Abraham Tuschinski’s laatste reis

De dromenverkoper gaat zijn eind tegemoet

Rotterdam werd Abrams New York.

Iedereen kent de foto van het kleine zigeunermeisje Settela Steinbach. Zij keek op 31 juli 1944 door de kieren van de veewagen die haar, met zoveel anderen, naar Auschwitz brengen zou, waar haar einde wachtte. Twee jaar eerder, op 17 september 1942, zat Abraham Isaac Tuschinski in zo’n zelfde wagon met zijn vrouw Manja en 72 andere Joden. Ook zij waren op weg naar Auschwitz. Toen Abram – zo werd hij als kind genoemd – door de kier van de wagen naar buiten keek zag hij de sterren in de nacht en elke ster stelde hem een vraag. Had hij goed geleefd? Was hij een goed kind voor zijn ouders geweest, een goede echtgenoot voor zijn vrouw, een goede vader voor zijn zoon Wil? Had hij de opdracht vervuld die zijn vader hem op zijn sterfbed meegegeven had: ‘Bereik wat in het leven. Betover de mensen. Schep regenbogen voor anderen en voor jezelf’. Abraham had het hem beloofd, maar had hij die belofte waargemaakt? Hij dacht terug, tot zijn geboorte aan toe. En dacht: ‘Ik, Abraham Isaac Tuschinkski, wens mijn leven als een filmdocumentaire achter mijn ogen te zien’. De film begon te draaien, Abraham maakte in de wagon de balans op van zijn leven.

Geboren in het Poolse Lodz werd hij al jong Rotterdams wereldburger, avonturier, dromenverkoper en regenboogmaker tot zijn laatste dagen, tot in die stinkende veewagen toe…

De kleine Abram werd verwekt op 28 augustus 1885. Hij was het vijfde kind van Wolf, een man die overal wonderen vond, en Faige, een zwierige vrouw die meeging in zijn dromen. Waar armoe was, werd rijk liefgehad. De Tuschinski’s waren vrome Joden, ze aten koosjer en volgden de levenswijze die hun geloof hen oplegde. Als vader jong sterft geeft hij zijn zoon Abraham de opdracht mee dromenverkoper te worden, verhalenverteller, zoals ook hij was geweest. Abraham neemt zich voor de wereld te gaan winnen. Hij zal vaders illusies waarmaken.

Als hij als jongeman hoort dat veel Polen naar Amerika gaan besluit hij hun voorbeeld te volgen. Hij gaat met zijn twee vrienden Sol en Moritz naar Rotterdam. Daar zullen ze werken om geld te verdienen voor een plaats op de boot naar New York. Hij gaat alleen, zijn jonge vrouw Manja blijft in Polen achter tot hij in Amerika een bestaan heeft opgebouwd voor hen beiden. Maar in Rotterdam grijpt het westerse moderne avontuurlijke leven hem bij de kraag. Hij leeft als een jongeheer, terwijl zijn vrienden, die nu Sal en Maurits heten, met de boot naar New York vertrekken. Abraham besluit achter te blijven. Rotterdam is hem wereldstad genoeg om zijn dromen waar te maken en vaders opdracht te gaan vervullen. Mensen betoveren? Hij weet al hoe. De eerste films betoveren hém. Film zal zijn wereld worden. En die wereld zal hij delen.

Auteur

Felix Heersink (1961) studeerde geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarna werkte hij als copywriter en in commerciële functies voor NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw en AD. Vervolgens koos hij voor het schrijverschap. Hij schreef het script voor een Engelstalig filmscenario over de bekende negentiende-eeuwse Rotterdamse zakenman en politicus Lodewijk Pincoffs. Tijdens het onderzoek daarvoor stuitte hij op Abraham Tuschinski, een figuur die hem zo boeide dat hij zich daarna ook in zíjn leven verdiepte. Deze historische roman is de weerslag daarvan.

Het leven van Abraham Tuschinski, de man die de film als betovering naar Nederland bracht, is op zich al een film waard. Tuschinski wilde dat de film met alle kleur en glamour en dromen niet alleen een uitje was voor mensen met geld, maar ook voor mensen als hij, een kleine jongen uit een arm Pools gezin. Dus betoverde hij de wereld waarin het ‘gewone volk’ zich kon vergapen aan die films. Hij schiep regenbogen, zoals hij zijn vader beloofd had. Kleuren waar iedereen plezier aan beleefde.

Heersink heeft de wondere wereld en de dromen van de film-man schitterend beschreven. Tussen zijn mooie verhalen, zijn wereld van steeds hogerop, staan steeds stukjes cursieve tekst: dán zitten Abraham en zijn vrouw Manja in de veewagen, op weg naar het einde.

Dit is een historische roman zoals je zelden leest. Meeslepend van begin tot eind, vol poëtische taal, vol filosofie over Jodendom en Duitsers, retrospectief en scènes uit de film van Abrahams rijke én arme leven om dan in één klap terug te vallen in die stinkende wagen vol mensen, die als de dood voor de dood verder reizen. Maar zelfs voor zijn lotgenoten weet Abraham nog een kleine regenboog te scheppen.

Een subliem boek.

Felix HeersinkAbraham Tuschinski’s laatste reis. ISBN 978-90-8311-455-2, 339 pagina’s, €21,99. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij 2021.

NB Op 28 oktober 2021 bestaat het Amsterdamse Tuschinski Theater honderd jaar. Tuschinski is ook de man van het Amsterdamse Theater Roxy én van zes Rotterdamse theaters.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Biografie, Geschiedenis. Bookmark de permalink.