Drie generaties van een Engelse familie vlak voor de Tweede Wereldoorlog
Eerste deel van een vierdelige kroniek over de ‘Cazalets’, spelend in de gouden jaren 1937/1938.
In de zomermaanden komen drie generaties van een familie bijeen op het landgoed Lansdowne Road van de rijke William Gazalet en zijn vrouw Kitty Barlow, bijgenaamd de generaal en de baronie. Ongetrouwde dochter Rachel woont bij hen. De gasten zijn de oudste zoon Hugh – lichamelijk en geestelijke gewond in de Grote Oorlog – zijn hoogzwangere vrouw Sybil en hun kinderen Polly, Simon. Dan tweede zoon Edward en zijn vrouw Viola (Villy) met hun kinderen Louise, Teddy en Lydia, derde zoon Rupert Cazalet – die kunstschilder tracht te zijn – zijn mooie tweede veeleisende vrouw Zoë en de kinderen Clary en Neville. Villy’s arme zuster Jessica Castle past er later ook nog bij, evenals haar kinderen Angela – 18, mooi en pruilend – en de jongere Christopher, Nora en Judy. De generaal en de baronie hebben acht man personeel, de drie broers nemen ook hun personeel mee omdat de zorg voor het uitgedijde gezelschap te zwaar is voor de inwonende bedienden. Komen we in totaal op een gezelschap van ongeveer veertig mensen, emotioneel levend in twee strikt gescheiden werelden. De personeelsleden verrichten nauwgezet hun taak. Maar ze hebben emotioneel weinig binding met de mensen voor wie ze werken. Upstairs-downstairs wordt in dit boek vol empathie getekend. Lees verder