Slapen doen we later

Op de helft van je leven

Twee hartsvriendinnen van in de veertig e-mailen elkaar meer dan drie jaar lang. Het is vaak slikken en gewoon doorgaan.

Johanna vraagt niet om geluk in haar leven. Met af en toe een lichtpuntje zou ze al blij zijn. Márta vraagt zich af hoe ze leven, schrijven, ademen en slapen nog eens tweeënveertig jaar moet volhouden.

Márta en Johanna zijn hartsvriendinnen. Behalve elkaar opbellen en bezoeken, schrijven ze elkaar e-mails. Hierin lijken ze de diepste gevoelens, hun moeilijkste levensmomenten en hun levensgeluk het meeste te delen.

Beide vrouwen hebben een erg verschillende levensloop. Márta is schrijfster. Ze werkt al drie jaar aan haar roman De andere kamer. Ze is getrouwd met Simon, ze hebben drie kinderen en wonen in Hamburg. Henri is net geboren, Franz is een jaar of zes ouder en Mia gaat over twee jaar naar het gymnasium. Márta hoopt tenminste dat ze een VWO advies krijgt. Aan de andere kant denkt ze wel eens, bespaar je kind het gymnasium, de prijs is te hoog, neem genoegen met een bijrol. Simon zit ook in de schrijverij en omdat dit niet veel oplevert, zijn er vaak geldzorgen. Tobben over onverwachte rekeningen komt veel voor.

Johanna is alleenstaand en woont in het Zwarte Woud. Haar partner Markus is ze goddank kwijt, maar hij duikt helaas als een soort Vliegende Hollander met onaangename regelmaat weer op in haar leven. Ze geeft les in Duits en Culturele en Kunstzinnige Vorming. Af en toe wachten stapels correctiewerk. Daarnaast werkt ze in een bloemenzaak. Eigenlijk zijn het bijzaken want Johanna werkt al jaren aan een proefschrift over de dichteres Annette von Droste-Hülshoff (1797-1848), in de Duitse dichtkunst een grote naam. Naast dit alles kampt ze met kanker.

In de bloemenzaak werkt ook Kathrin, een gemeenschappelijke vriendin, misschien zelfs beider hartsvriendin wier lief en leed zowel Johanna als ook Márta ter harte gaat. Behalve dat de combinatie van schrijven van De andere kamer en de opvoeding van drie regelmatig bewerkelijke kinderen Márta veel opoffering kost, blijkt haar relatie met Simon steeds meer een last. Op een zeker moment vraagt Simon haar één reden te noemen om bij elkaar te blijven, waarop Márta antwoordt dat haar zo gauw niets te binnen wil schieten. Gelukkig heeft ze veel steun aan Simons moeder die graag oppast en regelmatig geld toestopt als het water weer eens aan de lippen staat.

Johanna leeft bijna samen met het onderwerp van haar dissertatie. De schrijfster Droste-Húlshof leidde een dramatisch leven dat, behalve haar beroemde gedichten, ook tot Johanna’s verbeelding spreekt. Ze haat de euro, want op het vroegere bankbiljet van 20 DM was de beeltenis van de dichteres te zien. Op de euro is geen enkele dichter te zien. Alleen die maffe Brandenburger Tor en die maffe rijksadelaar, zo meent ze

Auteur

Zsuzsa Bánk (1965) werd bekend door haar debuutroman De zwemmer. Na deze bestseller imponeert dit boek dat wonderlijk genoeg tot op de bladzijde precies even dik is als de roman die de personage Márta zal schrijven.

 

Vooral omdat de e-mailwisseling zich over ruim drie jaar uitstrekt lukt het om de ontwikkeling van de midlifecrisis van beide hoofdpersonen diepgang te verlenen. Het geeft de ruimte aan somberheid en geluk zonder te blijven steken in het opsommen van incidenten.

Zo is er voldoende armslag voor zowel de dagelijkse beslommeringen als de reflectie op grote levenslijnen. Daarom kan bijvoorbeeld een trauma over te jong gestorven ouders even gemakkelijk langskomen als de vraag van de achtjarige Franz aan zijn moeder of God ook voetbalt.

Een geslaagde roman over twee vrouwen die elkaar moed inspreken.

Zsuzsa BánkSlapen doen we later. Vertaald uit het Duits (Schläfen werden wir später) door Irene Dirkes en Lucienne Pruijs. ISBN 978-90-468-2630-0, 511 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.