Een beloofd land

Moreel kompas in goede handen

Eerste deel van de memoires van Barack Obama, president van de Verenigde Staten van Amerika van 2009 tot 2017.

Zijn vader kwam uit Kenia en zijn moeder was Amerikaanse. Barack Obama werd in 1961 in Honolulu op Hawaii, geboren. Na hun scheiding trouwde zijn moeder met een Indonesische student en verhuisde het gezin in 1967 naar Jakarta. Toen Barack tien jaar was keerde hij terug naar Honolulu en werd daar verder opgevoed door zijn grootouders van moeders kant.

Na drie jaar senator voor de staat Illinois te zijn geweest won hij in 2008 de presidentiële verkiezingen en werd de eerste Amerikaanse president van deels Afrikaanse afkomst.

Een beloofd land gaat over de politieke carrière van Obama, zijn studie, zijn ambities, zijn race naar het Witte Huis en zijn presidentschap. Het eerste deel van deze politieke autobiografie eindigt met het afserveren van een aandachtzoekende vastgoedmakelaar, iemand die in vier grote kranten pleitte voor herinvoering van de doodstraf, een projectontwikkelaar die een spoor van faillissementen, contractbreuken, opgelichte werknemers en vage financiële regelingen had nagelaten, iemand die beweerde dat de president niet op Amerikaanse bodem was geboren, op Harvard ontzettend slechte cijfers had gehaald, iemand die het geboortebewijs van Barack Obama wel eens wilde zien omdat daar iets op zou staan wat Obama niet leuk zou vinden. Die man heet Donald Trump.

Op 27 april 2011 publiceerde een geïrriteerde Barack Obama, die wel wat anders aan zijn hoofd had, zijn geboortebewijs. Trump kon niet anders dan schoorvoetend toegeven dat hij nu wel geloofde dat de president op Hawaii was geboren. Obama had inderdaad wat beters te doen, want hij stond op het punt de meest gezochte man van het land op te pakken en te executeren. Op 2 mei 2011 grepen in Pakistan Amerikaanse elitetroepen Osama Bin Laden. Het was de president gelukt Amerika ultieme genoegdoening te geven.

De ‘administratie’ van Obama ging van start onder een beroerd economisch gesternte. De hele wereld en Amerika in het bijzonder leed onder de bankencrisis en de ingestorte huizenmarkt. Wij weten inmiddels met hoeveel pijn en moeite de economie weer uit het dal krabbelde, maar het is enerverend te lezen hoe het Witte Huis alles op alles zette om de welvaart en de werkgelegenheid terug te halen.

Interessant zijn de hoofdstukken over het internationaal beleid en de ontmoetingen met buitenlandse leiders. Hij schrijft over Poetin: ‘Een leider van wat net zozeer een crimineel syndicaat zou kunnen zijn als een traditionele regering. Een syndicaat dat zijn tentakels om elk aspect van de economie van het land had gestrengeld.’

Even bezorgd spreekt hij over de erfenis van Mandela die was verbrast door corruptie en onbekwaamheid onder de ANC-leiding waardoor de zwarte bevolking nog steeds vast zat in armoede en wanhoop. Behalve Mandela, gelden als zijn grote voorbeelden Abraham Lincoln, Martin Luther King en Mahatma Gandhi.

Buitengewoon spannend is het relaas over de inspanningen om de ziekenzorg voor alle Amerikanen toegankelijk te maken. Na een hoop tegenslag en tegenwerking van onder meer de Tea Party werd de nieuwe zorgwet op 21 maart 2010 aangenomen. ‘Dit is de reden waarom we dit werk doen’, zal Obama zeggen, ‘Precies dit.’

Een zinderend verhaal is ook het verslag van de klimaatconferentie in Kopenhagen in december 2009. Uiteindelijk werd er een akkoord uitgesleept, maar hoe dat in zijn werk ging, is alleen al een reden om dit boek te lezen. De Amerikaanse delegatie sprak van gangstertoestanden. Niet minder gortig zijn de reportages over het bestrijden van het mondiale terrorisme.

Op een moment vraagt Obama zich af of de neiging tot geweld, hebzucht, corruptie, nationalisme, racisme en religieuze intolerantie, het al te menselijke verlangen om onze eigen onzekerheid, sterfelijkheid en nietigheid te verdringen door anderen ondergeschikt te maken –  of al deze dingen misschien niet te sterk zijn voor een democratie om ze blijvend te kunnen beheersen. Ze lijken immers overal op de loer te liggen, klaar om weer aan het oppervlak te komen als de groeicijfers achterblijven, de bevolkingsopbouw verandert of een charismatische leider meelift op de angst en de rancune van de mensen.

Een beloofd land is een heftig boek van iemand die acht jaar lang de machtigste man van de wereld was en over wie de conclusie mag zijn dat hij zich uitsloofde met als lijfspreuk: recht is recht en krom is krom.

Een buitengewoon sympathiek en stevig verhaal dat we goed kunnen gebruiken in onsympathieke tijden.

Barack ObamaEen beloofd land. Vertaald uit het Amerikaans (A Promised Land) door Rebekka W.R. Bremmer, Bep Fontijn, Edzard Krol en Frans Reusink. ISBN 978-90-488-4074-8, 928 pagina’s, € 45,00. Amsterdam: Uitgeverij Hollands Diep 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Geschiedenis, Politiek. Bookmark de permalink.