Waanzin en sneeuw

Een avond achter gesloten deuren

Het verslag van een psychiatrisch verpleegkundige.

De verpleegkundige Jesse doet verslag van een avonddienst op een gesloten High Care Afdeling waar suïcidale, manische of psychotische mensen vaak tegen hun wil worden opgenomen. Het is een compleet en eerlijk verslag van de overdracht tot het einde van de dienst. Het is bewonderenswaardig om te zien met hoeveel geduld wordt omgegaan met de agressie en de wanen van de patiënten. Soms lijkt de situatie hopeloos. In de inleiding noemt de schrijver het vechten tegen windmolens.

Auteur

Willem Keizer (1982) studeerde filosofie en rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens volgde hij een opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige. Hij werkt nu bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam.

Het verslag van deze avonddienst is compleet. Het begint met Jesse’s fietstocht naar de kliniek. In zijn gedachten gaat het over zijn vertrokken vriendin en de redenen dat hij heeft om in de psychiatrie te werken. Jesse kan niet tegen wat het normale leven van je vraagt. De gesprekken met zijn vriendin over kantoor en haar vriendinnengroep boeiden hem niet. Hij voelt zich thuis bij mensen die het leven niet begrijpen of niet passen in de bizarre mallen van onze maatschappij.

Als Jesse de kliniek binnengaat en op weggaat naar de overdracht wordt hij onderweg voortdurend aangeklampt door patiënten. Keizer besteedt uitvoerig aandacht aan de overdracht. Stuk voor stuk worden de twintig bewoners besproken. Direct blijkt al dat de problematiek erg verschillend is en dat het verplegend personeel snel moet kunnen handelen. Ze worden geconfronteerd met dagelijkse dilemma’s, er moeten continue keuzes gemaakt worden. Van een rustige routine is geen sprake. Aan het eind van de bijeenkomst worden de patiënten verdeeld, vijf per verpleegkundige. In de praktijk moeten ze veel meer patiënten bijstaan.

Het boek geeft een eerlijk verslag van de gebeurtenissen, fouten worden niet verdoezeld. Uitvoerig wordt gesproken over een injectie die misging. Door een alarm werd Lieke afgeleid en vergat ze te aspireren. Ze weet dus niet of ze het depot in een bloedvat heeft gespoten. Jammer dat het hinderlijke vakjargon nooit wordt uitgelegd. De fout wordt zorgvuldig behandeld. Er komt een arts bij en de patiënt wordt nog drie uur geobserveerd.

In deze kliniek voor acute psychiatrie komen we het woord dwang vaak tegen. Zo kan er sprake zijn van een gedwongen opname en van dwangmedicatie. Op de besproken avond is er sprake van een gedwongen opname met een crisismaatregel. Op de brancard ligt een vervaarlijk voor zich uitkijkende vrouw met wild krullend rood haar in een veel te dure zwarte Canadian Goose winterjas. Ze is vastgebonden. De vrouw verzet zich hevig, gelukkig alleen verbaal. Stap voor stap met veel geruststellende woorden wordt ze ‘bevrijd’ en door drie verpleegkundigen begeleid  naar haar kamer.

Als een patiënt erg onrustig is wordt soms dwangmedicatie of ingrijpmedicatie toegepast. Bij John gaat het om dwangmatig tafeltennissen in z’n eentje. Hij holt iedere keer achter het balletje aan. Het toedienen van de medicijnen wordt met een groepje gedaan. De patiënt moet meestal door meer mensen worden vastgehouden.

Bij Robbie gaat het om een voetbalwedstrijd op de televisie. Als Ajax twee doelpunten maakt gaat, begint hij uitzinnig te dansen op de bank. Als Ajax later twee rode karten krijgt, reageert hij als volgt: Die kankerscheids geeft twee rode kaarten achter elkaar. Die kankerlijer is niet goed bij zijn hoofd. We worden genaaid. Robbie krijgt een woedeaanval. Alarm. Met zijn vieren brengen ze hem naar de isoleercel en krijgt hij medicatie.

Een verschijnsel waar het verplegend personeel veel mee te maken krijgt zijn wanen. De patiënt leeft in een eigen wereld. Teun komt bij de maaltijden altijd twee borden halen. Op zijn kamer eet hij samen met zijn vrouw Clara. Teun hoort steeds haar stem. Wat eten we? Eerst bidden. Wat was dat geschreeuw op de gang? Eerst eten dan gaan we naar huis. Na het eten brengt Teun de lege borden netjes naar de keuken.

Karel wil naar huis. Ik zit in de gemeenteraad van Amsterdam. Ik hoor hier niet. Ik wil nu naar huis. Ik wil dat je godverdomme die deur voor me opendoet. Weet je eigenlijk wel wie ik ben?

Carla komt met haar koffer en wil naar haar vader op de zesde etage. Ze blijft maar aandringen. Op den duur gaat Jesse naar de lift en gaan ze zogenaamd naar de zesde etage. Het is bewonderenswaardig om de gesprekken te lezen. Het gaat om met veel geduld meepraten of afleiden. Ze gaan niet discussiëren.

Jesse’s avonddienst verloopt bepaald niet rustig. Er is steeds iets aan de hand. Een paar moeilijke opnames en tot drie keer toe alarm, waarbij een vijftal verpleegkundigen naar de crisissituatie rent. Het is een verhelderend verslag van wat er achter de gesloten deuren gebeurt. Wat geweldig dat er mensen zijn die dit werk willen doen. Het is wel jammer dat er veel medische termen worden gebruikt. Een verklarende woordenlijst zou handig zijn.

Een indrukwekkend verslag.

Willem Keizer – Waanzin en sneeuw. Een avond achter gesloten deuren. ISBN 978-90-834-1844-5, 282 pagina’s, € 21,90. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij 2025.

Geplaatst in Alle Boeken, Psychiatrie | Reacties uitgeschakeld voor Waanzin en sneeuw

De wraak van Balthasar

Seriemoorden in Delft

Was Balthasar Gerards een held?

Een stadsgids in Delft ontdekt tijdens zijn rondleiding het dode lichaam van een vrouw. Eén hand is afgehakt en in de andere hand heeft ze een briefje met een Bijbeltekst. Later worden nog meer lichamen gevonden, steeds op een bepaalde manier verminkt en met een Bijbeltekst.

Hoofdinspecteur Bobbi Meijer, oud-militair, wordt op de zaak gezet.Haar assistent is Jan-Peter Broekhuizen, ‘JP ’. Hun moeizame onderzoek vormt de ene verhaallijn, de andere gaat over Victor van Atten, leraar geschiedenis en stadsgids. Deze is erg geïnteresseerd in Balthasar Gerards, de moordenaar van Willem van Oranje. De roman bevat ook flashbacks waarin Gerards vertelt hoe hij zich gedurende zes jaar voorbereidde op de moord op Willem van Oranje.

Auteur

Jeroen Windmeijer (1969) verwierf internationale faam met bestsellers als Het Petrusmysterie, De stenen goden, De schaduw van Vermeer en Het Isisgeheim. Van zijn boeken werden meer dan 250.000 exemplaren verkocht en zijn werk is in zes landen uitgebracht.

Bobbi Meijer heeft ondanks haar jonge leeftijd al veel meegemaakt. Ze is een stoere vrouw die motor rijdt. Ze was als militair twee keer uitgezonden naar Afghanistan, waar ze vreselijke dingen had meegemaakt. Met een verrekijker had ze gezien hoe iemand met een zwaard werd onthoofd. Daarom reageerde ze heftig toen ze geconfronteerd werd met de afgehakte hand van het eerste lijk. Ook bij het zien van latere verminkte lijken raakt ze overstuur.

Door deze roman krijg je een beter beeld van Balthasar Gerards. Ten eerste door zijn eigen verhaal en ten tweede door informatie van relaties van Victor van Atten. Paul van Grinsven is priester en godsdienstleraar. Deze bekent dat hij stiekem een bewonderaar is van Gerards. Voor hem was hij zelfs een held. Sommige katholieken willen hem zelfs heilig verklaren. Andere informatie krijgt Victor door een tentoonstelling in het Museum Prinsenhof. Een conservator van het museum, Barbara, was verantwoordelijk voor de tentoonstelling De Moord op Willem van Oranje – 440 jaar en wist veel te vertellen over Balthasar.

Het recherchewerk wordt uitvoerig beschreven. Elke keer weer wordt gezocht naar het verband tussen de Bijbeltekst en de vermoorde. Al dit speurwerk leidt echter tot niets. De vermoorde personen hadden niets met elkaar te maken. Uiteindelijk zet Victor de politie op het goede spoor.

Ook de moordenaar komt in enkele fragmenten aan het woord.

Het slot van deze spannende thriller is zeer verrassend en onvoorspelbaar. De hoofdpersonen komen goed tot hun recht: Bobbi met haar oorlogsverleden en haar joodse achtergrond en Victor met zijn toneelhobby. Er is zelfs plaats voor wat romantiek. Victor is gecharmeerd van zowel Bobbi als Barbara. Wie van hen gaat het winnen?

Een meesterlijke thriller.

Jeroen WindmeijerDe wraak van Balthasar. ISBN 978-94-027-1609-2, 397 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Harper Collins 2024.

Geplaatst in 'Faction', Alle Boeken, Detective / Thriller, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor De wraak van Balthasar

Van mensen en dingen die nooit voorbijgaan

Verhalen over krachtige vrouwen

Liefde en drama.

Deze verhalenbundel is vele opzichten bijzonder. Dat geldt al voor het voorwoord. Het lijkt wel of de schrijver direct in de verdediging gaat. Hij is ook niet bescheiden want hij pretendeert schoonheid te brengen. Hij waarschuwt: je kunt er alleen van genieten als je langzaam leest. Hij zegt ook gebruik te maken van de rijkdom van het Nederlands vocabularium. Zo, zo…

De bundel bestaat uit vijf verhalen, we kunnen beter spreken van novellen, want ze zijn omvangrijk, de langste bestaat zelfs uit 122 bladzijden. Ze zijn charmant en vaak romantisch. De hoofdpersonen zijn meisjes of vrouwen met een sterke persoonlijkheid, die hun eigen koers varen. Verliefdheid speelt vaak een rol. Er is ook plaats voor tragiek: sterfgevallen en een bijna zelfmoord. De personages zijn sympathiek en hun gedachten worden uitvoerig weergegeven.

Auteur

Lieven van Groenenborgh (1956) werd als Lieven Van Poeck geboren in Kruibeke, Oost-Vlaanderen. Hij studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde en Neurolinguïstiek. Hij schrijft verhalenbundels. In 2022 verscheen reeds Sferen tussen licht en donker.

Een voorbeeld van een sympathiek persoon is Neeltje in Als zelfs Azraël treurt. Ze trekt zich het lot aan van Esther, een meisje dat onverwacht verlamd raakt. Neeltje ontfermt zich over haar. Esther is in het begin heel koel en afwijzend. Heel geleidelijk woord het beter. Neeltje blijft positief en houdt vol. Neeltjes verliefdheid voor Maarten vormt een prachtig romantisch verhaal. In Het Rijtuig gaat het ook over de menslievende, zeer sympathieke Miss Huntington, een onderwijzeres. Als enige in het dorp bezoekt ze een kwaadaardige kluizenaar. Ze troost ook haar leerling Duncan als het meisje waarop hij verliefd is  met het rijtuig het dorp verlaat. Bijzonder in dit verhaal is de vriendschap tussen de plaatselijke dominee en de arts. Hun eeuwige discussie over het geloof is heel interessant. Beide heren zijn verliefd op de onderwijzeres.

Nogal afwijkend is De rivier. Het bestaat uit de beschrijving van een lange wandeling in Moskou. Pjotr Iljitsj kan zijn opdringerige en overbezorgde vrouw niet meer verdragen. Ze eist van hem dagelijkse vrijpartijen en hij krijgt een afkeer van haar. Waarschijnlijk omdat hij ontdekt dat hij meer op mannen valt. Tijdens de wandeling is hij voortdurend aan het denken over zijn huwelijk en over zijn werk als componist. Ook bevat het verhaal herinneringen. Taaie kost. Er gebeurt vrij weinig. De enige gebeurtenissen buiten Pjotrs gedachten zijn een ontmoeting met zijn buurman en een botsing met iemand, omdat hij zo in gedachten is.

Moge de inhoud van de verhalen heel prettig zijn, dat geldt wat mij betreft niet voor de stijl die je zelfs barok zou kunnen noemen vanwege de overdadigheid. De schrijver gebruikt vaak heel lange zinnen. Een voorbeeld:                                                                                                            

Deze hoogstaande en kunstzinnige vrouw, de echtgenote van een eerder ongevoelige en gestrenge ingenieur die bol stond van Pruisisch talent, wist met een bijna mystiek inlevingsvermogen moeiteloos de diepe gevoelskern uit de textuur van zijn muzikale gemoedsuitstortingen te puren en deze in haar eigen gevoelswereld te herbeleven. 

De beeldspraak is overvloedig aanwezig en is vaak wat gezocht. Een voorbeeld: De lente was in volle gang geschoten, als het houtvuur dat na lang smeulen plots ontbrandde door een zucht van de wind in de schouw.

De tekst is doorspekt van woorden die op zich wel correct zijn, maar wel wat archaïsch. Het gaat om woorden als mijnheer (meneer), jongeling (jongen), ontwaren (opmerken), woei (waaide), beider (allebei), schreiend (huilend), woonst (huis), postbedeler (postbode). Dit alles maakt dit boek niet zo toegankelijk, zeker niet voor jonge mensen met weinig geduld en dat is jammer vanwege de mooie verhalen.

Lieven van Groenenborgh – Van mensen en dingen die nooit voorbijgaan. ISBN 978-94-6365-689-4, 411 pagina’s, € 24,50. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Verzamelbundel | Reacties uitgeschakeld voor Van mensen en dingen die nooit voorbijgaan

De Bible Belt

Een waarachtige zoektocht naar geloof, hoop en liefde in Nederland

Een buitenstaander in de refowereld.

Jonah Falke, zelf een agnost, raakte bevriend met Riekelt Pasterkamp, een freelancejournalist bij het Reformatorisch Dagblad. Valke had het plan om de kerken in de Bible Belt te bestuderen. De Bible Belt bestaat uit gebieden waar orthodoxe christenen wonen. Ze worden ook wel refo’s genoemd. Hij vroeg Pasterkamp om hem bij te staan bij het vinden van contactadressen. Zonder bemiddelaar zou hij weinig kans krijgen om met deze geïsoleerd levende gereformeerden vol achterdocht tegen de ‘heidenen’ in contact te komen. Pasterkamp wilde graag behulpzaam zijn. Hij had een heleboel contacten in de refowereld en zijn naam opende vele deuren.

Auteur

Jonah Falke (1991) is schrijver, kunstenaar, journalist, documentairemaker en columnist voor onder andere Vrij Nederland, de Volkskrant en Het Financieel Dagblad. Eerder publiceerde hij de romans Bontebrug en De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef ook non-fictieboeken:  Van armoede en De geschiedenis van mijn sok.

Het boek bevat zeventien hoofdstukken. Daarin wordt verslag gedaan van bezoeken en gesprekken. Hij bezocht verscheidene kerkdiensten van verschillende kerkgemeenschappen. Falke begon in Apeldoorn met een kerkdienst in de minst orthodoxe kerk, de Hersteld Hervormde Kerk (kleine afsplitsing van de Hervormde Kerk die buiten de fusiekerk PKN bleef), met zo’n 400 bezoekers en hij eindigde met een kerkdienst in de zwaarste kerk, de Oud Gereformeerde Gemeente met 1500 kerkgangers. Hij sprak met een aantal predikanten die onderling nogal verschilden qua zwaarte. Daarnaast bezocht hij ook bijeenkomsten. Zo was hij aanwezig bij een themadag van de Dutch Bible Belt Network waar het die dag ging over de positie van de vrouw. Langdurig reisde hij mee met de verkiezingscampagne van de SGP. Hij bezocht de reformatorische pabo in Gouda en liep mee met een vrijwilliger van de Gevangenenzorg Nederland, een christelijke organisatie van vrijwilligers die gevangenen bezoekt.

Ten aanzien van de Bible Belt bestaat het vooroordeel dat hun gemeenschap gesloten is tegenover de boze buitenwereld. Zou hij uitsluitend sombere oerconservatieve mensen aantreffen? In de kerkdiensten die hij bezocht werd hij zeer argwanend bekeken. Contact met de kerkgangers kreeg hij niet. Van die kerkdiensten werd hij niet vrolijk. De mens is zondig en moet zich bekeren om in het hiernamaals te komen. Van het leven genieten uit den boze (en dat terwijl er in Prediker staat Geniet van het leven met de vrouw die je bemint). De zang in hele noten en niet ritmisch is ook niet opbeurend. Daar staat tegenover dat Falke buiten de kerkdienstem heel vriendschappelijk werd behandeld. Zelfs de predikant van de strenge Oud Gereformeerde kerk was zeer aimabel.

Vriendelijk en gastvrij werd hij ontvangen op de Driestar, de enige reformatorische pabo in Nederland. De aanstaande leerkrachten komen uit het hele land en moeten soms uren reizen. De meisjes in lange rokken overheersen, maar er zijn ook vlottere types. Falke woonde enkele lessen bij. Er was een degelijke dagopening met Bijbellezen en gebed. Hij woonde ook godsdienstles bij met een heel zwaar onderwerp: de wederkomst van de Messias. Toen een meisje uit de Bijbel moest lezen verontschuldigde ze zich omdat ze ging lezen uit de Herziene Statenvertaling. Een medeleerling riep: ‘heiden’. Volgens Falke een typisch gereformeerd grapje.

Het contact met de predikanten was heel hartelijk. Het mooiste voorbeeld is een logeerpartij bij Alexander den Hartog, een jonge dominee in Tholen. Hij is predikant bij een kerk van de Hersteld Hervormde Gemeente. Falke kwam terecht bij een gezin met twee jonge kinderen. De dominee is een moderne huisvader die huishoudelijke taken heeft. Jonah vergezelde hem naar de supermarkt waar frites en frikadellen werden gehaald. Op de zondag klinken de hele dag psalmen uit de radio. Samen met Alexander fietste Jonah naar de kerk. De preek van deze jonge dominee was aan de zware kant. Alexander ging die middag samen met Jonah naar Ridderkerk waar hij dezelfde preek nog een keer hield. De kerk zat bij deze middagdienst stampvol (800 kerkgangers). De andere dag bracht Jonah samen met Alexander de kinderen naar school en ging daarna weer naar zijn huis in Amsterdam

Riekelt Pasterkamp, zijn bemiddelaar, achtte het bijna onmogelijk dat hij een Oud Geformeerde predikant zou kunnen spreken. Toch gelukte het Jonah om op eigen houtje contact te maken met dominee Kort in Krimpen aan de IJssel. Zondagmorgen zou hij naar de kerk gaan en op maandag de dominee ontmoeten. Toen hij bij de kerk arriveerde verliep zijn binnenkomst als volgt: Hoe goed ik me ook heb vermomd door in het zwart gekleed te gaan, werpen velen van de 1500 kerkbezoekers een blik op hem. Onbeschaamd bekijken ze me van top tot teen. Dominee Kort bleek een echte preektijger. Hij sprak veel over de dood en de eindtijd. Er is geen tijd voor genieten. Bekeren en loslaten. Hij sprak soms zacht, maar het volgende moment schreeuwde hij het uit. De andere ochtend trof Jonah een vriendelijke, rustige man, die vragen beantwoordde en uitleg gaf. Hij behandelde Jonah met respect en hij trachtte niet hem te bekeren.

Falke geeft een breed en genuanceerd beeld van de Bible Belt in al zijn verscheidenheid. Een interessant en nuttig boek.

Jonah FalkeDe Bible Belt. Een waarachtige zoektocht naar geloof, hoop en liefde in Nederland. ISBN 978-94-0041-073-2, 320 pagina’s, € 23,99. Amsterdam: Thomas Rap 2025.

Geplaatst in Alle Boeken, Religie | Reacties uitgeschakeld voor De Bible Belt

Dag rakkers!

Vijftig jaar Ome Willem

Geautoriseerde biografie van Edwin Rutten.

Edwin Alexander Maria Rutten (Groningen 1943) is een bekende jazzzanger, drummer, acteur en presentator en bij velen populair als het alter ego van Ome Willem, de centrale figuur in het VARA-kinderprogramma De film van Ome Willem (1974-1889), waarvan meer dan 200 afleveringen zijn gemaakt. Dit boek is de door Rutten zelf geautoriseerde biografie.  

Auteur

Geke Mateboer (Genemuiden, 1960) begon op haar negentiende als journalist. Ze schreef onder andere voor De Stentor en de Meppeler Courant. Tegenwoordig werkt zij als communicatieadviseur bij de provincie Overijsel. Zij schreef columns, onder andere in het Nedersaksisch en enkele historische boeken.

Mateboer schreef deze biografie, nadat de eerdere boeken Dag Rakkers! De zeven levens van Edwin Rutten door Rudie Kagie en En zo klom hij naar boven… Over Ome Willem door Haye van der Heyden niet door Rutten waren geautoriseerd. Mateboer kon wel vrijelijk gebruik maken van het werk van Kagie. Het hele proces heeft soap-achtige trekjes.

Het boek begint dramatisch. Edwins moeder moest zo nodig ‘leuke dingen doen’ en dumpte haar twee kinderen in een vakantiekolonie of kindertehuis in Zandvoort. Gelukkig trof hij het met zijn stiefvader, de filmregisseur Gerard Rutten, die hem op verschillende gebieden stimuleerde.

Edwin’s school- en studententijd en muzikale loopbaan worden op de voet gevolgd. Uiteraard is een omvangrijk hoofdstuk gewijd van Ome Willem, ooit bedacht door Aart Staartjes. Generaties rakkers en andere volwassenen genoten ervan. Enerzijds was er een strak draaiboek, anderzijds moest Ome Willem continu improviseren op onverwachte kinderopmerkingen. ‘We hebben een nieuw bankstel’. ‘Zo, wat voor kleur?’ ‘Ome Willen, hou jij ook van neuken?’ ‘Jawel rakker, maar nu even niet.’

Topschrijvers, waaronder Willem Wilmink (deze vuist op deze vuist), verleenden hun medewerking en de muzikale leiding was in handen van hoofdgeitenbreier Harry Bannink. Lachen om ‘het papje’ en natuurlijk het ‘broodje poep’ (Bah Ome Willem).

Ook de vele activiteiten van Rutten tijdens en na Ome Willem komen uitvoerig aan de orde. Muziekprogramma’s, Kinderen voor Kinderen (Ik ben toch zeker Sinterklaas niet), Het Klokhuis, Jazz op Zes, commentator bij het nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker, dagvoorzitter. Nu hij de tachtig is gepasseerd neemt hij enigszins gas terug. Wel liet hij zich door Sigrid Kaag strikken om lijstduwer van D66 te worden bij de Haagse gemeenteraadsverkiezingen van 2022.

Het boek bevat enerzijds een (te?) gedetailleerde biografie van Rutten, anderzijds moeten er stukken zijn weggelaten. Zo lezen we ergens dat hij trouwde en een hele tijd later dat zijn huwelijk uitliep op een scheiding. Zijn eerste vrouw wordt nergens vermeld en ook aan ’s mans twee dochters wordt nauwelijks aandacht besteed. Dit in tegenstelling tot Rutte’s tweede? Vrouw, de ‘klassieke’ zangeres Annett Andriessen (mezzosopraan) die wel prominent aanwezig is en trouwens meehielp met de beeldredactie van dit uitvoerig geïllustreerde boek.

Het boek is vlot geschreven, maar krijgt toch enigszins het karakter van een hagiografie. Alles is even leuk en aardig. Heeft Edwin Rutten dan helemaal geen wat minder positieve eigenschappen of andere ondeugden? Toch maar eens even die andere boeken bekijken.

Geke Mateboer – Dag Rakkers. Vijftig jaar Ome Willem. ISBN 978-94-9328-342-1, 282 pagina’s, € 24,50. Enschede: AFdH Uitgevers 2025.

Geplaatst in Alle Boeken, Biografie | Reacties uitgeschakeld voor Dag rakkers!

De Mei-jaren

Het schildersechtpaar

Surrealistische dwaaltocht.

Sibren Hartman en zijn vrouw Dop Meis wonen op een boerderij in de Groningse Noordpolder, een polder met weidse landschappen die grenst aan de Waddenzee. Zij zijn allebei kunstschilder. Dop is beroemd om haar landschapsschilderijen.

Het verhaal gaat over het veertig jarig huwelijk van het schildersechtpaar. De wereld die beschreven wordt is een fantasiewereld. Het verhaal flitst heen en weer in tijd en plaats.

Auteur

Anjet Daanje (1965) studeerde wiskunde. Al tijdens haar studie begon ze aan haar eerste roman Pianomuziek in de regen, die in 1993 werd gepubliceerd. Ander werk: De herinnerde soldaat, Gezel in marmer, Veelvuldig en alleen, Suikerbeest en Het lied van ooievaar en dromedaris. Naast proza schrijft ze ook filmscenario’s. De novelle De Mei-jaren verscheen al in 2004 en werd onlangs opnieuw uitgegeven.

Het verhaal begint met een ontvoering. Sibren wordt naar een expositie gebracht. Het is de opening met veel wijn drinkend publiek. Er hangen schilderijen die de handtekening van zijn vrouw Dop dragen. Hij herkent ze niet. Het zijn fel gekleurde schilderijen van Chinese huizen aan lotusvijvers. Dop schildert uitsluitend Groningse landschappen in sombere kleuren en ze is ook nooit in China geweest. Volgens Sibren gaat het om vervalsingen. Tot zijn verbazing is Dop ook aanwezig. Ze is echter heel jong. Hij gaat naar haar toe en spreekt met haar. ‘Heb je de schilderijen gezien?’ vraag ik. ‘Ze zijn prachtig,’ vindt ze. Dan ziet ze haar toenmalige minnaar en gaat naar hem toe. Sibren wordt door iemand meegenomen naar een andere ruimte.

Hij begint aan een dwaaltocht in een fantasiewereld die steeds absurder wordt. Hij komt in griezelige ruimtes met reusachtige, donkere dreigende gedaanten en in een tropisch oerwoud met sprekende papegaaien. Dan komt hij ineens in China waar ook zijn zoon Elrik aanwezig is. Naarmate het verhaal vordert wordt het mysterie van de Chinese schilderijen met de signatuur van Dop opgehelderd.

Als lezer moet je wel goed bij de les blijven om te begrijpen wat er echt gebeurd is in het leven van Sibren en Dop. Dementie speelt ook een rol. In het begin lijdt Dop aan geheugenverlies. De dwaaltocht van Sibren speelt zich waarschijnlijk af in diens verwarde geest.

Deze surrealische novelle is prachtig geschreven, maar zeer verwarrend.

Anjet DaanjeDe Mei-jaren. ISBN 978-94-933-3685–9, 77 pagina’s, € 18,99. Amsterdam: Uitgeverij Pluim 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Novelle | Reacties uitgeschakeld voor De Mei-jaren

De aartsvijand

Een John le Carré thriller

Smiley met pensioen?

George Smiley, de meesterspion in de bestsellers van de onovertroffen John le Carré (1931-2020), vertolkt op film en televisie door een leger grote acteurs, behoort met zijn schepper tot de buitencategorie. Nog steeds wordt aan hem gerefereerd, zoals in de recente onweerstaanbare spionnenserie Slow Horses. Meestal sterven romanfiguren met hun schrijver, maar dat blijkt met Smiley niet het geval. Nick Harkaway haalde hem terug uit zijn pensioen, want Het Circus (de Britse Geheime Dienst MI6), geleid door de almachtige Control had hem nodig.

Het verhaal speelt zich af in de winter van 1963. Een overgelopen Russische huurmoordenaar zet het Circus op het spoor van zijn inmiddels spoorloos verdwenen doelwit, die wel eens over voor het westen cruciale informatie zou kunnen beschikken. Control vraagt Smiley om te proberen meer gegevens van Suzanna, de assistente van het beoogde slachtoffer, los te krijgen.

Auteur

Nick Harkaway (1972, pseudoniem van Nicholas Cornwell) is de jongste zoon van David Cornwell oftewel John le Carré. Hij studeerde onder meer filosofie, sociologie en politieke wetenschap in Cambridge en werkte in de filmindustrie voordat hij ging schrijven. Vanaf 2012 publiceerde hij een aantal romans en boek over digitale verandering in de maatschappij.

Sir Alec Guinness als Smiley

In 2021 verzorgde Harkaway de postume publicatie van zijn vaders boek Silverview. Volgens hem wilde zijn vader dat zijn nalatenschap zou worden voortgezet. Dat deed Nick dan ook met deze ‘echte Smiley’, die zich afspeelt tussen de klassiekers The Spy Wo Came in from the Cold Spion aan de muur 1963) en Tinker Tailor Soldier Spy (Edelman, bedelman, schutter, spion 1974). Harkaway maakt het zich daarmee niet gemakkelijk. Is zijn Smiley wel geloofwaardig? Maar, hij groeide op met George. Hij schoof in allerlei vormen bij ons aan tafel, als een vriendelijk spook…Het was alsof Smiley al klaarstaat: ik was aan de late kant, maar hij had geduldig afgewacht. ‘Als je eindelijk zover bent, Nicholas, kunnen we aan de slag.’ Mijn Smiley is die van mijn vader, maar ook de Smiley die we allemaal collectief hebben leren kennen (uit de verschillende vertolkingen door onder andere Sir Alec Guinness)..

Tot ongenoegen van zijn vrouw Ann keert Smiley tijdelijk terug tot het Circus, waar hij zijn positie van gepensioneerde benut om geheel op eigen, onorthodoxe wijze te werk te gaan. Dat brengt hem naar Berlijn, Wenen en zelfs, tegen de uitdrukkelijke orders van Control, in Hongarije, dus achter het IJzeren Gordijn, waar Smiley’s aartsvijand Karla aan de touwtjes blijkt te trekken.

Het valt niet mee een boekenreeks helemaal in de geest van de originele auteur voort te zetten. Qua plot en vooral qua sfeertekening van zowel het Circus, als van de toestand achter het IJzeren Gordijn is Harkaway daar prima in geslaagd. Het verhaal is wel behoorlijk gecompliceerd, maar dat zijn we ook van Le Carré gewend.

Op het cover van het boek staat Een John le Carré thriller. Het lijkt daarmee waarschijnlijk dat Nick Harkaway van plan is het niet bij dit ene boek te laten. Gezien de lovende kritieken, onder meer van The Guardian en Ian Rankin, waar ik het van harte mee eens kan zijn, iets om naar uit te kijken.

Nick HarkawayDe aartsvijand. Een John le Carré thriller. Vertaald uit het Engels (Karla’s Choice) door Gerda Baardman en Lyda Visser. ISBN 978-90-210-4872-7, 317 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor De aartsvijand

Uitzicht

Als de duisternis je dreigt te verslaan

Leren omgaan met blind worden.

Uitzicht is een autobiografisch verslag van een jongeman die na zijn eerste vijfentwintig jaar last kreeg van slechtziendheid. Aanvankelijk kan hij zich nog redden: hij voetbalt en geniet van het uitgaansleven. Hij werkt als begeleider in de gehandicapten- en ouderenzorg. Zijn zicht gaat hard achteruit en na onderzoek blijkt dat hij lijdt aan het Syndroom van Usher. Langzamerhand zal hij blind en doof worden. Koen komt vooral geestelijk in de problemen en komt terecht in een behandelcentrum voor zijn zware depressie. Maar hij brengt ook geruime tijd door in een revalidatiecentrum dat mensen met gezichtsproblemen traint om zo goed mogelijk te leren omgaan met slechtziendheid.

Auteurs

Links Alwin Grijseels rechts Koen Verslijen

Koen Versleijen (Horst, 1990) werkte met gehandicapten en ouderen totdat hij de diagnose Syndroom van Usher kreeg en steeds slechter ging zien en horen. Hij beschreef in Uitzicht zijn eigen ervaringen. Tegenwoordig is hij spreker op evenementen, voor bedrijven, scholen en verenigingen.

Alwin Grijseels (Tegelen, 1979) is auteur, scenarioschrijver en toneelschrijver. Hij hielp Koen bij het schrijven van zijn verhaal.

In de eerste hoofdstukken functioneert Koen nog vrij normaal. Een hoogtepunt is zijn succesvolle optreden als prins carnaval. Ook is hij actief als dj, onder andere op een camping, maar ook op een kermis. We zijn telkens getuige van het einde van deze activiteiten. Noodgedwongen moet hij steeds stoppen. Hij blijft nog lang voetballen, maar stopt als iemand door hem een zware blessure heeft opgelopen: twee verbrijzelde tenen en een gebroken teen.

Naarmate zijn toestand verslechtert geraakt hij geleidelijk in een diepe depressie en krijgt zelfs zelfmoordneigingen. Op eigen initiatief gaat hij naar een inrichting om zich te laten behandelen. Hij meldt zich vrijwillig, maar de psychiater vindt zijn toestand zo zorgelijk dat ze hem niet meer laten gaan. Een zeer aangrijpende gebeurtenis. Er wordt een crisismaatregel toegepast. Ze kunnen hem 72 uur vasthouden. Politie en burgemeester beslissen of de crisismaatregel terecht is. Na 72 uur beslist de rechter dat hij het gesticht mag verlaten. Wat een nachtmerrie!

Veel positiever verloopt zijn revalideringsproces. Hij verblijft enkele maanden in Revalidatiecentrum Het Loo Erf. Het is de enige plek in Nederland waar slechtziende en blinde volwassenen terecht kunnen om als blinde te kunnen functioneren, zowel thuis als op straat. Voor de meeste lezers zal dit een eyeopener zijn. Er is ook hulp als de slechtziende naar huis gaat. Koen krijgt hulp van een mobiliteitstrainer die tips geeft over de thuissituatie, maar ook over het lopen in het plaatsje. Eerst rustige routes, maar later ook door een winkelcentrum. Koen loopt nu met witte stok, hij geneert zich. Iedereen zal weten dat de voormalige Prins van Horst slechtziend is. Het is schokkend dat hij soms uitgescholden wordt door straatjongens.

Naast het onderwerp slechtziend worden gaat het verhaal ook regelmatig over Koens familie, zijn ouders, zijn zus en zijn zwager Niels. Een aangrijpend gedeelte handelt over de ziekte en dood van de laatste. Het is vreemd dat er weinig over Koens relatie met Anne wordt gesproken. Wel staan er ontroerende passages in over hun dochtertje. Pijnlijk is een botsing met haar. De mobiliteitstrainer adviseert een belletje aan haar been te binden, wat heel goed helpt.

Uitzicht is een openhartig, aangrijpend en inspirerend boek. Het lezen is soms best zwaar als je wordt meegenomen in Koens diepe depressie. Gelukkig maken we ook mee hoe hij leert leven met zijn handicap. Het geven van lezingen biedt hem een nieuwe bestemming in zijn leven.

Koen Versleijen en Alwin GrijseelsUitzicht. Als de duisternis je dreigt te verslaan. ISBN 978-90-834-1846-9, 245 pagina’s, € 21,90. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij 2025.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie, Ziekte | Reacties uitgeschakeld voor Uitzicht

Een rijke oogst

Schrijver, verteller en wereldburger Ton van Reen

Over zijn schrijverschap, hoe het begon, en wat het hem gebracht heeft.

Een rijke oogst is een uitgebreid en gevarieerd liber amicorum over de schrijver Ton van Reen (Waalwijk 1941). Aan dit vriendenboek werkten tien schrijvers mee. Adri Gorissen, die zelf vier van de veertien hoofdstukken leverde, stelde deze bundel samen. In het eerste hoofdstuk wordt Ton van Reen zelf aan het woord gelaten. Hij vertelt over zijn leven en zijn werk. Twee hoofdstukken zijn gewijd aan Afrika. Van Reen was gefascineerd door Afrika. Hij verbleef er enige tijd en bekommerde zich om de armoede. Samen met zijn zoon David verkende hij Etiopië. Zij waren geïnteresseerd in de cultuur en de geschiedenis van dit land. Het ongeluk en overlijden van David krijgt ook aandacht.

Auteurs

Adri Gorissen (samensteller), Wim van Grinsven, Hans Hendriks, Wiel Kusters, Peter Lenssen, Ben van Melick, Rob Molin, Gerard Sonnemans, Gerard Staals, Marc van der Sterren.

Na het leven van Ton van Reen komt diens schrijverschap aan de orde. Ben van Melick besteedt aandacht aan de vertelkunst van Van Reen. Deze wilde van zijn boeken geen kunstwerken maken, maar zijn lezers boeien, informeren en verheffen. De rasverteller was geliefd bij een groot publiek, maar werd niet gewaardeerd door de literaire critici: Die literaire wereld, dat was en is mijn wereld niet.

Wiel Kusters noemt Van Reen met veel waardering primair een dichter. Hij debuteerde met de gedichtenbundel Vogels. Rob Molin bespreekt de romans die Van Reen schreef tussen 1963-2013. Veel boeken spelen zich af in Noord-Limburg. Over her rijke roomse leven heeft hij uitvoerig geschreven, bijvoorbeeld Roomse meisjes. Peter Lenssen bespreekt in een hoofdstuk ’s mans laatste drie boeken. Bekend werd Het nooit geschreven verhaal.

Ton van Reen is ook bekend als een verdienstelijk schrijver van jeugdboeken. Ook daarin neemt hij het op voor de zwakkeren en de onrechtvaardig of onheus behandelden. De bekendste boeken gaan over de Bokkenrijders. Hoofdstuk dertien is gewijd aan zijn succesvolle uitgeverij, die hij met zijn vrouw Corrie Zeelen en haar naam droeg. Er stonden bekende namen in hun fonds, bijvoorbeeld Simon Vinkenoog, Louis Ferron en Jeroen Brouwers. Het laatste hoofdstuk bevat Van Raan’s complete bibliografie, een indrukwekkende lijst van maar liefst 203 uitgaven.

Ton van Reen komt ook zelf aan het woord na elk hoofdstuk. Het gaat om verhalen en gedichten. De bladzijden zijn blauw gekleurd.

Een rijke oogst is in twee opzichten ‘rijk’. De inhoud is omvangrijk en veelzijdig. De lezer krijgt uitgebreide informatie over de schrijver. Het boek is prachtig uitgegeven met heel veel foto’s.

Een mooi eerbetoon aan deze bijzondere schrijver.

Adri Gorissen (samensteller) – Een rijke oogst. Schrijver, verteller en wereldburger Ton van Reen.  ISBN 978-94-93214-98-9, 309 pagina’s, € 29,50. Haarlem: In de Knipscheer 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Bloemlezing | Reacties uitgeschakeld voor Een rijke oogst

Hoop

De autobiografie

De menselijke paus Franciscus.

Franciscus is de eerste paus die zijn autobiografie schrijft, wat heel bijzonder is. Het openhartige boek gaat niet alleen over zijn tijd als paus, maar ook over zijn jeugd, zijn opleiding en carrière binnen de rooms katholieke kerk. We leren de paus kennen als mens, want hij schrijft over zijn familie, zijn sport, zijn ziektes en zelfs zijn verliefdheden worden genoemd. Ook zijn studie krijgt aandacht. Aanvankelijk studeerde hij voor chemisch technicus. Toen hij die studie had afgerond moest hij kiezen: universiteit of seminarie, hij koos voor het laatste. Hij volgde de opleiding tot priester bij de Jezuïeten en werd op 19 december 1960 werd hij tot priester gewijd.

Auteurs

Paus Franciscus schreef zijn autobiografie samen met de uitgever Carlo Musso. De paus werd als Jorge Mario Bergoglio in 1936 in Buenos Aires geboren. Sinds 13 maart 2013 is hij paus.

Tijdens zijn studie voor chemicus, op 21 september 1953, had hij een bijzondere ervaring. Ineens overviel hem de gedachte dat hij priester moest worden. Hij omschrijft de ervaring met de woorden: het leek of ik van mijn paard was gevallen. Op 21 september wordt herdacht dat Mattheus de tollenaar zich bekeerde. Op een schilderij van Caravaggio is de roeping van Mattheus afgebeeld. Jorge Bergoglio ging daar vaak heen om te bidden.

Over de periode van zijn priesterwijding tot de pauskeuze is geen chronologisch verslag te lezen. Het conclaaf waar Jorge Bergoglio tot paus werd gekozen wordt uitvoerig beschreven. Dat hij paus zou kunnen worden achtte hij uitgesloten. Hij had zijn terugreis naar Argentinië al geboekt.  Wel maakte hij indruk met een speech. Ook werd er al bij de eerste stemmingen op hem gestemd. Bij de vierde stemming kreeg hij 69 stemmen, acht te weinig. Bij de volgende stemming was het aantal voldoende en was hij tot paus verkozen. Vanwege zijn belangstelling voor de armen koos hij voor de naam Franciscus naar Franciscus van Assisi. Direct al koos hij voor soberheid. Dat kwam tot uiting in zijn kleding en zijn huisvesting.

Over zijn functioneren als paus en de Vaticaanse perikelen staat niet zo veel in de autobiografie. Hij spreek zich wel openlijk uit over politieke kwesties. Zo waarschuwt hij voor het ontstaan van het populisme. Meestal gaat het om angst voor het anders zijn. Populistische donderpreken vormen het begin van dictaturen en oorlogen. Op meerdere plaatsen in het boek wijst hij op de waanzin van oorlogen. Oorlog ontwricht alles. Hij bidt regelmatig voor vrede. We mogen niet opgeven, we moeten zaden van verzoening blijven uitstrooien. We mogen niet toegeven aan oorlogsretoriek of oorlogspsychose. Andere onderwerpen waar hij zich over uitspreekt zijn migratie en vluchtelingen, de klimaatcrisis, racisme, sociale rechtvaardigheid, de positie van vrouwen en seksueel misbruik. Ook zeer actuele gevaren worden door hem benoemd: AI en alogoritmen.

De maatschappelijke betrokkenheid van de paus blijkt ook uit de bestemmingen van zijn pausbezoeken. In het boek staat een foto waarop te zien is dat hij een krans legt bij het Atomic Bomb Hypocenter in Nagasaki. Een andere foto laat hem zien in het concentratiekamp Auschwitz-Berkenau. In Irak bezocht hij de verwoeste stad Mosoel. Het raakte hem diep: het voelde als een vuistslag. In Jeruzalem stopte hij een papier met daarop zijn gebed in de kieren van de Klaagmuur. In België spreekt hij langdurig met de slachtoffers van seksueel misbruik door priesters.

Paus Franciscus spreekt ook heel openhartig over zijn geloof. Zijn vele uitspraken over kenmerken van het geloof worden vaak vergezeld van daarbij passende Bijbelspreuken. De zonde wordt vaak genoemd, maar tegelijkertijd wijst hij op de barmhartigheid van God. God is altijd groter dan de zonde. Hij voelt zichzelf ook een zondaar, maar hij beseft: God heeft met barmhartigheid naar mij gekeken en heeft me vergeven. In de laatste hoofdstukken spreekt paus Franciscus uitvoerig over de hoop . Wij mogen er zeker van zijn dat God voor altijd en eeuwig van ons houdt en ons nooit alleen zal laten.

Een indrukwekkend boek over een heel menselijke paus.

Paus Franciscus en Carlo Musso – Hoop. Vertaald uit het Italiaans (Spera) door Annemiek van Gondel en anderen. ISBN 978-90-263-7081-6, 379 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2025.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie, Religie, Rooms-Katholieke kerk | Reacties uitgeschakeld voor Hoop