De Alfabetbeter

De 1000 nieuwste, gegarandeerd kansloze woorden

Van eendagskeuken tot quootzak.

Het ENA-alfabet? Nooit van gehoord. Het is een nieuwe, en volgens de auteurs verbeterde lettervolgorde, die gebaseerd is op het gebruik. Het begint met de E, de meest gebruikte letter en eindigt met de minst gebruikte Q.

Voor de volgorde van de 1000 nieuwe woorden die in dit boekje worden geïntroduceerd wordt consequent het ENA-alfabet aangehouden. Wie daardoor het spoor bijster raakt kan gelukkig een beroep doen op het register, dat ‘normaal’ van A t/m Z is gerangschikt.

Het boekje is een zogenaamd voorslagwerk, een boek waarin men zaken opzoekt voordat men erover gehoord of gelezen heeft.

Hoofdredactie

Drs. Ronald Snijders (1975) is schrijver en komiek. Hij presenteert radio- en televisieprogramma’s. Fedor van Eldijk (1970) is ‘in zijn vrije tijd’ interim-manager. Samen schreven deze absurdisten onder meer Een ander boek en redigeerden ze de eveneens hilarische en vele malen herdrukte De alfabetweter. Voorin het boekje staat dat de hoofdredacteuren zich hebben laten bijstaan door tien redacteuren, een ‘tegenwerker’ en een eindredacteur. Uw recensent heeft een donkerbruin vermoeden dat, geheel in stijl, hier niet-bestaande personen zijn opgevoerd.

Weet u wat een neventer is? En een tweevoetensok, een groepspiemel, een vloskundige, een kelnerfeestje, een knijprijmpje, een mondkapper, een bloemenlezing, een buienrader, een cookiemonster, een cognacfiets of een Fahrraadsel? Kent u de betekenis van televeel, nietmisschien, Norsica, quotsen of aponarcisme?

Is uw nieuwsgierigheid gewekt? Dan kunt u in dit boekje de betekenis van bovengenoemde woorden opzoeken.

Zin in alvast een voorproefje?  Hieronder volgt een volkomen willekeurige selectie.

etterbak, (m.) -ken, container voor vervelende mannetjes.

erfstukadoor, (m.) -s, stukadoor die je vanuit familiebezit aan elkaar doorgeeft.

archipelgrim, (m.) -s, iem. Die ter boetedoening lekker een weekje op een eiland in de zon gaat zitten.

transgenderonderbroek, (v.) -en, slipje met in- dan wel uitsparing.

Italianus, (m.), sen, italiaans poepgat.

oliebolletjesslikker, (m.), -s. 1. koerier die oudejaarssnacks smokkelt via oraal, rectaal of vaginaal ingebrachte capsules, 2. die ene oom die de oliebollen in zijn geheel doorslikt.

loketter, (m) -s, 1. iem. die achter een loket zit, 2. iem. die zich als etter voordoet om andere etters te ontmaskeren.

kantoortuinkabouter, (m.) -s, klein mens dat in een flexkantoor werkt.

faalcursus, (m.) -sen, cursus waarbij je slaagt als je hem volledig verknalt.

fokkeënsukkisering, (v.) -en, alles terugbrengen tot een parkiet en een eend in hun blote kont.

Leuk, soms wel. Een enkele keer hilarisch en, dat kan bijna niet anders, ook vaak hartstikke flauw. Maar ik mag deze spielerei met woorden wel en beleef er meer plezier aan dan bijvoorbeeld aan de egotripperij van veelschrijver Wim Daniëls.

Voor de liefhebber.

Ronald Snijders & Fedor van Eldijk – De Alfabetbeter. De 1000 nieuwste, gegarandeerd kansloze woorden. ISBN 978-94-6336-111-8, 176 pagina’s, € 16,00. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Taal. Bookmark de permalink.