Boven water

Aanklacht vanuit het graf

Een halve eeuw geleden verdronk een twaalfjarig meisje. Het politieonderzoek van destijds bleek flut. Een echte IJslandse cold case wordt van de plank gehaald.

Konrad is een gepensioneerde politieman. Hij wordt gebeld door een ouder echtpaar dat zich ernstige zorgen maakt om Danni, hun inmiddels volwassen kleindochter. Nadat hun dochter in het verkeer dodelijk was verongelukt hadden zij de opvoeding van deze kleindochter liefderijk op zich genomen. Ondanks al hun goede zorgen is Danni in verkeerde kringen terecht gekomen. De grootouders hebben het vermoeden dat ze betrokken werd bij drugssmokkel en overgeleverd is aan een gewetenloze bende.

Konrad belooft de wanhopige oude mensen dat hij er achteraan zal gaan. Hij begrijpt dat het voor hen te veel zal zijn als ze na hun dochter nu ook hun kleindochter zouden verliezen. Misschien kan hij een ramp voorkomen.

Het enige aanknopingspunt is de naam van de nieuwe vriend van Danni, een zekere Lassi. Hij blijkt een jongen uit het drugsmilieu. Beiden zijn voorlopig onvindbaar.

Ondertussen houdt Konrad zich voor het eerst ernstig bezig met de moord op zijn vader, vele jaren geleden. Hij had de zaak altijd verdrongen, maar vooral het feit dat de dader nooit werd gevonden, zit hem steeds meer dwars.

Zijn vader was zeker geen man van onbesproken gedrag. Zo zette hij met een vriend zogenaamde spiritistische seances op. Het was louter bedrog om goedgelovige lieden om de tuin te leiden en geld uit de zak te kloppen. Deze vriend was een paar maanden na de moord verdronken. Onduidelijk was of het een ongeluk of zelfmoord betrof. Konrad had contact met zijn dochter Eygló en hij hoopte dat zij misschien meer wist uit de tijd dat beider vaders het leven lieten.

Eygló blijkt over paranormale gaven te beschikken. Ze heeft volstrekt niet de intentie deze op welke wijze dan ook te exploiteren, maar heeft er wel last van. Vooral verschijnt al sinds haar jeugd een twaalfjarig meisje en dat met een zekere regelmaat. Uit krantenberichten uit 1961 bleek dat het vrijwel zeker het meisje betrof dat in de rivier de Tjörn in een wak terecht was gekomen en was verdronken. Waarschijnlijk had ze geprobeerd haar pop te grijpen, maar deze actie om haar knuffel te pakken, was fataal afgelopen. Eigenlijk was het een onverklaarbaar ongeval, want niemand had het zien gebeuren. Een jongeman zag wel een pop in het water drijven. Toen hij met een tak probeerde het voorwerp naar zich toe te halen zag hij het levenloze lichaam van het kind.

Eygló, die meende dat de verschijningen aangaven dat het meisje geen rust kon vinden, spoort Konrad aan alles te doen om er achter te komen wat destijds de ware toedracht van de verdrinking was. Dat lijkt haar veel belangrijker dan meer zicht te krijgen op de messteken waarmee het leven van Konrads vader eindigde in een plas bloed.

Auteur

Arnaldur Indridason (1961) is historicus en schrijver. Hij won onder meer de Martin Back Award voor de beste thriller in Noord Europa en de CWA Gold Dagger Award, ’s werelds belangrijkste prijs voor het spannende boek.

 

 

 

In Boven water komen de geschetste verhaallijnen langzamerhand tot elkaar in een adembenemende plot en eindigen in een onthutsende ontknoping. Deze nieuwe thriller van Indridason is misschien niet zo contemplatief als in de talrijke boeken met Erlendur in de hoofdrol, maar wint beslist op het gebied van hardheid en venijn. Echter, wie daarbij gecharmeerd is van een geheimzinnige spiritistische veenbrand als veroorzaker van vreemde raadsels kan ook aan zijn of haar beschouwelijke trekken komen.

Een thriller vol IJslandse raadsels ligt klaar in de plaatselijke boekwinkel.

Arnaldur Indridason – Boven water. Vertaald uit het IJslands (Stúlkan hjá brúnni) door Adriaan Faber. ISBN 978-90-214-1758-5, 288 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Uitgeverij Volt 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller. Bookmark de permalink.