Lang leven

Chinezen in Amsterdam

Het familieverhaal achter het grootste Chinese warenhuis van West-Europa. Ook wordt de geschiedenis verteld van de Chinese immigranten en het ontstaan van het Amsterdamse Chinatown.

Evenals veel van zijn landgenoten vertrok Dun Yong Sau uit China en vestigde zich in Nederland. Met zijn Nederlandse vrouw begon hij een toko. Zijn zoon Hengko breidde samen met zijn Chinese vrouw Wai Ming de zaak uit. De firma groeide uit tot een groothandel die producten leverde aan Chinese restaurants in Nederland en in heel Europa. Kleinzoon Kin Ping Dun bouwde de zaak nog verder uit.

Auteur

Karina Meeuwse (1961) is documentairemaker, schrijver en docent geschiedenis en levensbeschouwing in het voortgezet onderwijs. Ze maakte voor de publieke omroep een documentaire over het ontstaan van de Chinese gemeenschap in Nederland. De toko Dun Yong werd de spil in het onderzoek voor het project. Het resultaat was een documentaire en een boek Huis van Han. In 2010 werd dit boek aangevuld met nieuwe hoofdstukken en uitgegeven onder de titel Oostenwind.

Lang leven is vooral een familiegeschiedenis. De eerste hoofdstukken gaan echter over het ontstaan van de Chinese gemeenschap in Nederland. Ook wordt de situatie geschetst van China rond 1900. Dun Yong Sau werd in 1898 geboren in de provincie Kanton. Op het platteland heerste hongersnood en miljoenen boerenzonen trokken weg uit China. Zo ook Dun Yong. De manier om weg te komen was door in Hong Kong aan te monsteren bij een schip dat naar Liverpool ging. Dun Yong werd koksmaatje of hutbediende, terwijl de meeste Chinezen dienst deden als stokers of kolentremmers. Toen er in Nederland gestaakt werd door zeelieden werden zij vaak vervangen door Chinezen. Na de staking bleven de Chinezen in dienst en werden de Nederlanders ontslagen. Woedende reacties: vreemde elementen gaan binnendringen in de Nederlandse arbeidsverhoudingen, de klassen onbewuste, taaie, sobere, aanpasvermogende, werkwillige en spaarzame Chinese koelie.

De Chinese zeelieden bivakkeerden tussen hun zeereizen aanvankelijk in loodsen, maar later ontstonden er logementen. In Amsterdam was dat in de Buiten Batammerstraat. Meestal bevatten de logementen ook een eetgelegenheid. Er heerste orde en discipline en zo bleef deze Chinese gemeenschap onopgemerkt, terwijl er toch ook gegokt werd met het spel mahjong en  opium werd gebruikt, waaraan de meeste Chinese zeelieden verslaafd waren. Hun anonimiteit veranderde in 1922 door een bendeoorlog. De politie omsingelde de wijk en zo vond, aldus Meeuwse, de eerste razzia op een etnische bevolkingsgroep plaats. Toch was het ontstaan van een eigen wijk in Amsterdam niet tegen te houden, zeker toen de Chinese eethuisjes populair werden.

Het grootste gedeelte van het boek is gewijd aan de geschiedenis van Toko Dun Yong en de Chinese familie die deze zaak runde. Het begon met Dun Yong Sau die in 1948 trouwde met de Nederlandse vrouw Stien van Gaans. In 1957 kochten zij een piepklein knopenwinkeltje in de Stormsteeg. Ze openden een kleine toko. Hun kracht was dat het hen gelukte om originele Chinese artikelen te importeren. Zoon Hengko kwam ook in de zaak. Een Chinese relatie zei tegen hem Als je goed zaken wil doen met China, leer dan de taal en trouw met een Chinese vrouw. Hengko reisde naar Honkong en schreef zich in voor een studie Kantonees. Hij werd als halfbloed Chinees en Europeaan door zijn medestudenten niet geaccepteerd. De Kantonezen noemden alles wat niet Chinees was duivels. Europeanen waren roodharige duivels, Afrikanen zwarte duivels. Zijn docente trok zich het lot van haar eenzame student aan. Ze werden verliefd op elkaar en Chow Wai Ming ging mee naar Nederland. Zij kregen de leiding in de toko. Deze werd geleidelijk uitgebreid: pand voor pand in de Stormsteeg werd aangekocht. Op den duur behoorden alle etalages toe aan de toko. Hetzelfde gebeurde met de bovenverdiepingen.

Opvallend is dat het personeel altijd bestond uit familieleden. De meesten kwamen uit China.  De grote kracht van de toko is het vermogen om de vele verschillende originele producten te importeren uit China. Ze verkochten niet alleen aan Nederlandse klanten, maar ze werden een soort groothandel die producten leverde in heel Europa. Naast alles wat met voedsel te maken had verkochten ze ook meubilair, serviezen en decoratie voor Chinese restaurants. Inmiddels is de leiding van de zaak overgedragen aan Kin Ping Dun, zoon van Hengko en kleinzoon van Dun Yong Sau. Deze voerde de nodige verbouwingen uit en realiseerde een Chinees themahotel. Nog steeds worden producten geleverd in heel Europa en de Arabische landen vormen een nieuwe markt.

De schrijfster is er in geslaagd een uitgebreide uiteenzetting te geven over de Chinezen in Nederland. Het is jammer dat ze het nodig vond om tot in detail de complete familie te bespreken, wat niet altijd even boeiend is. Dat geldt echter wel zeker voor het hoofdstuk De reis terug, een beschrijving van de reis per trein van Hengko en zijn vader naar China. De geschiedenis van Dun Yong Sau en zijn nakomelingen is ook beslist interessant. Je raakt als lezer onder de indruk van de ondernemersgeest van deze familie.

Een interessant kijkje in de wereld van de Chinezen in Nederland.

Karin Meeuwse – Lang Leven. ISBN 978-90-263-4046-8, 254 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis. Bookmark de permalink.