1936 Wij gingen naar Berlijn

Sportboek leest als een roman

Lotgevallen van de Nederlandse Olympische sporters en begeleiders die naar de Olympische Spelen van Berlijn gingen.

Weinigen van ons zullen Rie Mastenbroek, Tinus Osendarp en Karel Lotsy kennen. Het zijn slechts enkele namen van hen die in 1936 naar de Olympische Spelen van Berlijn gingen. Spelen die berucht werden, omdat het naziregime zijn vuile streken probeerde te verdoezelen en er een heftige discussie losbarstte over de vraag gaan we wel, of gaan we niet?

Voordat journalist Auke Kok beschrijft hoe de discussie werd gevoerd, zoomt hij eerst in op Rie Mastenbroek en wat de gevolgen waren die het meedoen aan de Spelen voor haar had. De nog jonge zwemster kende groot succes (drie maal goud en twee maal zilver) en werd wel de Keizerin van Berlijn genoemd. Toch keek Mastenbroek in haar nadagen met gemengde gevoelens op haar Spelen terug. Ze beweerde dat het haar achteraf kwalijk werd genomen dat ze bijdroeg aan het toneelstuk in Berlijn. De foto waarop ze staat, met naast haar de Duitse zwemster Gisela Arendt die de Hitlergroet brengt, zou men later hebben geassocieerd met ‘het heulen met de vijand’.

Na het persoonlijke verhaal van Mastenbroek (waar hij later mee verdergaat), beschrijft Kok hoe de rest van de wereld en in het bijzonder Nederland omsprong met het dilemma wel of niet gaan. De auteur laat zien dat de nazi’s het slim speelden door de rest van de wereld te beloven dat het Olympisch Handvest strikt zou worden nageleefd en dat dus ook Joodse en gekleurde sporters welkom waren. Dat gaf veel landen en deelnemers de gelegenheid hun geweten te sussen. Immers, daardoor werd makkelijker het argument te gebruiken dat sport en politiek gescheiden moesten blijven en dat het – geheel volgens de Olympische gedachte – uiteindelijk ging om de individuele sporters en niet om de deelnemende landen. Resultaat? De Nederlandse Olympische delegatie telde 128 mannen en vrouwen. Afzeggingen bleven beperkt tot enkele kleine sportbonden en enkelingen met een Joodse of ‘rode’ achtergrond.

Eenmaal in Duitsland waren de meesten onder de indruk van hoe de Duitsers de Spelen organiseerden. Vergeleken met de nog vers in het geheugen liggende Spelen van Amsterdam in 1928 waren de ontspannings- en trainingsfaciliteiten vele malen beter. En toen de Spelen eenmaal aan de gang waren en de successen kwamen (Nederland won 6x goud, 4x zilver en 7x brons), was men het probleem met de Joden zowat vergeten en was er nog maar weinig oog voor het feit dat de gekleurde Amerikaanse sprinter Jesse Owens de blanke Germanen versloeg. Sterker nog: ook een deel van de Nederlandse pers ging mee in het door de Duitsers bestempelen van de als derde geëindigde Nederlandse sprinter Tinus Osendarp, als de kampioen van het blanke ras.

Behalve Mastenbroek en Osendarp portretteert Kok ook de trainster van Mastenbroek en chef de mission Karel – de man met de hoed – Lotsy. Die laatste blijkt behalve een goede regelaar ook een uitstekende mental coach te zijn. Charismatisch als hij was, wist hij niet alleen groepen, maar ook individuele sporters te inspireren.

Auteur

Auke Kok (1936) is journalist en columnist. Hij schreef onder andere 1974 Wij waren de besten (bekroond als het Beste Sportboek van 2004) en Holleeder De jonge jaren.

Sportboek van het Jaar

Dat dit boek Sportboek van het Jaar 2017 werd, is niet voor niets. Ten eerste omdat Kok laat zien dat het dilemma wel of niet gaan ook tachtig jaar na dato nog altijd actueel is. Daarnaast slaagt de schrijver erin de lezer bij het thema te betrekken door bij verschillende personen onder de huid te kruipen. Hij laat de Spelen en wat er daarna gebeurde door hun ogen zien, zodat het lijkt alsof je erbij bent. Het maakt dat je met de hoofdpersonen meevoelt.

Wat dit boek ook de moeite van het lezen waard maakt, is dat de auteur verleden en heden op een prachtige manier door elkaar weeft. Daardoor komt zijn boodschap – dat we sinds 1936 nog niet veel hebben geleerd – krachtig uit de verf. Verpakt in een sportboek dat leest als een roman. Een boek dat heerlijk wegleest en indruk maakt.

Auke Kok1936 Wij gingen naar Berlijn. ISBN13: 978-94-004-0452-6, 336 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Thomas Rap 2016.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Politiek, Sport. Bookmark de permalink.