Van Adrianus

Oud-Premier 80 jaar

Dries van Agt, een eigenzinnig Jurist

(ongecorrigeerd)

Vandaag, 2 februari, wordt oud-premier Dries van Agt 80 jaar, zo’n 40 jaar na zijn intrede op vrij jeugdige leeftijd in de landspolitiek. Na zes zware jaren als Minister van Justitie volgde Van Agt in 1977 vrij plotseling Joop den Uyl op als Premier. Eind 1982 droeg hij op zijn beurt tamelijk onverwacht het premierschap over aan zijn partijgenoot Ruud Lubbers. In de tussentijd werd de KVP’er Van Agt de eerste leider en eerste premier van het CDA, dat na een aarzelend begin snel de machtigste partij van ons land werd. Vooral in linkse kringen werd hij neergezet als een rechtse rakker, maar dat blijkt te kort door de bocht te zijn geweest. Van Agt is en was een vooruitstrevend en eigenzinnig jurist en is er nooit bang voor geweest impopulaire standpunten in te nemen. Bang stond trouwens niet in zijn woordenboek. Ondanks of misschien dankzij felle aanvallen van zijn tegenstanders in de politiek en in de media heeft Van Agt zich tot op heden kunnen koesteren in een grote populariteit. Inderdaad koesteren, want hij zal de eerste zijn om toe te geven dat dit zijn ijdelheid streelt.

Velen zullen zich Van Agt herinneren als een gevat debater, een man van te veel grappen en grollen volgens zijn tegenstanders en sommige medestanders en een groot liefhebber van fietsen en van de wielrennerij. Maar hij is en blijft vooral een scherpzinnig jurist.

Drie van Breda

Van Agt was Hoogleraar Strafrecht aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen en stond bekend als een eminent en progressief jurist toen hij in beeld kwam bij de formatie van het kabinet-Biesheuvel in 1971. Als kersvers Minister van Justitie bepleitte hij tegen de gangbare publieke opinie in gratiëring van de ‘Drie van Breda’, de laatste nog overgebleven gevangen oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog. Na een dramatisch Kamerdebat waarbij een motie werd aangenomen, die gratiëring afwees, trok de regering het voorstel in. Hoewel Van Agt onhandig was opgetreden en premier Biesheuvel hem maar een rare snuiter vond, werd hij alom bewonderd om zijn intelligentie en zijn integriteit. Hij werd in één klap een bekende Nederlander en is dit tot op heden gebleven. Ruim twintig jaar na zijn vertrek uit de landspolitiek was hij middelpunt van het ruim drie uur durend televisieprogramma ‘ Zomergasten’. De aankondiging daarvan en het programma zelf leidden tot veel vaak emotionele reacties in de media en op internet. Deze vormen slechts dan een flauwe afspiegeling van de felle reacties pro en contra die Van Agt opriep toen hij nog politiek actief was.

Kabinet-Den Uyl

In 1973 speelde Van Agt, onder andere als informateur, een belangrijke rol bij de totstandkoming van het kabinet-Den Uyl. Hij bleef aan als Minister van Justitie en werd vicepremier. De meeste aanhangers van de toenmalige confessionele partijen KVP, ARP en CHU waren hier niet blij mee, de CHU bleef zelfs in de oppositie. Plotseling zag de progressieve jurist zich links ingehaald door sommige collega ministers van de PvdA. De sfeergevoelige Brabander ging zich steeds meer ergeren aan de Hollandse botheid en directheid van zijn progressieve collega’s. Ook zijn verhouding met premier Den Uyl, die zijn vicepremier niet als zodanig behandelde, was stroef. Van Agts al dan niet gespeelde relativering van het politieke bedrijf werd hem niet in dank afgenomen. Van de weeromstuit vluchtte Van Agt in een zeker escapisme en was nogal eens afwezig. Hij was zeker geen ochtendmens, maar werkte vaak wel ’s nachts tot in de kleine uurtjes door. Langzaam maar zeker ging Van Agt als de leider van het Christendemocratische smaldeel in het kabinet zijn eigen koers varen. Zo ontsloeg hij tegen de zin van Den Uyl zijn staatssecretaris Glastra van Loon (D66) nadat deze in de pers de machtige secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie en diens ambtenaren had aangevallen. Hij probeerde tevergeefs de abortuskliniek Bloemenhove te sluiten, waar menselijke vruchten ouder dan twaalf weken werden geaborteerd en werd daarin de voet dwarsgezet door Irene Vorrink (PvdA), Minister van Volksgezondheid, die informatie uit de ministerraad doorspeelde aan actievoerders. Den Uyl hield haar de hand boven het hoofd.

Daarnaast ging de progressieve juridische arbeid van Van Agt gewoon door. Frappant is dat hij aan de wieg stond van een aantal wetten en maatregelen, die nu door velen als ‘te soft’ worden gezien. Zo stelde hij striktere beperkingen aan de duur van de voorlopige hechtenis en versterkte de positie van de advocaat. De Opiumwet werd gewijzigd met daarin het toen unieke onderscheid tussen harddrugs en softdrugs. Justitie was onder Van Agt (te?) tolerant met betrekking tot de strafmaat bij delicten. Desondanks werd hij door zijn politieke tegenstanders in de rechts-conservatieve hoek geduwd.

Eerste lijsttrekker CDA

Intussen werd gewerkt aan de fusie van de confessionele partijen KVP, ARP en CHU tot het CDA. Als gevolg hiervan barstte de strijd los over het lijsttrekkerschap tussen Frans Andriessen (KVP) en Willem Aantjes (ARP). Uiteindelijk viel de keuze op Van Agt als compromiskandidaat. Als gevolg hiervan verhardden de tegenstellingen in het kabinet-Den Uyl zich. Toen de van oorlogmisdaden verdachte Pieter Menten zijn arrestatie wist te voorkomen door de wijk te nemen naar Zwitserland werd Van Agt als verantwoordelijk minister tijdens het Kamerdebat over deze zaak afgedroogd door de juridische scherpslijper Aad Kosto, woordvoerder van coalitiepartij PvdA. Dit gebeurde met instemming van Ed van Thijn, fractievoorzitter van de PvdA. Van Agt was en is nog steeds kwaad over deze ‘Actie Beschadiging Lijsttrekker CDA’. Daarna is het nooit meer goed gekomen tussen Van Agt en de PvdA. In deze verslechterde sfeer stromelde het kabinet-Den Uyl voort en struikelde vlak voor de verkiezingen over de grondpolitiek, een buitengewoon ingewikkelde zaak. Het ging over het vaststellen van de waarde van de grond bij onteigening. Dit lag gevoelig bij de agrarische achterban van de drie christelijke partijen en voor het CDA in wording was een crisis over dit onderwerp electoraal niet ongunstig. Van Agt toonde zich elegant, maar onverzettelijk: ‘beton met bloemetjes’. Samen met Ruud Lubbers, minister van Economische Zaken, besloot hij niet toe te geven, waardoor de crisis een feit werd.

In de verkiezingscampagne werd Van Agt niet alleen door zijn Rooms-Katholieke aanhangers enthousiast toegejuicht, maar ook door de protestanten. Hij bepleitte een ‘ethisch’ of moreel reveil in antwoord op de ‘morele verwording’ van de jaren 70, dat gezien kan worden als een voorloper van de later door Jan Peter Balkenende gepropageerde waarden en normen. Het leek een nek-aan-nekrace te worden tussen PvdA en CDA, maar twee dagen voor de verkiezingen vond in Drenthe een treinkaping plaats door Molukse jongeren, waarvan Den Uyl profiteerde.

Langste kabinetsformatie ooit

Het optreden van Van Agt tijdens de gijzeling en bij de onontkoombare gewelddadige beëindiging daarvan – ondanks het verzet van premier Den Uyl daartegen, oogstte veel lof. De PvdA won tien zetels en werd met 53 de grootste partij. Met 49 zetels boekte het CDA een kleine winst. De slepende en slopende formatie van 1977 werd de langstdurende ooit. PvdA en CDA leken tot elkaar veroordeeld en Joop den Uyl nam als formateur het voortouw, maar telkens moesten informateurs van christendemocratische huize de zaak rechttrekken. Nadat er uiteindelijk overeenstemming was bereikt over een regeerakkoord strandde de formatie over de ‘poppetjes’. De PvdA blokkeerde bepaalde ministerskandidaten van het CDA. In plaats daarvan werd met de VVD van Hans Wiegel het eerste kabinet-Van Agt (1977–1981; CDA en VVD) gevormd, dat ondanks een krappe parlementaire meerderheid de volledige vier jaar uitzat. Toen in 1980 het CDA formeel tot stand kwam, was Van Agt daarvan de onbetwiste, populaire politieke leider. De zogenaamde loyalisten (voorstanders van een kabinet met de PvdA) in de gecombineerde fractie van KVP, ARP en CHU maakten het premier Van Agt en zijn kabinet knap lastig, zowel onder fractieleider Willem Aantjes (die in 1978 vanwege zijn verzwegen oorlogsverleden moest aftreden) als onder diens opvolger Ruud Lubbers. In 1980 regisseerde Van Agt de troonswisseling tussen de aftredende vorstin Juliana en haar opvolgster Beatrix. Den Uyl en zijn medestanders spraken van een conservatief kabinet. In retrospect blijkt dat thans erg mee (of tegen) te vallen.

Vertrek uit de politiek

De verkiezingsuitslag van 1981 veroordeelde het CDA en de PvdA tot elkaar, hoewel Van Agt en Den Uyl daar beiden eigenlijk geen zin in hadden. Na een uiterst moeizame formatie kwam het kabinet-Van Agt 2 (1981–82; CDA, PvdA en D66) tot stand, met Den Uyl als vicepremier en een soort superminister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit kabinet spatte na acht maanden uit elkaar. Het kabinet-Van Agt 3 (CDA en D66) had als belangrijkste taak vervroegde verkiezingen (in september) uit te schrijven en regeerde demissionair door tot 3 november 1982. Middenin de formatie kondigde Van Agt vrij onverwachts zijn vertrek uit de landspolitiek aan. Hij was vermoeid na elf jaar ‘politieke topsport’ en hechtte niet genoeg aan de macht om aan te blijven, een unicum.

Na een kort Tweede-Kamerlidmaatschap werd Van Agt in 1983 Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Daarna was hij van 1987 tot 1995 Ambassadeur van de Europese Gemeenschap, tot 1989 in Tokio en daarna in Washington. Na een gasthoogleraarschap in Japan vestigde Van Agt zich in 1997 in Nijmegen als ambteloos burger, hoewel die term door zijn nog altijd overvolle agenda enigszins misleidend is.

Pleitbezorger Palestijnen

Na zijn terugkomst leek het CDA Van Agt te zijn vergeten en bemoeide Van Agt zich op zijn beurt nauwelijks met de partij. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Willem Aantjes liep hij de politieke leiding van het CDA ook niet hinderlijk voor de voeten. Dat veranderde toen Van Agt zich rond de eeuwwisseling in ging zetten voor het lot van de Palestijnen. De jurist van Agt gebruikte hiervoor met name volkenrechtelijke argumenten. Van Agt vond dat hij niet langer kon zwijgen en hij viel het Pro-Israëlbeleid van de Nederlandse Regering en van het CDA aan. Zijn website www.driesvanagt.nl is geheel aan deze zaak gewijd. In 2009 verscheen zijn boek Een schreeuw om recht. De tragedie van het Palestijne Volk. Dankzij persoonlijk ingrijpen van de uit Brabant afkomstige CDA-voorzitter Peter van Heeswijk mocht Van Agt zijn boek signeren op het CDA congres eind 2009. Tijdens de recente kabinetsformatie toonde Van Agt zich een fel tegenstander van de totstandkoming van het huidige kabinet, mede omdat hij de militante pro-Israëlhouding van de PVV verafschuwt, evenals de rabiate anti-Islam houding van Geert Wilders. Hij gebruikt daarvoor bij voorkeur juridische argumenten. Het doet hem pijn dat de rechtsstaat onder vuur ligt en dat veel waar hij als Minister van Justitie voor stond wordt aangevallen of erger, afgeschaft. Zijn standpunten vinden meer weerklank bij politieke groeperingen als Groen Links, dan bij zijn eigen CDA, waarvan hij overigens nog steeds lid is, en zijn voormalige bondgenoot de VVD. En zo is de ‘linkse studenprofessor’ toch dicht bij zijn roots gebleven.

Het fietsen heeft Van Agt tot zijn verdriet op moeten geven na twee heupoperaties. Maar net als vroeger deert politieke tegenwind binnen en buiten zijn partij hem niet. Hij is nog steeds een eigenzinnige en strijdbare progressieve jurist.