Huisarts op recept

Dilemma’s uit de spreekkamer

Huisarts onder eigen vergrootglas.

Als een specialist – oncoloog of een andere medisch expert – tegen een patiënt zegt dat hij is ‘uitbehandeld’, begint de behandeling pas voor de huisarts. Die geeft vanaf dat moment zorg in de hoogste regionen’. Aldus Marnix van der Leest, door de wol geverfd huisarts met hart voor zijn vak, liefde voor zijn assistenten die hem zó veel werk uit handen nemen, aandacht en zorg voor zijn patiënten en – het moet gezegd – weinig liefde voor de bureaucratie die hem zo veel tijd kost die hij liever aan de zorg besteedt. Een huisarts is een allesweter. Hij ontwikkelt naarmate hij langer praktijk voert een sterk ‘pluis- of niet-pluisgevoel’ dat hem zelden bedriegt. En als hij met zijn dokterstas op pad gaat wijken de mensen uit: de dokter krijgt altijd voorrang.

In het boek ‘Huisarts op recept’ schrijft dokter Marnix over zijn patiënten. Dat zijn lang niet altijd heldenverhalen van een man die mensen redt. Hij vertelt over een meisje dat hij leerde kennen als vijfjarige met vlechtjes en dat nu bij hem op het spreekuur komt met haar eerste soa. Hij schrijft over euthanasie en over de worstelingen die een goede dood met zich meebrengt, voor patiënt, familie én huisarts. Hij schrijft over het vreselijkste wat hem overkwam en waarover hij het nu in interviews nóg heeft: een gemiste diagnose bij een oudere vrouw met wie hij op vriendschappelijke voet stond. Ze kwam, hij wuifde na onderzoek haar zorgen weg. Ze kwam opnieuw en opnieuw. En toen hij haar de zoveelste keer op de onderzoekstafel had en hij niet ontkennen kon dat er iets ernstigs moest zijn waarop hij haar naar het ziekenhuis stuurde, was het te laat. ‘Pek en veren’ noemt Van der Leest dit hoofdstuk. Hij gaat overladen met pek en veren naar de oude dame om met haar en haar nicht te praten en laat hun stroom aan verwijten over zich komen. De vrouwen hebben gelijk. Hij is fout, heel fout. Uiteindelijk begeleidt hij haar naar een dood die te vroeg komt. Hij zal het nooit meer vergeten.

Auteur

Marnix van der Leest (1977) is inmiddels zestien jaar huisarts en tevens arts-opleider. Hij richtte met collega’s een stichting op voor de eerstelijnszorg. Die stichting beoogt meer samenwerking en de mogelijkheid tot intervisie en contact over moeilijke casussen uit ieders praktijk. Hij schreef dit boek in nauwe samenwerking met interviewer en tekstschrijver Helene de Bruin (1967).

Elk hoofdstuk in dit uitstekend geschreven boek biedt inzicht in medische zaken die ieder uit zijn omgeving herkent. Deze huisarts geeft die woorden inhoud, laat zien wat erachter schuilt. Waar gaat het mis bij de Jeugdzorg? Wat overkomt iemand die dement wordt en hoe ervaart een eventuele partner dat? Is een ‘herhaalrecept’ wel zoiets onschuldigs of kan er ook een verslaving achter schuilen? Wat doe je als arts met patiënten die eenzaam zijn, om aandacht vragen en eeuwigdurend klagen?

Het zijn maar voorbeelden. Waarbij de lofzang op de doktersassistente die de praktijk mee-runt als een spin in het web zeker ook aandacht verdient.

Een boeiend boek. Voortreffelijk leesbaar. Heel warm, menselijk en interessant. Een huisarts is een arts die een patiënt vaak een leven lang meemaakt. Dat is zijn of haar kracht, daar wordt het wederzijds vertrouwen op gebouwd waarop patiëntenzorg moet stoelen.

Voor patiënten, artsen, assistenten en – zijn die er? – andere mensen van harte aanbevolen.

Marnix van der Leest – Huisarts op recept. ISBN 978-90-2954-350-7. 214 pagina’s, €20,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2021.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Gezondheidszorg. Bookmark de permalink.