Het eigenwijze potlood. 20 literaire tekenaars

Van menselijke dieren tot de klare lijn

Beschouwingen over gestileerde eigenwijsheid.

‘De kers op de taart’ is het vaak, die treffende, dan weer speelse, soms vileine of zelfs boosaardige en soms ook tedere prent, die een kijker onder ogen krijgt van een begenadigd tekenaar. Het zijn ook niet zomaar mensen, die het tekenuniversum bevolken. Humor bindt hen, het zijn steevast originelen en eigenwijzen, met hun pen of potlood raken ze altijd een kern. Ze tekenen vanuit een satirische, filosofische of bezorgd-vermakelijke kijk op de wereld. Ze schotelen hun kijkers een idee voor, en de kijker lacht, schrikt of huilt. Wat een gave als je in staat bent tekenend mensen te raken, wat heerlijk om in een prachtig boek de twintig (zelfgekozen) grootsten in essays beschreven te zien. De auteur noemt zijn essays ‘beschouwingen over gestileerde eigenwijsheid’, schrijft over kunstenaars met eigenschappen. Hij analyseert hun stijl, vertelt hoe de tekenaars groeiden en illustreert zijn verhalen met – natuurlijk – hun werk.

Iedereen kent Peter Vos. De man die zo menselijk dieren kon tekenen, maar ook de man die zo dierlijk mensen kon tekenen. Hij schreef in ruim vijftig jaar ongeveer 1600 brieven, voor hem een manier om vrij te tekenen zonder opdracht. In de bundel Getekende brieven*, een selectie uit dit werk zien we dat Vos van zijn brieven ware kunstwerkjes maakt. Maar ook schiep hij dierlijke mensen en menselijke dieren. Iedere tekening van Vos blijft het bekijken waard.

Geheel ander werk schiep bijvoorbeeld Jeroen Henneman. Deze was expert in ‘staande tekeningen’ die driedimensionale diepte leken te hebben, maar desondanks plat bleven. Henneman tekende zelfs geluid: in zijn tekening Slaande deur omgeeft hij de desbetreffende deur met golvende lijnen die zo echt zijn dat de kijker het geluid ziet dat de slaande deur teweegbrengt.

Twee bekende tekenaars. Niet alle tekenaars in deze bundel zullen iedereen bekend zijn. Dat hindert niet. Wie Peeters’ essay over een kunstenaars-oeuvre leest verlangt ernaar meer van ’s mans werk te gaan zien dan de voorbeelden die in het boek staan.

Een paar namen: Ever Vermeulen, Wilhelm Busch*, Saul Steinberg, Walter Trier, David Levine. Vreemden? Wellicht. Tot u in dit boek hun tekeningen ziet en zegt: ‘O die! Natuurlijk ken ik zijn werk!’

Auteur

Carel Peeters (1944) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij startte als literair criticus bij Het Parool, stapte later over naar Elseviers Magazine. In 1973 vertrok hij naar Vrij Nederland. Daar zette hij de Boekenbijlage op die in 1982 werd bekroond met de CPNB-prijs. Hij schreef talloze (gebundelde) essays en kritieken. Hij was van 1987 tot 1992 bijzonder hoogleraar in de literaire kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Deze bundeling portretten laat werk zien van de twintig literaire tekenaars die Peeters het meest na aan het hart liggen.

Naast het subtiele werk van Vos staan er ook prachtige vlijmscherpe portretten in dit boek. Siegfried Woldhek kwam met zijn verhalende portretten tot regelrechte psychoanalyse. Heel ander werk maakt een tekenaar als Joost Swarte, één van de tekenaars van de moderne klare lijn. En vergeet niet Peter van Straaten, de man die zo divers tekent dat zijn pennenvruchten niet onder één noemer te vangen zijn.

Van Straaten ‘is hard, maar niet wreed’, constateert de schrijver. ‘Hij schuurt maar krast niet. Hoe erg het ook is, door de manier van tekenen wordt het minder erg.’ Van Straaten is van veraf te herkennen, zijn oude echtparen dragen altijd jassen die te wijd zijn, vrouwen die afgeven op een rivaal hebben altijd een houding alsof ze in het defensief zijn en oudere manen met een ‘jong ding’ komen er nooit goed af. Tel daarbij op de Vader & Zoons, de erotische prenten, de jaarlijkse Zeurkalender waarin het hele leven langskomt en de prenten over het Literaire Leven. Peter moet continu getekend hebben, zijn hele leven.

Een schitterend boek met veel prenten in kleur. Puur genieten!

Carel Peeters – Het eigenwijze potlood. 20 literaire tekenaars. ISBN 978-94-6336-032-6, 272 pagina’s, €27,50. Amsterdam: De Harmonie 2018.

  • Van Wilhelm Busch is een illustratie in deze recensie opgenomen.
Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Kunst, Tekeningen. Bookmark de permalink.