Maarten Zeegers – Ik was een van hen. Drie jaar undercover onder Moslims. ISBN 978-90-5759-752-7, 335 pagina’s, €19,90. Amsterdam: Podium 2016.
Arabist woont drie jaar in de Haagse wijk Transvaal en doet zich voor als Moslim.
De Haagse volkswijken Transvaalkwartier en de Schilderswijk worden tegenwoordig volledig gedomineerd door allochtonen. Meer dan 90% van de bevolking is van buitenlandse komaf en driekwart van hen is moslim. Ze leven in gesloten gemeenschappen en om deze buurt beter te leren kennen zul je moeten integreren. When in Rome, do as de Romans do.
Maarten Zeegers (1982) studeerde Arabisch. Hij woonde al tweeëneenhalf jaar in Damascus, waar hij Islamitisch Recht studeerde, toen de protesten in Syrië begonnen en hij berichtte daar regelmatig over in het Radio 1 Journaal en anoniem in NRC Handelsblad en De Standaard. In 2011 werd hij het land uitgezet wegens ‘illegale journalistieke praktijken’. Tijdens één van de eerste demonstraties tegen het regime-Assad werd hij verliefd op de Syrische Sarah. Na zijn deportatie reisde zij hem achterna en ze trouwden in Wenen. In 1912 vestigde het paar zich in Nederland. Zegers publiceerde over zijn Syrische tijd het boek Wij zijn Arabieren. Het jaar daarna verhuisden Maarten en Sarah naar een appartement in Transvaal.
Maarten begint met het volgen van koranlessen in de salafistische Soennah-moskee. Hij wilde er eerst godsdienstlessen volgen, maar dat is verboden voor niet-moslims. Om moslim te worden moet je de sjahada uitspreken, waarmee je getuigt dat er maar één God is en Mohammed zijn Profeet. Als niet-moslim komt Maarten niet verder, hij mag nergens bij zijn. Daarom besluit hij, tegen de zin van Sarah, als praktiserend moslim te gaan leven, zonder overigens de sjahada uit te spreken. Hij doet buitenshuis mee aan de gebeden, eet halal en laat zijn baard staan. Het helpt daarbij dat hij Arabisch spreekt en in Syrië is geweest, dat laatste geeft hem zelfs prestige.
Toch lijkt Zeegers door de mand te vallen als hij problemen heeft met zijn onbesneden jongeheer en de arts een moskee-bestuurslid blijkt te zijn. De medicus geeft echter geen krimp en schrijf een antibioticumkuur voor. Ik probeer de confrontatie van mijn onbesneden plasser met de moskeebestuurder van Hezbollah te compenseren met een zo islamitisch mogelijk: ‘Inshallah.’ ‘Nee, niet inshallah,’ waarschuwt de dokter. ‘Gewoon elke dag een pilletje.’
Dit boek is een verslag van wat Maarten (en soms ook Sarah) allemaal overkwam in de drie jaar dat ze in Transvaal bivakkeerden. De door sommigen wel erg beperkende interpretatie van halal eten heeft veel vervelende beperkingen. Zelfs iets onschuldigs als een tompoes blijkt niet meer te kunnen, tot groot ongenoegen van Sarah. Een ‘vriend’ wijst namelijk Maarten er fijntjes op dat daar varkensgelatine in zit. Als hij een Turkse pizza wil halen bij een shoarmazaak ‘kan’ dat niet: ‘Daar verkopen ze alcohol.’ Ook de shaormatent ernaast mag ik niet binnen: gokkasten. In een andere snackbar wil hij een blikje cola pakken. Fout! ‘Je weet toch dat Coca-Cola Israël steunt.’
De islamitische gemeenschap in Den Haag blijkt net zo verdeeld en sektarisch als de Nederlandse gereformeerden. Ze zijn niet alleen onderverdeeld in Turken en Marokkanen, Soennieten en Sjiieten, maar in nog meer elkaar verketterende groeperingen. Andersdenkende islamieten vindt men al gauw geen ‘ware Moslims’. We lezen in dit boek over de verschillende groepen die de auteur bezoekt, waarbij hij zich niet alleen tot moslims beperkt, maar ook bij Hindoes en Sufi’s ‘langsgaat’.
Er passeren in dit boek zoveel uiteenlopende zaken als het fokken van kanaries, de ramadan, corruptie, het ‘tillen’ van de gemeente, illegale onderverhuur, duiveluitdrijving, rituele geselingen, jihadisme, gaan vechten in Syrië, gemeenteraadsverkiezingen, de gebruikelijke oudejaarsrellen, de reacties op Carlie Hebdo en de ‘oorlog’ tegen de gehate politie in de wijk na de dood van de Antilliaan Mitch Henriquez, die overigens ook relschoppers ‘van buiten’ aantrekt.
Nadat de schrijver in de zomer van 2015 zijn djellaba in de kast had gehangen beschrijft hij in de epiloog hoe Sarah en hij in een restaurant ‘onbeperkt’ spareribs eten en wijn drinken. Dat hebben ze na drie jaar afzien wel verdiend.
Helaas heeft het politiek correcte journaille gemeend Zeegers te moeten veroordelen. In de Volkskrant spreekt men van bedrog dat de integratie schaadt en volgens NRC Handelsblad zou deze infiltratie onethisch en onnodig zijn. Ik vraag me af of deze mensen wel eens van undercover journalistiek hebben gehoord of van de door velen (waaronder uw recensent) toegepaste antropologische methode van participerende observatie, die onschatbare inzichten heeft opgeleverd over het reilen en zeilen van verschillende (sub)culturen.
Zeegers heeft niemand geschaad, niet tijdens zijn veldwerk en ook niet in dit goed geschreven, zeer verhelderende boek. Hij gedraagt zich trouwens als een meer dan ‘goede buur’ en staat kritisch tegenover het politieoptreden. En hoe kun je de integratie schaden van een stadsdeel waar die integratie bijkans onmogelijk lijkt?
Persoonlijk had ik wel iets meer willen vernemen over hoe Sarah alles heeft ervaren. Het zou de moeite waard zijn ook haar verhaal te vernemen. Misschien kan ze ertoe verleid worden dat op te (laten) schrijven.
Fascinerend en goed leesbaar boek over Haagse moslims.
Aan dit boek is tevens speciale aandacht besteed tijdens het programma Zomeravond van MeerRadio op maandag 11 juli 2016. Het geluidsbestand kunt u hieronder aanklikken.