Ik ben er niet

Psychose in een relatie

Hecht koppel komt in de problemen als één van de partners geleidelijk paranoia wordt.

Leonie (Leo) en Simon hebben al tien jaar een perfecte relatie. Op een nacht komt Simon thuis en lijkt hij veranderd. Hij heeft ontslag genomen en wil voor zichzelf beginnen. Zijn onderneming komt niet van de grond en hij beeldt zich in dat hij van alle kanten wordt tegengewerkt. Zijn gedrag wordt zo extreem dat het onhoudbaar wordt. Leo is vol begrip en liefdevol. Ondertussen werkt ze met haar vriendin in een winkel en is ze succesvol in haar carrière als schrijfster van columns. Hun vrienden Lotte en Simon, die een baby verwachten, spelen een grote rol in hun relatie.

 

Auteur

Lize Spit (1988) is een Vlaamse schrijfster. Ze publiceerde korte verhalen en poëzie in de tijdschriften Tirade en De Gids. Haar debuutroman Het smelt kwam uit in 2016 en werd genomineerd voor vele prijzen, waaronder de Libris Literatuur Prijs. Ze won onder andere de Boekhandelsprijs en de Bronzen Uil. Ik ben er niet is haar tweede roman.

 

 

 

 

Het boek is bijzonder opgebouwd met drie verschillende soorten hoofdstukken.

Leo is de hoofdpersoon en verteller. Zij wordt heel indringend beschreven. Als lezer kunnen we ons volledig inleven in haar gedachtewereld en emoties. De relatie met Simon is heel hecht. Ze hebben elkaar leren kennen op de filmacademie. Beiden leden onder het verlies van hun moeder. Deze gemeenschappelijke ervaring leidt tot een innige verhouding. Maar de situatie verandert als Simon op een nacht thuis komt als een ander persoon. Hij heeft ontslag genomen en een merkwaardige tattoo laten zetten: een stippellijntje met een schaartje. Een herinnering aan de ingreep die zijn flaporen moest corrigeren. Heel geleidelijk verandert zijn persoonlijkheid. Hij start een eigen zaak, maar blijft steken in de opstartfase. Hij voelt zich voortdurend gecontroleerd en bedreigd door zijn voormalige collega en vriend Coen. Er ontstaat een extreme paranoia.

Leo is uiterst begripvol en tolerant. Lijdzaam ondergaat ze zijn grillige gedrag. Ze cijfert zich volledig weg: Ik ben er niet. Ze blijft trouw en zorgzaam, ook als hij opgenomen wordt in een inrichting en als een totaal andere persoon weer thuiskomt. Tijd voor zichzelf vindt Leo in haar werk in de zwangerschapswinkel Buik & Boek en in het schrijven van columns, onder andere voor de Libelle.

Simon wordt beschreven door Leo. Van hem krijgen we alleen zijn daden te zien, niet zijn gedachten. De schrijfster geeft een gedetailleerde beschrijving van hoe hij in een psychose terechtkomt. Schrijnend is de machteloosheid van Leo om hier invloed op te hebben. Ook de behandelende psychiater redt het niet met praten. De diagnose is helder en wordt goed uitgelegd, het gaat om een bipolaire stoornis. De optimistische dokter verzekert dat rust en een juiste mix van medicijnen Simon zullen genezen. We krijgen een helder inzicht wat het betekent om partner te zijn van een psychotisch persoon.

Het is Lize Spit gelukt om opnieuw een indrukwekkende roman te schrijven. Het gaat om een meeslepend boek dat uitblinkt door het taalgebruik en de manier waarop de auteur haar personages creëert. Haar grootste verdienste is het om dit zeer omvangrijke werk boeiend te houden, ondanks de beperkte ruimte en het gering aantal personen. De afwisseling van de vele korte hoofdstukken werkt daar aan mee, vooral die gewijd zijn aan de elf minuten op weg naar een onbekende ramp die Simon heeft aangericht. Iedere keer worden ze afgebroken met een soort cliffhanger. Knap bedacht.

Lize Spit – Ik ben er niet. ISBN 978-94-931-6871-8, 570 pagina’s, € 25,99. Amsterdam: Das Mag 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Ziekte. Bookmark de permalink.