De Effingers

Onverdachte Duitse ogen

Het verhaal van drie succesvolle Joodse families vanaf 1880 totdat de sprookjes eindigen.

Benno Effinger emigreerde naar Engeland. In 1883 stond hij met zijn broer Paul op London Bridge. Paul zei: ‘Ik weet zeker dat Duitsland op een dag net zoveel kan exporteren en verdienen als Engeland’ Benno moedigde Paul echter aan om ook in Engeland carrière te maken. ‘Come along, scheur je los, blijf in Londen! In Duisland is alles klein. Engeland is de wereld! Hier kom je vooruit! Wat denk je?’ ‘Ik denk dat Engeland een vreemd land is.’, antwoordde zijn broer.

Paul Effinger zal in Duitsland blijven, net als zijn oudere broer Karl. Ze zullen gelieerd zijn  aan andere Joodse families als de Goldschmidts en de Oppners. Allemaal bankiers en fabrikanten.

Zij woonden in Berlijn, het centrum van het Duitse Rijk dat na de overwinning op Frankrijk in 1871 zich van smerige provinciestad ontwikkelde tot een metropool van wereldklasse. Laagbouw werd neergehaald ten gunste van imposante keizerlijke regeringsgebouwen en militaire onderkomens. In 1884 verrees het parlementsgebouw, de Reichstag en werd de Kurfürstendamm aangelegd. Daar woonden in luxe appartementen de top aan bankiers, advocaten, fabrikanten en hun gezinnen die elke technische vooruitgang welkom heetten en in weelde leefden.

Ondanks alle vooruitgang zijn dreigende achtergrondgeluiden niet geheel weg te poetsen. Zo zijn er het uitdijende leger verpauperde arbeiders, revolutionaire ontwikkelingen in Rusland en bij de succesvolle Joodse families het voortdurende opduikende gevoel er in Duitsland toch niet geheel bij te horen. Adolf Hitler is echter nog ver weg. Eerst zal die verschrikkelijke grote oorlog langskomen. Duitsland verliest de Eerste Wereldoorlog omdat de industrialisatie toch te weinig vlees op de botten heeft en de arbeiders een diepe armoedeval meemaken. Daarna volgt de Spaanse Griep die de Amerikaanse soldaten meenemen naar Europa en dan nog eens de inflatie en dan…

Auteur

Gabriele Tergit, pseudoniem van Elise Hirschmann (1894-1982), werd geboren in Berlijn als lid van een welgestelde Joodse familie. Toen ze in 1933 voor de nazi’s moest vluchten was ze al aan haar familieroman begonnen. Terwijl de Joden rechteloos en vermoord werden schreef zij verder in tientallen hotelkamers in Praag, Jeruzalem, Tel Aviv en tenslotte Londen. Het werd de kroniek van een verloren wereld waarvan zij onuitsprekelijk gehouden had. Het boek verscheen in 1951. Haar andere beroemde boek Käsebier verovert de Kurfürstendamm verscheen vorig jaar in Nederland.

 

Dit is een sociale roman van een auteur die gegrepen was door de Buddenbrooks van Thomas Mann. Tergit vertelt echter in een sneller tempo dan Mann waarbij de voortdurende veranderende locaties en perspectieven deze vaart bespoedigen.

Het boek begint met een brief van de zeventienjarige Paul Effinger waarin hij vertelt over het Duitse economische perspectief na de verwinning op de Fransen. Het boek eindigt met een brief van de 81-jarige Paul die hij schreef kort voor zijn deportatie en waarin hij hoopt op een snelle dood.

Deze geweldige roman over het ontstaan van Duitsland als wereldmacht is schitterend geschreven, historisch briljant en nergens belerend of moraliserend. De personen zijn nooit karikaturen maar soms slimme, soms eerlijke en soms ook dwalende mensen die slachtoffer zijn van de Duitse groeistuip.

In de 151 hoofdstukken wisselen gemoedelijke ‘biedermeier’ inkijkjes af met huiveringwekkende donkere wolken die zich aan de einder opstapelen. Het is duidelijk, hoe succesvol de hoofdrolspelers ook zijn, ze beheersen hun lot niet.

Dit boek is een onverbiddelijke aanrader omdat het volledig en objectief zicht geeft op een periode die ons nog dagelijks lastig valt.

Gabriele Tergit – De Effingers. Vertaald uit het Duits (Effingers) door Meta Gemert. ISBN 978-90-8300-0762-5, 736 pagina’s, € 29,99. Den Haag: Uitgeverij van Maaskant Haun 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Geschiedenis. Bookmark de permalink.