Wat het hart verwoest

Ierse jongen zoekt levenslang naar de ware liefde 

‘Je bent niet homoseksueel, homoseksualiteit bestaat niet in Ierland’

Catherine Goggin groeit op in een klein Iers dorpje waar fatsoen en geloof de dienst uitmaken, maar de kat in het donker geknepen wordt. In 1945, als zij zestien is, biecht zij haar ouders op dat zij zwanger is. De pastoor maakt haar publiekelijk te schande van de kansel en verbant haar uit het dorp. Zij pakt haar spullen en reist af naar Dublin om haar geluk te beproeven. In de bus naar de stad komt zij naast een aardige jongen te zitten, ze raken bevriend en hij biedt haar aan tijdelijk te komen logeren bij zijn vriend waar ook hij zal gaan wonen. De twee onderhouden een liefdesrelatie, Catherine vormt een dekmantel voor hun verboden homoseksualiteit. Zij vindt een baan bij de tearoom van het parlementsgebouw. Als zij na enige maanden haar zoon baart wordt die meteen bij haar weggehaald. Het kind wordt geadopteerd door het echtpaar Avery dat nauwelijks naar de jongen omkijkt en hem keer op keer voorhoudt dat hij geen echte familie is.

Om die jongen, Cyril Avery, draait deze roman. Hij realiseert zich van jongs af aan dat hij niet alleen anders is omdat hij geadopteerd is, maar ook omdat hij niet om meisjes geeft  terwijl hij warm en opgewonden raakt van jongens. Groot is dan ook zijn geluk als hij op kostschool Julian Woodbead als kamergenoot krijgt. De jongens worden elkaar beste vriend, maar Cyril wordt daarnaast ook ontzettend verliefd op Julian en die verliefdheid gaat nooit meer voorbij. Julian staat daar nooit bij stil. Hij is een charmeur en als hij opgroeit versiert hij vol plezier de ene vrouw na de andere. Zo gemakkelijk als Julian het heeft, zo zwaar heeft Cyril het. Want in het katholieke Ierland was homoseksualiteit verboden, je kon ervoor in de gevangenis komen, het werd beschouwd als een vorm van perversiteit en een ziekte waarvoor je je diep moest schamen.

Homoseksuele mannen leidden vaak een tweede leven: één leven als getrouwde man en één als nachtvlinder waarin ze ‘s nachts over straat zwierven en elkaar opzochten om wanhopig, in het geniep aan hun gerief te komen. Altijd speelde de angst voor ontdekking. Als Cyril naar een arts toegaat om zich te laten ‘behandelen’, zegt deze: ‘Je kunt niet homoseksueel zijn, want homoseksualiteit bestaat niet in Ierland.’ Dringt Cyril aan, dan krijgt hij een weerzinwekkende therapie, die uiteraard niets doet.

Auteur

John Boyne (1971) is journalist en schrijver. Hij heeft al veel boeken op zijn naam staan, waaronder De jongen op de berg. De roman De jongen in de gestreepte pyjama werd wereldwijd een bestseller en succesvol verfilmd. Boynes boeken verschijnen in tweeënveertig talen.

Cyril gaat op zoek naar het geluk. Niet door, zoals hij aanvankelijk probeert, relaties aan te knopen met vrouwen en het leven te gaan leiden dat ‘men’ van hem verwacht, maar zijn eigen, ware geluk als homoseksuele man. Hij krijgt daarbij een belangrijke levensles mee van de vrouw die dienster is bij de tearoom van het parlementsgebouw, zijn biologische moeder, maar dat weten zij beiden dan nog niet. Als hij haar bijna en passant verraadt dat hij ‘een nicht en een chocoprins’ is en haar vraagt waarom mensen zo’n hekel hebben aan homoseksuelen, antwoordt zij: ‘Ik herinner me dat een vriend van mij ooit eens vertelde dat we een hekel hebben aan wat we in onszelf vrezen. Misschien heeft dat er iets mee te maken.’ Ofwel, zorg dat je eerst zelf tevreden bent met hoe je bent. Pas dan ben je voldoende toegerust om de strijd met anderen aan te gaan.

Dit is de belangrijke les in dit boek. Cyril gaat op pad. Hij reist naar Amsterdam en New York. Ontmoet vijanden en maakt vrienden. Uiteindelijk vindt hij het geluk.

Een hartveroverend en bij tijd en wijle een hartverscheurend boek. Prachtige dialogen, mooie empathisch beschreven scènes. Onvoorstelbaar en diepbedroevend om te lezen hoezeer homo’s achtervolgd en gediscrimineerd zijn.

John Boyne – Wat het hart verwoest. Vertaald uit het Engels (The Heart’s Invisible Furies) door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. ISBN 978-90-290-9232-6, 603 pagina’s, €22,99. Amsterdam: Meulenhoff 2017.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.