Waarom Mingfang twaalf jaar lang het leven van haar broertje leefde
Achter de toonbank van een Chinees familierestaurant.
De vader van het kleine meisje Mingfang Wang woont ver weg van zijn gezin, in een ver land dat ‘Lotus en Orchidee’ heet, twee woorden die in het Chinees vertaald ‘He’ en ‘Lan’ zijn, ofwel ‘Holland’. He Lan moet een paradijs zijn, het meisje droomt ervan daar ook te mogen wonen. Want in He Lan is iedereen rijk, er is altijd voldoende te eten.
Als ze dertien is komt de droom uit. Ze gaat in het kader van de gezinshereniging naar Holland. Mingfang is als kind altijd gewend geweest mee te werken, ze steekt de handen uit de mouwen waar ze kan. En al gaat het op school aanvankelijk niet goed, uiteindelijk leert ze de taal van het land waarin ze woont. Vader werkt in een restaurant. Later start broer Xiao een eigen restaurant en daar komt ook vader werken. Maar dan slaat het noodlot toe. Xiao wordt ziek. Hij vraagt zijn zus om in te vallen zo lang hij niet kan werken. Als hij overlijdt, krijgt Mingfang Wang als ‘Tijgerkop’ (de eindverantwoordelijke voor keuken en bezorging) daarmee de taak om het restaurant open te houden. Een zware baan die zij uiteindelijk twaalf jaar zal vervullen tot ze het restaurant kan verkopen. Mingfang wordt continu met problemen overstelpt, controles van ambtenaren, bot gedrag van politieagenten tegen de Marokkaanse bezorgers, problemen met bezorgjongens die verkeersboetes krijgen, een bezoekend schoonzusje dat wordt aangezien voor een illegale werkster, wat dan weer een gigantische boete oplevert… Het ene probleem is nog niet opgelost of het volgende dient zich al weer aan. Maar Mingfang is een echte Chinese: ze treedt al haar klanten beschaafd, bescheiden en met een glimlach tegemoet, niemand zal ooit aan haar merken wat er aan problemen achter de toonbank speelt. Lees verder →