De sinds kort moederloze elfjarige Peggy vindt in 1937 een zwerfhondje. Het diertje troost haar, ze houdt hem en noemt hem Buster. Als de kleine hond wordt aangereden en ernstig gewond raakt is zij radeloos. Maar overbuurman dierenarts Barnett en zijn zoon Jimmy, die ook voor dierenarts studeert, weten de hond te redden, zij het dat het dier het voortaan met één poot minder moet doen. De hond weet zich zo prima te redden en Peggy is dolgelukkig. Niet lang daarna breekt de oorlog uit en Jimmy moet als arts/hospik in het leger dienen. Als hij terugkomt na de oorlog is hij geestelijk een wrak. Hij doet zelfs een poging een eind aan zijn leven te maken en wordt daarna opgenomen in een psychiatrische kliniek waar allemaal veteranen met PTSS verblijven. De psychiater die hem behandelt heeft zware behandelingen op zijn planning staan.
De vierde dichtbundel van Co Woudsma is wat betreft thematiek zeer verschillend. Dat geldt ook voor de vorm. Het meest zien we nog tweeregelige gedichten. In vele gedichten komen ook eenregelige versregels voor. Soms worden gedichten daar mee afgesloten. De gedichten zijn veelal sympathiek en over het algemeen vrij toegankelijk, veel berusten op waarnemingen. De dichter is een meester in het scheppen van mooie beelden. De bundel bestaat uit vier afdelingen met de volgende, soms raadselachtige titels: Een grasveld is een woestijn, Ik vergeef dat je een lichaam hebt, De doden: ze bestaan, Frisse elementen.
Geruststelling via de dieren uit Tellegens mooie bos
Zelfs zwaarmoedigheid is een glimlach waard.
Iedereen die tobt, ziek is of net uitziekt, op zwart zaad zit of wat dan ook, knapt op van een welgemeend schouderklopje, van een aai over zijn bol en van de woorden: geloof mij nou maar, het komt goed. Want zo ís het meestal ook, wat niet goed gaat, kómt meestal wel goed. Een diepe zucht van verlichting! In dit mooie kleine boekje van grootmeester-schrijver Toon Tellegen staan allemaal ‘zucht-van-verlichting-verhaaltjes’. Heerlijk om te lezen.
Wist u dat de makers van de Amerikaanse film The Apartment uit 1960 zich lieten inspireren door de Britse klassieker The Encounter uit 1945 én door een Amerikaans schandaal? En hoe in 1965 de speels educatieve serie Sesame Street tot stand kwam? En hoe de door depressies gekwelde scenarioschrijver David Chase autobiografische elementen verweefde in het kijkcijferkanon The Sopranos? Zo zijn er over elke film en tv-serie prachtige achtergrondverhalen te vertellen. De auteurs kozen er 50 min of meer bekende uit.
Zeven jaar werkte Judith Koelemeijer aan de biografie over Etty Hillesum. De belangrijkste bron vormen haar dagboeken. Daarnaast zijn er nog twee brieven uit Westerbork. Koelemeijer heeft geprobeerd zo veel mogelijk informatie te zoeken. Ze heeft geprobeerd Etty’s woorden in hun context te plaatsen. Daarom onderzocht ze de oorlogsomstandigheden in Amsterdam en Westerbork, haar familiegeschiedenis en haar uitgebreide vriendenkring. Ze maakte ook gebruik van bestaand materiaal, bijvoorbeeld de interviews van Regemhardt die hij maakte met de vele vrienden en bekenden van Etty. Ze werd in haar onderzoek bijgestaan door historica Erika Prins die veel archieven raadpleegde. Zelf heeft Koelemeijer veel moeite gedaan met het zoeken naar kinderen van oude vrienden van Etty. Een belangrijke vondst deed ze bij de zoon van haar vriendin Leonie Snatager. Hij had alles bewaard van zijn moeder en zo was er ook een oorlogsdagboek van Leonie met veel informatie over Etty. De research van Judith Koelemeijer heeft tot haar verrassing heel veel onbekende feiten naar boven gebracht.
Hoofdrol voor een dode jongen in een gestreepte pyjama
Hoe een gruwelijke vader na zijn dood blijft heersen.
De 91-jarige Gretel Fernsby woont al tientallen jaren kalm en comfortabel in een luxe appartement in Londen. Haar man Edgar is overleden. Gretel heeft weinig contacten, maar lijkt niet ongelukkig. Niemand in haar omgeving kent haar verleden en dat wil ze coûte que coûte zo houden. Want Gretel werd geboren in Berlijn in 1931 en groeide op als lid van de Jungmädelbund. Haar vader had eenhoge functie in het leger; hij stond niet op het slagveld maar werd commandant van een van de meest beruchte concentratiekampen van de nazi’s. Zijn vrouw, Gretel en haar 9-jarige broertje Bruno hadden geen idee wat er achter de hekken van het kamp gebeurde. Wie al die bewoners van het kamp waren, in hun blauwwit gestreepte pyjama’s wisten ze evenmin, noch welke gruwelijke dingen daar met die mensen gebeurden. Bruno vindt er de dood. Vader wordt na de oorlog opgehangen. Moeder en Gretel vluchten na de oorlog, naar Parijs, naar Sydney, steeds nemen zij andere namen aan en verzinnen zij een andere levensgeschiedenis voor zichzelf. Uiteindelijk verhuizen ze naar Londen. Daar trouwt Gretel, maar ze vindt nooit rust. Want ze is ervan overtuigd dat zij en moeder ook ernstig gestraft zullen worden. Bovendien voelt ze zich medeschuldig aan de dood van haar geliefde broertje wiens naam zij nooit meer wil uitspreken.
Dit boek behandelt de politieke carrières van twee leden van Provinciale Staten van Zeeland, behorend tot dezelfde fractie, de grootste in de Staten, van een vooraanstaande politieke partij.
Fractievoorzitter Huib Jansen is het prototype van de ambitieuze beroepspoliticus, die lang dacht ooit minister-president te worden, maar dit doel naar beneden moest bijstellen. Via de Leidse gemeenteraad, het wethouderschap en het lidmaatschap van Provinciale Staten van Zuid-Holland greep hij naast de functie van gedeputeerde omdat ‘De Partij’ in de oppositie belandde. Hij kwam een enkele keer op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, maar op een weinig eervolle plaats. ‘Stem op de laatste blanke man op de lijst’, grapte hij er wrang over. Uiteindelijk verhuist hij naar zijn geboorteplaats Westkapelle omdat hij verwacht dat de woke-cultuur minder doorgedrongen is tot Zeeland, dat hij als springklank wil gebruiken om alsnog Kamerlid te worden.
Als in 1740 de kapitein van het schip de Horssen op zee komt te overlijden, volgt de 35-jarige opperstuurman Douwe Janszoon Mout hem op als bevelvoerder. De reis wordt vervolgd naar Houghli, waar Mout met de andere gezagvoerders van de vloot te dineren wordt gevraagd bij de directeur van de VOC in Bengalen, Jan Albert Sichterman en zijn vrouw Sybilla. Tijdens het diner kondigt Sichterman een verrassing aan. Even later hobbelt een onbekend dier, een jonge neushoorn, de eetzaal binnen. Clara. Ooit kwam zij als klein huisdier bij het gezin wonen, maar nu zij uitgroeit is zij niet te handhaven. ‘Terug naar de natuur’, zoals Sichterman oppert is onmogelijk, want het dier heeft nooit geleerd voor haar eigen eten te zorgen. Sybilla is ontzettend gesteld op Clara, maar ook zij ziet het probleem. Douwe Mout biedt aan Clara mee naar Europa te nemen. Hij bedenkt dat het dier een aardige bijverdienste zou kunnen opleveren. Sichterman stemt toe op voorwaarde dat Douwe Sybilla regelmatig op de hoogte zal brengen van het wel en wee van het dier.
Victor, een geslaagd zakenman, staat op het punt om zijn bedrijf voor veel geld te verkopen. Maar eerst vertrekt hij naar een eenzaam chalet in de Ardennen om daar samen met zijn vrouw Eva in alle rust hun huwelijksjubileum te vieren. Maar Eva zou graag weer wat spanning in hun huwelijk willen brengen en huurt daarvoor een aantal stoere jongens in. Het plan loopt volkomen uit de hand en eindigt in een horrorverhaal, waarin de echtelieden keihard voor hun leven moeten vechten. Grof wild is het eerste van vier nooit eerder gebundelde misdaadverhalen van Pieter Aspe.
Als op de autosnelweg met grote snelheid een militaire ambulance nadert, gaan automobilisten over het algemeen vol begrip en mededogen opzij om plaats te maken voor het onbekende slachtoffer dat met spoed medische zorg behoeft. Dat was ook het geval op 21 januari 2019, op de weg naar Bern. Er was echter één auto die als een kleefpleister achter de ziekenauto bleef hangen. De bestuurder van die auto heette Jonas Keller. Hij wist dat de gewonde – zo lang hij nog zou leven tenminste – luisterde naar de naam Ivica Petrovic. De man was een Kroatische huurmoordenaar. Veertien jaar geleden had hij Jonas’ ouders, zijn broers en zijn zusje vermoord. Waarom? Wie gaf hem de opdracht daartoe? Jonas wil de waarheid horen, de huurmoordenaar spreken voor deze voorgoed de ogen sluit. En dat lukt.
De Kroaat vertelt Jonas dat hij op zoek zal moeten gaan naar de ‘Zwarte Weduwe’ in Koblenz om de waarheid boven tafel te krijgen. Het ging allemaal om het Rijngoud. Wat dat is? Meer details kan hij niet geven. Want hij sterft met als laatste woorden ‘Ik zie je in de hel’.
Jonas en zijn vriendin Emma besluiten samen de zoektocht te ondernemen. Maar zelfs veertien jaar na de moorden zorgt het geheim nog voor gruwelijke momenten. Het stel komt tijdens de zoektocht in Koblenz aan de Rijn terecht en roept daar de hulp in van een privédetective. Want de oplossing ligt in daar niet bepaald op een schoteltje op ze te wachten. Integendeel, Emma valt in handen van nietsontziende moordenaars en het is maar zeer de vraag of die haar leven zullen sparen. Zelfs de privédetective komt bijna om het leven. Wie is de opdrachtgever die aan de touwtjes trekt bij al deze gruwelijke zaken? En wat is dat Rijngoud waarom alles draait? Krijgt Jonas Emma nog ongeschonden vrij? Jonas wordt geconfronteerd met een goed bewaard familiegeheim, dat hem duidelijk maakt waarom de moorden zo lang geleden gepleegd werden. Maar niets is deze wreedheid waard. Hij wil wraak nemen voor de ellende waarmee hij sindsdien heeft moeten verder leven.
Auteur
Dirk Debeys (1964) is partner bij reclamebureau Mortierbrigade in Brussel. Hij debuteerde in 2021 met de thriller Sneeuwrood. Het succes van zijn eersteling inspireerde hem zich ook aan een tweede misdaadroman te zetten. Dat werd Rijngoud.
Deze misdaadroman is niet subtiel. Hij moet het hebben van een zekere ‘stoerheid’, een genre dat specifieke, maar lang niet alle lezers zal aanspreken. Bepaald geen psychologische uitweidingen, amper diepgang, weinig details, vlot geschreven, maar wel een beetje ‘grote stappen, gauw thuis’.
Iets meer inlevingsvermogen, meer oog voor detail, zou Debeys volgende thrillers goed doen. Want het is duidelijk dat de auteur de smaak van het schrijven te pakken heeft. We kunnen meer van hem verwachten.