kunnen leven. Dat zij – en niet een van de schilderijen die bij het grote publiek het meest bekend zijn – op dit boek staat afgebeeld, beschouw ik graag als een teken van grote bewondering voor de schilder. Het doek hangt in Wenen, het Kunsthistorisches Museum leende het grootmoedig uit voor de expositie.

Alleen maar lof voor dit boek? Nee, toch een klein puntje van kritiek. De letter waarin het boek gedrukt is, is licht en zó klein dat het lastig lezen is. De lamp erop? Dat maakt het nog lastiger doordat de pagina’s van het boek van halfglans papier zijn, mooi voor de illustraties, een regelrechte ramp bij het lezen. Een kleurkatern in glans apart had dit euvel verholpen.

Desondanks, een prachtig en boeiend boek voor de ware Vermeer-liefhebber.

Aart Aarsbergen – Het raadsel Vermeer, kroniek van een schildersleven. ISBN 9-789-056-159-68-9. 240 pagina’s. €27,50. Gorredijk: Sterk & De Vreese 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Kunst | Reacties uitgeschakeld voor Het raadsel Vermeer

Identitti

Gemengde afkomst

Helpt rasverandering tegen discriminatie?

Nivedita is een studente in Düsseldorf. Ze heeft een gemengde afkomst: vader Indiaas en moeder Duits. Waar hoort ze echt bij? Ze voelt zich het meest thuis bij de niet-blanken. Haar grootste frustratie is dat ze niet donker genoeg is. Ze gaat naar de colleges van prof. dr. Saraswati die het heeft over postkoloniale theorie, gender en identiteitstheorie. Ook zij heeft een Indiase afkomst. Het eerste college begint ze met de kreet: Iedereen die wit is: wegwezen. Deze cursus is alleen voor PoC (people of colour). Nivedita blijft. Ze geniet van de colleges over kleur en racisme. Helaas ontstaat er een enorme rel als bekend wordt dat Saraswati eigenlijk blank is. Ze is het kind van Duitse ouders. Haar huid heeft ze laten kleuren en ze heeft zich een ander ras aangemeten. Dat moet volgens haar kunnen, transgenders kunnen ook veranderen, maar dan van geslacht. Er wordt heftig gereageerd op de onthulling, ook vele van haar studenten haken teleurgesteld af. Saraswati wordt ontslagen. Nivedita blijft haar trouw, ze gaat bij haar wonen.

Auteur

Mithu Sanyal (1971) is professor cultuurwetenschappen, journalist en auteur die schrijft over seks, gender, postkolonialisme, macht en racisme. Haar essays en artikelen werden gepubliceerd in The Guardian. Identitti is haar eerste roman en in Duitsland al direct een bestseller. Het is duidelijk een roman met veel autobiografische elementen.

Identitti is in meerdere opzichten geen simpele roman. Het grootste deel van het boek bestaat uit gesprekken van Nivedita met haar professor of met haar kamergenoten. In de meeste gevallen gaat het niet om gesprekken over alledaagse dingen, maar meestal over de opvattingen van de professor over ras, rassendiscriminatie en identiteit. De schrijfster gebruikt veel Engelse vaktermen.

Het is niet zo zeer een roman met een plot, maar een studieboek met enkele verhalende elementen. De belangrijkste gebeurtenis is het schandaal rondom professor Saraswati als haar ware afkomst wordt onthuld. Andere verhalende onderdelen zijn het liefdesleven van Nivedita en het sociale leven met haar medestudenten en kamergenoten. Nivedita heeft een blog dat de identiteitspolitiek als onderwerp had. Aanvankelijk had het als titel Mixed-Race Wonderwoman, maar later werd dat Identitti. Een belangrijk onderdeel van het boek zijn de vele reacties in de vorm van tweets op de uitspraken van Nivedita in haar blog. Een ander onderdeel van de roman zijn de gesprekken die Nivedita voert met de Indiase godin Kali. Deze is zwart en naakt en ze heeft vier armen. Kali leeft alleen in de fantasie van Nivedita.

Enkele voorbeelden van tweets die een reactie zijn op de blog van Nivedita.

FatmaAydemir@fatma_morgana white privilege at ifs best: als er money en fame te halen valt, willen ze zijn zoals wij#Saras Whitey

Ijoma Mangold @IjomaMangold Als huidskleur sowieso alleen een construct is, wat is er dan op tegen als we allemaal PoC’s worden? Make identity politics universal!

Joachim Stopp bds Raichie @ TruthFinder23 Waar moet dit opgeklopte schandaal over een onbekende professor ons van afleiden? #non-event # SaraswatiIs Boring

Wat zegt Sarawati zelf over haar rasverandering? Volgens haar is ze uit haar comfortzone gestapt om als gekleurde te kunnen aanvoelen hoe het is om gekleurd te zijn. Het is een vorm van optimale empathie. Ze heeft haar witheid opgegeven en de daarmee samenhangende privileges (give up your privileges). Immers ras is volgens haar een cult, iets wat niet bestaat maar bedacht is. Er wordt overigens niet over ras gesproken. ‘Ras’ is een foute vertaling voor race. Ras gebruik je bijvoorbeeld bij honden. Race is een veel omvangrijker begrip, het is cultureel bepaald.

Identitti is nauwelijks een roman te noemen, eerder een luchtig studieboek, dat een breed inzicht geeft in de problematiek van koloniaisme en racisme. Saraswati ziet decolonizing als de oplossing.

In haar boek gaat het vaak over de witte mensen (de schrijfster schrijft de term ‘wit’ consequent met cursieve letters). Vroeger bestond het witte ras niet. Het begrip is pas ontstaan toen de transatlantische slavenhandel begon. Het witte ras mocht dat doen vanwege haar superioriteit. Wit is onlosmakelijk verbonden met witte overheersing. Saraswati geeft als vak de postkoloniale theorie die zich verzet tegen het zich superieur voelen van de witten met rassendiscriminatie als gevolg. Saraswati schreef het essay White Guilt. Waarom niemand wit wil zijn. In de tijd dat de term oude witte mannen een belediging is geworden wil niemand meer wit zijn. Daarom kozen Nivedita en ook Obama met hun gemengde afkomst voor hun zwarte kant.

Een ideeënroman die op een veelzijdige manier de identiteitsproblematiek behandelt.

Mithu Sanyal – Identitti. Uit het Duits vertaald (Indentitti) door Ymke van der Staay. ISBN 978-94-645-2009-5, 416 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Uitgeverij Cossee 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen | Reacties uitgeschakeld voor Identitti

Wat een tuin ziet als hij slaapt

Rauwe proza

Tachtig dagen gluren in onderhuidse binnen- en bovenkamers.

We lezen het dagboek van een chronisch ziek hoofdpersonage met een bipolair hoofd op haar schouders en één metaforisch hoofd in haar buik. Schakelend tussen haar realiteit, hersenspinsels in het heden en herinneringen uit het verleden schetst ze met een absurdistische rauwe zelfspot vanuit haar microkosmos een getroebleerde doch fascinerende geschiedenis.

Auteur

Johanna Geels (1968) is dichter, schrijver en columnist. Ze schrijft over de absurdistische en poëtische kant van de dagelijkse dingen, maar ook over haar logeerkat, padden in de tuin, vreemde kostgangers en haar dagelijks gevecht met chronisch ziek-zijn (h-EDS). Dat laatste overigens altijd met de nodige kwinkslagen. Zij publiceerde vier dichtbundels en een verzameld columnboek. Wat een tuin ziet als hij slaapt is haar debuutroman.

Vanaf de eerste pagina word je Geels’ universum ingezogen, ze vuurt woorden, zinnen op de lezer af die van een lucide schoonheid zijn om er vervolgens een bitter en giftig sausje over te gieten.

Soms is delen mooi, soms is het de hel, maakt het dingen los die beter niet wakker hadden kunnen worden. Misschien kan ik de wereld terug in zijn hok krijgen.

Verder lezen voelt ongemakkelijk, alsof je bij een vreemde naar binnen gluurt waar het dagdagelijkse herkenbaar is – banale zaken als verheugen op het avondeten, een zeker ritme van de dag – maar waar de verwoorde belevingswereld tegen waanzin aanschurkt.

Wieke had heerlijke gadogado gemaakt. Ik ga het recept niet met je delen, hoor. Voor je het weet gaan we ons in gezelligheid wentelen. Veranderen de wanden van mijn slaapkamer in Libelle-omslagen. En ik kom hier niet voor de gezelligheid.

Dat wij als lezers niet voor de gezelligheid komen maakt Geels al snel duidelijk, al blijft het tot het einde vaag wat er wél van ons wordt verwacht. Meeleven, meelijden, stukken tekst markeren omdat die herkenbaar, adembenemend zijn of om met afgrijzen vervuld onze billen samen te knijpen?

Op de achterflap meldt Geels het al: ‘Ik houd niet van plot. Wat kan mij zo’n plot schelen. Ik hou van een huis waar mensen wonen, en dat je dan het dak optilt, naar binnen kijkt, opschrijft wat je niet ziet en weggaat. De rest is geouwehoer.’

Dat is precies wat ze doet. Ze tilt haar dak op, toont het onzichtbare, zet abrupt het dak terug en laat ons beduusd achter. We sjokken gelaten haar verwilderde tuin uit, onszelf afvragend: wat is waan en wat is werkelijkheid?

Je moet het maar kunnen, een boek schrijven waarin het hoofdpersonage vanuit bed een fragmentarisch verhaal vertelt dat qua spanning niet onderdoet voor een spannende, soms gruwelijk thriller. Geels flikt het.

Johanna Geels – Wat een tuin ziet als hij slaapt. ISBN 977-94-93214-65-1, 206 pagina’s, € 19,95. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Ziekte | Reacties uitgeschakeld voor Wat een tuin ziet als hij slaapt

Simones en Dianina

Een episch gedicht

De eersten in een nieuwe wereld.

Op 11 februari vond de boekendoop plaats van de nieuwe dichtbundel Simones en Dianina van Liesbethe Lagemaat. Ik had het voorrecht daarbij aanwezig te zijn. Grote fragmenten werden voortreffelijk gereciteerd door Kars Persoon en door de dichteres zelf. Het was een heel bijzondere ervaring om ondergedompeld te worden in de prachtige, muzikale taal. Lagemaats achtste bundel is weer een episch gedicht. Het is een omvangrijk verhaal van maar liefst 157 pagina’s. Het gedicht heeft een vrij duidelijke verhaallijn. Er zijn enkele personages. In de eerste plaats de geestige Heer Kraai die minachtend neerkijkt op het gepeupel op de aarde. Dan is er nog Simones, de voormalige koster van de kathedraal. Hij is bezig met een verhuizing naar de pandhof, waar vier engelen hem gezelschap houden. De hoofdpersoon is Dianina. Zij zwerft door ‘de stad van slaap’. Door de fraaie muziek van Hildegard van Bingen wordt ze gelokt naar het pandhof. Daar ontmoet ze Simones. Het verhaal heeft een climax en een heel positief einde.

Auteur

Liesbeth Lagemaat (1962) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, werkte als journalist, reclametekstschrijver, actrice en docent Nederlands. In 2005 debuteerde ze als dichteres met Een grimwoud in mijn keel. Deze bundel werd bekroond met de C. Buddingh prijs. Nog twee bundels werden bekroond: Nachtopera (Karel van de Woestijneprijs) en Vissenschild (Grote Poëzieprijs).

Deze dichtbundel bevat religieuze elementen. Daar is in de eerste plaats Heer Kraai die van hogerhand is belast met het project Dianina. Simones wordt tijdelijk bijgestaan door vier engelen. Zij moesten soelaas bieden aan een mens in nood. Dianina is op weg naar het licht. Ze wordt geleid door de muziek van Hildegard van Bingen, een lied van erbarmen. Haar doel is een nieuwe wereld, het Elysium. Een term die ook te lezen is in de poëzie van A. Roland Holst. Bij hem is er sprake van een Elysisch verlangen, een verlangen naar een paradijselijk oord. Als tegenstelling tot dit hemelse oord wordt ook de hel beschreven. Bij een vijver met helder water zag ik een groot vuur, waar sommige zielen brandden en anderen omgord werden met slangen. Kwaadaarige geesten wierpen stenen naar hen. Liesbeth spreekt ook nog over de kerk, de vervallen kathedraal, daarover is ze niet zo vriendelijk: er is al genoeg gefezeld onder mijn steunberen.

Naast de verhaallijn bespreekt de dichteres nog talrijke andere onderwerpen, soms gaat het over heel banale zaken zoals roest en een tafel. Zelfs over zulke gewone dingen schrijft ze schitterende dichtregels.

 Weet je hoe mooi roest is,

hoe het leeft, die cadans van oud metaal, de verpulvering,

hoe rossig het brossige erts aan je vingers plakt, je blaast

een kleine wolk, als een satelliet, de ruimte in

Even fraai schrijft ze over een tafel.

Wat is het belang van

een tafel, een zetel een loze vaas? ‘Een tafel is een draag-

baar van ideeen’, peinsde Simones, ‘want de mens die

aan tafel zit en met zijn ellebogen op de houten nerven

leunt, weet zijn huid verbonden met de boomhuid

Ook in deze bundel toont Liesbeth zich een ware taalkunstenares. Haar taal is muzikaal en ritmisch. Ze gebruikt weer talloze nieuwe woorden waarvan de betekenis soms onduidelijk is maar die harmonieus passen in de context. Soms worden de vaak lyrische uitbarstingen onderbroken door nuchtere, zelfs platte termen. Heer Kraai denkt dat hij van Dianina kaas die zum kotzen is zal krijgen. Simones heeft een okkernoten hoofd. Er vloog een reiger over die scheet op z’n kop. Vaak veroorzaken deze woorden een humoristisch effect, bijvoorbeeld de plastic madonna met afschroefbare dop van Simones.

Veel is nog te zeggen over deze rijke, indrukwekkende bundel. Tot slot nog een voorbeeld van de schiterende taal. Het gaat om een beschrijving van de muziek die ze hoort.

Klanken zoals ik ze niet eerder hoorde. Kan muziek

vloeibaar zijn? maar niet als water, veel trager zwerven

de druppels door de ruimte, lichtspatten die elkaar

opzoeken, cirkelvormige patronen schrijven in de lucht

en vlak boven mijn hoofd blijven hangen, of aarzelen om

verder te reizen. Een stem die vanuit het niets leek op te komen

maar eenmaal aanwezig me wil begeleiden, mee lokt,

de steeg door, de klankdruppels wervelen boven mijn hoofd

Liesbeth Lagemaat – Simones en Dianina. ISBN 978-90-284-5302-9, 157 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Poëzie | Reacties uitgeschakeld voor Simones en Dianina

Niemand houdt zijn hart zo vast als ik

Nieuw leed van oude lijder

De rats als noodzakelijk kwaad.

Hebt u dat ook wel eens, dat u ergens flink over in de rats zit, maar dat het gevreesde ‘enge’ na afloop erg is meegevallen? Hans Dorrestijn, de schrijver/dichter van het kleine en grote leed herkent die gevoelens onmiddellijk. Hij begint zijn nieuwste boek niet voor niets met de woorden Ik houd mijn hart vast, constant. Om daarna uit de doeken te doen hoe vaak hij zijn hart vasthoudt voor dingen. En dat is maar goed ook, want mensen die het noodlot tarten verzoeken de goden, vindt hij. Hij houdt met zijn angst een Boeing 747 in de lucht, zorgt dat visite niet op een handgemeen uitloopt en dat zijn fiets geen klapband krijgt voor hij honderd meter gefietst heeft. Hij houdt continu zijn hart vast, doet hij dat niet dan gaat alles fout. Misschien vreest hij ook wel dat zijn lezers plotseling afscheid van hem nemen, maar ik kan u verzekeren, ook zijn laatste boek is het lezen weer meer dan waard. Hinderlijk is wel, dat er lastig uit valt te citeren, want er is véél het citeren waard en daarvoor ontbreek ons de ruimte.

Schilderende BN’ers, pissebedden, stekelbaarsjes, bruine bonen, elektrisch bestek voor obesitaslijders, kattenbellen van divers formaat, begrafenissen als uitjes voor bejaarden… het zijn maar een paar onderwerpen waaraan Dorrestijn op zijn aardige, zeer vileine wijze woorden wijdt. En wat moet je dan doen? Gaan citeren. Vooruit, op de bonnefooi dan maar. Ik start met een topper. Vrolijk Rondeel

Hoe heerlijk is ’t bestaan van ’n vrijgezel!

Nooit bij thuiskomst meer zo’n kwaaie dameskop.

Na het jawoord wordt ‘hoomswiethoom’ een hel,

Hoe heerlijk is ’t bestaan van een vrijgezel.

Pas jaren na de scheiding ben je der weer bovenop.

Soms is een mooie vrouw een strenge kolonel

Vermomd als Florence Nightingale. Of Barbiepop.

Nooit bij thuiskomst meer zo’n kwaaie dameskop.

Ofschoon de schrijver op de achterkaft van zijn boek zegt dat hij spreekt namens al die tijdgenoten die zich niet thuis voelen in deze eeuw, en die de ontwikkelingen niet kunnen en willen bijpoten, Dorrestijn doet zelf flink mee. Wellicht ontvangen zijn leeftijdgenoten liever ‘een brief dan een meel’ , houden ze wel van kunst maar niet van kunstgras en willen ze de dokter spreken in plaats van een keuzemenu, Dorrestijn zelf biedt zijn lezers een keur aan kattenbelletjes, digitale welteverstaan. Kattenbellen, vossenbellen, leeuwenbellen, en als toetje een berenbel, de laatste gericht aan Leonardo di Caprio die zich in een scène in The Revenant bijna levend liet verscheuren door een grizzlybeer. Daar heeft Dorrestijn, de vleesgeworden dierenvriend, slecht van geslapen. En na deze scène kreeg hij een hekel aan alle beren, zelfs aan panda’s en koala’s. Nooit meer doen Di Caprio!

Nog een citaat, een lekker burgerlijk eet-citaat:

Versje

Wie weet ben ik wel stapelgek

Ik verheerlijk in mijn versje

De Bruine Boon met Spek

In plaats van de asperge.

Nog een korte:

Alles is oorlog

Alles is oorlog

Voetbal is oorlog

Het huwelijk is oorlog

Zelfs vrede is oorlog, anders had je geen vredessoldaten.

Auteur

Hans Dorrestijn (1940) is cabaretier, en schrijver van verhalen, liedteksten en poëzie. Sinds 2007 schrijft hij zijn geliefde vogelverhalen, in 2016 gebundeld in Dorrestijns Volkomen Vogelgids. In 2015 kreeg de schrijver de Tollensprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse Literatuur. Hij schreef inmiddels 39 boeken. In 2018 verscheen Het rimpelperspectief. Hoe overleef ik de oude dag. In 2020 verscheen, ter ere van zijn 80ste verjaardag Wensvogels, dat is al acht keer herdrukt.

De boeken van Dorrestijn zijn bestemd voor de verstaanders van het halve woord. Het zijn geen lachen-gieren-brullen boeken, maar boeken voor liefhebbers. Proef, geniet van het bitterzoet, van het gloeiende ijs en het stekelig zachte, en weet u vanaf dat moment een volger van deze meester.

Hans Dorrestijn – Niemand houdt zijn hart zo vast als ik. Nieuw leed. ISBN 978-90-388-0972-4, 256 pagina’s, €22,50. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Humor | Reacties uitgeschakeld voor Niemand houdt zijn hart zo vast als ik

Revanche

Nieuw begin?

Door het verleden ingehaald.

Rachel Bentinck heeft een moeilijke jeugd achter de rug en ook daarna liep alles niet op rolletjes. Zo moest ze de verzorging van haar twaalfjarige dochter aan haar ex overlaten. Een erfenis stelt haar in staat een nieuwe start te maken. Ze koopt een landgoed in Bretagne en begint daar een Bed & Breakfast. Om in de wintermaanden gasten te trekken biedt ze ‘creatieve therapie en spirituele ontwikkeling’ aan. Desgewenst voert ze ook nog neprituelen op. De dorpsbewoners en Rachel moeten aan elkaar wennen, sommigen lijden aan vreemdelingenhaat.

In de winter zijn er drie gasten. Een belegen, zweverige tweeling en een goedmoedige oudere man. Rachels verleden laat haar echter niet los. Zeker wanneer haar dochter Nola, inmiddels een vrolijke zeventienjarige, plotseling opduikt met een vriendje. Enige tijd later arriveert ook haar broer Jonathan, een junk, met wie zij dacht alle banden verbroken te hebben…

En dan ontwikkelt zich een gecompliceerde interactie tussen Rachel, haar gasten, de dorpelingen, haar dochter, het vriendje en haar broer, waarbij haar getroebleerde verleden steeds heftiger opspeelt. Een en ander wordt extra gecompliceerd door de plannen voor een snelweg over een deel van Rachels grond.

Auteur

Suzanna Esther, pseudoniem voor Esther Suzanna Mäkel (Amstelveen, 1966) houdt sinds haar tiende jaar een dagboek bij. Zij studeerde literatuurwetenschap en psychologie. Haar schrijverscarrière begon ze als columniste, inmiddels is ze voltijds auteur. Revanche is haar zesde roman. Voorheen verschenen: Wervelstof, De Stem, 2020 Kamp Alpha De pest meester, 2021 Kamp Alpha De nieuwe wereld en Giftig. Ze recenseert boeken voor LeesKost.

Het boek kent een bijzondere opbouw. Elk (hoofd?)stuk begint met de naam van de persoon die er een centrale rol in speelt en wiens doen en denken worden beschreven. Het verhaal gaat echter ‘gewoon’ verder in het volgende stuk waarin een ander personage centraal staat. Het vaakst staat Rachel centraal, zij is dan ook de hoofdfiguur. Maar Nola en Jonathan komen eveneens vaak naar voren. Een enkele keer gaat het over een inwoner van het dorp, zoals de dokter. Het is knap hoe de auteur zo het verhaal van begin tot einde vertelt.

Rachel dreigt ten onder te gaan aan het verschrikkelijke geheim dat ze sinds haar jeugd met zich meedraagt en met niemand durft te delen. Elke poging om dit achter zich te laten lijkt tot mislukken gedoemd. Is er een uitweg?

Het verhaal is knap geschreven en tot in de details goed uitgewerkt. Gelukkig wordt de lezer na het zweverige gedoe uit het begin daar verder nauwelijks mee lastiggevallen.

Esther kán schrijven, maar dat was al bekend. Ze weet haar personages zo neer te zetten dat je ze onmiddellijk haat of aardig vindt, hoewel ze echt niet eendimensinaal zijn beschreven.

Deze steeds spannender wordende roman met thrillerachtige elementen kon ik niet snel wegleggen. Chapeau!

Suzanna EstherRevanche. ISBN 978-94-6449-701-4, 248 pagina’s, € 19,95. Prinsenbeek: Uitgeverij Ellessy 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Revanche

Puntgaaf

Het mooiste en grappigste van Kees Stip

Kaasje voor taalliefhebbers.

Kees Stip (1913-2001) wie kent hem nog? Ooit wel eens van Trijntje Fop gehoord? Onder dat pseudoniem schreef hij vanaf 1952 verzen over bestaande en niet bestaande dieren in De Volkskrant. Zoals het klassieke Op een eendagvlieg

‘Ach,’sprak een eendagvlieg te Doorn,

‘hoe heerlijk is het ochtendgloren

en hoe verrukkelijk het uur

waarop het laaiend zomervuur

verstild tot kimme werd gedreven!

Men moest twee dagen kunnen leven!

Deze bundel bevat een groot aantal ‘nonsensicale’ (mooi woord trouwens) dierenverzen, alfabetisch geordend, met als toegift een grappig puntdicht op elke letter. De O

Hoe maken we een mooie O?

Alleen je lippen tuiten,

En als je ‘O’ zegt, ‘zit dat zo?’

Dan is hij al naar buiten.

Onder die letter vallen een olifant, acht olifanten, een ooruil, een oorwurm en een os. Ik citeer het laatste gedicht:

Een os geïmporteerd uit Bonn

Trok soms een lege spoorwagon.

Een os afkomstig uit Ter Aar

Kon zelfs een volle trekken maar

Een os geboortig uit Hooghalen

Trok elke avond volle zalen.

Samenstellers

Ivo Alphonsus Henricus Maria de Wijs (Tilburg, 1945) is een oud-leraar Nederlands, tekst- en liedjesschrijver en radiomaker. Hij geldt als een groot bewonderaar van de taalvirtuozen Drs. P., John O’Mill en nu dus ook KeesStip.

Jaap Bakker (1955) is arts-docent, tekstdichter en publicist op het gebied van taal en verstechniek.

In dertig verzen, ‘waar geen woord Spaans bij is’, leren we de barmeid Diewertje Diekema, en de op haar hopeloos schipper kennen. De schipper kon zijn handen niet thuishouden en

Dieuwertje Diekema sloeg aan het gillen

En riep: Mijnheer, kom mij niet te na,

blijf met permissie van mijn billen

want zometeen dan komt mijn pa.

Het liep slecht af met de schpper.

Grappig is, hoe Stip in verschillende stijlen (Speenhoff, Nijhoff en Achterberg) het klassieke drama van Pyramus en Thisbe in sonnetvorm weergeeft. Er volgen trouwens nog meer sonnetten, gevolgd door korte verzen.

Copla

De beste Spaanse copla

Is geschreven door een stier

met de horens een twee hopla

in de buik van een toreadier.

Deze bijzonder grappiuge bundel wordt afgesloten door een aantal langere verzen en liedjes. De samenstellers bespreken tenslotte de betekenis van Stip als dichter en het boekje wordt afgesloten door enkele persoonlijke herinneringen van Ivo de Wijs.

Een leuke, gedundrukte bundel. Voor taalliefhebbers met een gevoel voor humor. Om te lezen en uit te citeren.

Kees Stip – Puntgaaf. Samengesteld door Ivo de Wijs en Jaap Bakker. ISBN 978-90-2822-328-8, 274 pagina’s, € 27,50. Amsterdam: gedundrukt door Van Oorschot, 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Poëzie, Taal | Reacties uitgeschakeld voor Puntgaaf