Paternoster

Seriemoorden zonder einde

Misbruik in de katholieke kerk.

Commissaris Jean Martens van de Antwerpse politie heeft de opdracht een einde te maken aan de moorden op priesters. Als het boek begint zijn er al elf om het leven gebracht. Met zijn assistente Anne Verelst spoedt hij zich naar het twaalfde slachtoffer. Wat ze aantreffen is steeds dezelfde gruwelijke situatie: handen en geslachtsdelen zijn afgesneden en gedeponeerd in een doorschijnende plastic zak die bevestigd is aan de hals van het slachtoffer. Op de zak is een paternoster gelegd.. Een raadsel blijft aanvankelijk hoe de moordenaar zonder enig teken van geweld zijn slachtoffers overmeestert. De politie en de moordenaar zijn afwisselend de verteller.

Auteur

Luc Vos (Westerlo 1968) begon in 2003 met het schrijven van jeugdverhalen en fantasy. In 2022 verscheen zijn debuutthriller, het eerste deel met inspecteur Anne Verelst in de hoofdrol: Zeven. Het werd bekroond met de ThrillZone Award voor het beste Nederlandstalige thrillerdebuut. Paternoster is het tweede deel van de Anne Verelst-serie.

Al in het tweede hoofdstuk zijn we getuige van een moord. Uit wat de moordenaar zegt komen we te weten wat zijn het motief is. Dacht je dat ze het leuk vonden als jij je broek naar beneden deed? Als je je vette lul tegen hen aanduwde. Dacht je dat iemand dat fijn vond als je hen streelde met die vieze handen van jou? In een volgend hoofdstuk vertelt hij dat hij als tienjarige misdienaar door pastoor Paternoster misbruikt werd. De schrijver geeft dus al snel veel details prijs.

Van elke moord wordt beschreven hoe de moordenaar handelt. De procedure is steeds hetzelfde en dat wordt daardoor wel wat eentonig. Naast de moorden wordt ook geschreven over de voorbereidingen door de dader en over zijn jeugd. Typisch is dat hij het misbruik nooit aan zijn ouders kon vertellen. Wat heel duidelijk naar voren komt zijn de gevolgen voor het verdere leven van de misbruikslachtoffers. Ze hebben grote moeite met relaties en vooral met seksualiteit.

Het is voor de politie een hele opgave om de moordenaar te vinden. Hij laat geen sporen na en neemt veel maatregelen om onzichtbaar te blijven. Toch komt de politie stapje voor stapje steeds dichterbij de moordenaar. Ze gebruiken de modernste methoden, zelfs het cybercrime team wordt ingeschakeld. Ook wordt gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie en een drone.

Hoewel commissaris Martens de leiding heeft gekregen bij de opsporingsactie gelukt het hem niet om krachtig leiding te geven. Ondanks zijn grote ervaring is hij niet opgewassen tegen de gruwelijke beelden van de verminkte priesters badend in het bloed. Op een keer denkt hij bij het zien van het zoveelste slachtoffer: hij verdient het. Onwillekeurig krijgt hij sympathie voor de moordenaar. Zijn assistente vindt dat hij beter van de zaak kan worden afgehaald. Zijn collega’s zien dat er iets met hem aan de hand is. Hij draagt inderdaad een geheim bij zich dat pas later wordt onthuld.

Paternoster is een bijzonder geslaagde politieroman. De schrijver is het goed in geslaagd het misbruik in de katholieke kerk aan de kaak te stellen. Ondanks de vroegtijdige onthullingen over de moordenaar blijft de goed opgebouwde roman spannend. Er wordt op gedegen wijze naar een climax toegewerkt en het slot is spectaculair.

Een bijzonder geslaagde politieroman.

Luc VosPaternoster. ISBN 978-94-931926-9-0, 334 pagina’s, € 21,00. Noordwijkerhout: LetterRijn 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Paternoster

Lijtje

De eeuw van mijn eigenzinnige moeder

Voetballer schrijft voor zijn moeder.

Harmens moeder Lijtje gelooft er heilig in. Ze is ontzettend trots. Ze heeft eindelijk de zoon die ze altijd had willen hebben. De dag dat ik haar vertelde bij Ajax een contract te gaan ondertekenen was een moment dat zij nooit zou vergeten. Althans, dat vertelt zij aan Harmen.

‘U bent toch de beroemde zoon?’ vraagt een nieuwe medewerker van het verzorgingshuis aan mij. (…) Profvoetballer bij Sparta, daarna bij Ajax, bestuurder bij Ajax, trainer en scheidsrechter…’ (…) Alle bewoners van het huis van mijn moeder kijken mij bewonderend aan. Ik was geen illustrator meer, geen schrijver van kinderboeken. Ik was voetballer. En ze was blij. Dus wat zou hij haar blijdschap verstoren?

Met dit verhaal start Harmen van Straaten het boek ‘Lijtje’. Hij schrijft het voor zijn ‘lieve, gekke, ondeugende en niet altijd makkelijke ma.’ Lijtje, zijn moeder, is dement geworden. Altijd gewerkt, altijd zelfstandig, kinderen keurig opgevoed nadat ze de eerste alléén kreeg, brieven schrijvend aan koningin Juliana als iets in de wet haar niet beviel… die zelfstandige Lijtje is er niet meer. Ze leeft, maar ze leeft in vroeger tijden. In een zorgvilla, een verzorgingstehuis. En daar, omringd door lieve mensen, geeft ze haar leven nieuwe inhoud. Ze bedenkt verhalen waarin ze heilig gelooft: haar Harmen is voetballer bij Ajax geworden. En, ze had het eigenlijk stil moeten houden, maar ze heeft het tóch rondverteld: nu schrijft haar beroemde zoon zelfs een boek waarin zíj een rol gaat spelen. Want zíj levert hem de gekke verhalen over oude familieleden. En die verhalen schrijft hij op.

Haar zoon ruimt intussen met zijn zus moeders oude huis leeg. Ze stuiten op een kist met sepiakleurige foto’s. De meeste foto’s zijn van de familie van vader, één foto toont moeders familie, in vol ornaat aanwezig op een feest. Onbekende mensen, maar ondanks dat ze nooit contact hebben gehad weet Harmens moeder allerlei verhalen boven water te halen als ze via die foto in het verleden kijkt. Harmen gaat samen met Lijtje, zijn moeder, over vroeger praten. Als hij op bezoek komt bij ma wordt er eerst een half uurtje over de week bij Ajax gepraat, daarna duiken ze het verleden in. Lijtje heeft veel te vertellen. Hij haalt ook herinneringen aan zijn moeder op. Zo kleuren ze samen Lijtjes leven in. ‘Je was mijn mooiste baby,’ glimt ze. Harmen tempert: ‘Sst, laat de anderen het niet horen. Bovendien, mooi in de luier, lelijk in de sluier.’ Om daarna soepel over te springen naar wéér een vraag over vroeger, die Lijtje vertellend beantwoordt. Soms gaat hij met haar op pad. Ze bezoeken samen in Zutphen het geboortehuis van Lijtje. Daar komt de oorlogstijd plots boven water.

Auteur

Nathalie Herres

Harmen van Straaten (1958) is auteur en illustrator. Hij startte in 1987 als illustrator van kinderboeken. Sinds 2000 schrijft en tekent hij zijn eigen prentenboeken. In 2000 was De straf zijn ‘dubbel-debuut’. Inmiddels is de dubbel-teller de 50 voorbij. Samen met zijn werk als illustrator komt hij op ruim 400 titels in binnen- en buitenland. In 2005 kwam de roman Wonderland uit, in 2006 Luchtacrobaten. Van Straaten kreeg meerdere prijzen, waaronder in 2001 een Gouden Appel op de Biennal of Illustrations Bratislava voor het prentenboek Een opa om nooit te vergeten geschreven door Bette Westera.

Harmen komt uit een echte tekenfamilie. Zijn oom Gerard van Straaten illustreerde jaren lang de Kameleonreeks. Zijn andere oom, Peter van Straaten, was cartoonist voor het Parool en is na zijn dood nog steeds beroemd via de jaarlijkse Zeurkalender.

Lijtje is een ontroerend mooi boek. Teder, lief, grappig, wondermooi geschreven. De liefde voor Lijtje klinkt erin door. Het boek is, zoals haar zoon zelf zegt: een monumentje voor ma, voor haar eigenheid en de vrijheid die ze wilde en pakte en die ze haar kinderen doorgaf. Een vrouw ook die van gedichtjes hield. Daarom citeer ik hier haar lievelingsgedichtje, dat Lijtje steeds opnieuw voordroeg:

‘Ik dacht dat ik een blad zag

Een afgevallen najaarsblad

Maar ik zag dat het een vlinder was

Een vlindertje dat op mijn pad kwam.’

Dit is een wondermooie vlinder van een boekje, van een liefdevolle zoon voor een moeder in het najaar van haar leven. Schitterend.

Harmen van StraatenLijtje. De eeuw van mijn eigenzinnige moeder. ISBN 9-789-400-5182-16. 143 pagina’s, € 20,-. Amsterdam: Lev. Uitgevers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Non Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Lijtje

Het Stravinsky-spel

Solidair met Sarajevo

Een intellectuele vriendschap.

Het Stravinsky-spel gaat over een bijzondere vriendschap: hecht en intellectueel. Susan Sontag en Cody Garner werden bevriend in hun pubertijd. Ze waren beiden zeer intelligent en leergierig. In Los Angeles ontmoetten ze Stravinsky en Thomas Mann. Later gingen ze hun eigen weg, maar hielden contact. Cody krijgt een relatie met de acteur Levi. Als deze aids krijgt en stervende is vertrekt Cody naar het in oorlog verkerende Sarajevo. Susan Sontag was daar om met een aantal acteurs te werken aan een toneelstuk. Cody gaat haar assisteren. De  omstandigheden zijn heel gevaarlijk en primitief.

Auteur

Arthur Japin (Haarlem, 1966) is een Nederlandse acteur en schrijver. Hij volgde een opleiding aan de toneelschool en de kleinkunstacademie. Hij speelde enkele jaren toneel en in 1987 begon hij te schrijven. Bekende werken: De zwarte met het witte hart, De droom van de leeuw, Een schitterend gebrek (Libris Literatuurprijs), De overgave, Vaslav, Maar buiten is het feest.

In een uitgebreid nawoord vertelt de auteur dat zijn roman voor een groot gedeelte op ware feiten berust. Susan Sontag was een beroemde schrijfster en regisseur. Benjamin Moser, partner van Japin, schreef een uitgebreide biografie over haar. Veel van de beschreven gebeurtenissen zijn echt gebeurd, zoals de vriendschap met de voormalig kinderacteur met wie ze Thomas Mann bezocht. Ook de periode in Sarajevo berust op echte gebeurtenissen. Alleen de romanfiguur Cody Garner is een verzonnen personage.

De romanfiguur Susan is een wonderlijke vrouw. Ze lijkt autistisch, is erg intelligent en kijkt neer op minder intelligente mensen. Ze leest moeilijke boeken uit de wereldliteratuur. In Cody ziet je haar evenbeeld. Hij wordt door haar in contact gebracht met de grote schrijvers. Hij moet van haar direct al een boek van Schiller lezen. Het wordt een hechte vriendschap, geen liefdesrelatie. Het is bijzonder dat Susan ook zelfkritiek heeft. Ze neemt zich vaak voor aardiger te zijn voor haar medemensen. Ze maakt een lijstje om empathischer te worden, daarop stond onder andere: Genereuzer zijn, Aandachtiger zijn, Bezorgder zijn, Zorgzamer zijn, Geïnteresseerder zijn, Gevoeliger zijn. Haar behoefte om goed te doen kwam heel duidelijk naar voren toen ze naar het in oorlog zijnde Bosnië ging om te regisseren in Sarajevo.

Hoewel Susan Sontag de hoofdpersoon is, wordt het verhaal het meest vanuit het perspectief van Cody Garner verteld. Boeiend is zijn vriendschap met Susan. Hun honger naar literatuur en kunst veroorzaakt een zoektocht in Los Angeles die hen voert langs boekhandels, bibliotheken, musea en theaters. Ze verzinnen het Stravinsky-spel. De vraag is hoeveel tijd van je eigen leven wil je opofferen om Stravinsky een langer leven te bezorgen zodat hij nog meer kunst zou kunnen scheppen. Een apart hoofdstuk gaat over Cody’s relatie met Eli Marshall, een jonge acteur. Ze hebben een innige liefdesrelatie. Eli krijgt aids. Het verloop van de ziektegeschiedenis wordt uitvoerig beschreven. Het is ontluisterend als Cody Levi niet blijft verzorgen, maar hem in de steek laat.

Indrukwekkend zijn de hoofdstukken die zich afspelen in Sarajevo. Deze Bosnische hoofdstad werd belegerd door het Servische leger. Vanuit de omringende bergen werd er gebombardeerd en geschoten. De afstand van de stad tot de Serviërs was slechts 500 meter. Scherpschutters, snipers genoemd, schoten op alles wat bewoog. De bewoners zaten zonder elektriciteit, water en voedsel. Japin heeft deze omstandigheden heel indringend beschreven. We beleven alles mee met Cody. Ontroerend zijn de toneelrepetities geleid door Susan en Cody. Ze spelen Wachten op Godot van Samuel Becket. Een toepasselijk stuk want de mensen in Sarajevo wachten ook zonder dat ze enig uitzicht hebben. Onder zeer primitieve omstandigheden worden tien voorstellingen gespeeld: geen spotlights, maar kaarsen.

Een indrukwekkende roman

Arthur JapinHet Stravinsky-spel. ISBN 978-90-295-4290-6, 275 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen | Reacties uitgeschakeld voor Het Stravinsky-spel

Achter het afzetlint

De reis van het dode lichaam

Professionals over ‘hun’ plaats delict.

Er zijn dingen die je nooit vergeet, die een onuitwisbare indruk achterlaten. De dood van een geliefd persoon, een ongeluk waarbij iemand betrokken is, een brand, misschien een diefstal. Gelukkig overkomen zulke dingen ons niet vaak. Maar er zijn mensen die beroepshalve dagelijks dergelijke dingen meemaken. Ze zijn arts, verpleegkundige, brandweerman, officier van justitie, politieagent, ambulancemedewerker, ze werken bij forensische opsporing, zijn bloedspoordeskundige, gespecialiseerd uitvaartverzorger of schoonmaker van een plaats delict… Allemaal specialisten die na een eerste 112-melding in de daaropvolgende werkzaamheden kunnen worden opgeroepen, zich naar een ramp-plaats begeven en daar dan aan de gang gaan. Ze kennen elkaar vaak onderling. Maar voor de buitenstaander – voor u en voor mij, de lezers van dit boek – zijn het onzichtbare mensen, bezig achter een roodwit afzetlint dat vreemden buitensluit. Al die specialisten doen ervaringen op waarover ze niet met vreemden spreken. Hooguit onder elkaar, om de spanning te verwerken. Maar ze worden er nooit gevoelloos van, en soms breekt de spanning ze op.

Linda Samplonius is getrouwd met een politieman. Ze weet wat zijn werk met hem doet. En ze besloot met dertien professionals te gaan praten over hun rol, over de emoties die zij ondergaan in hun ontmoetingen met de dood. De auteur schrijft in haar inleiding Tussen de regels door ontdek je de reis die het lichaam maakt na een onnatuurlijk overlijden. Het begint met de hulpverleners die als eersten ter plaatse zijn, bij die mensen kunnen we ons van alles voorstellen. Maar als er vermoeden of twijfel bestaat over de oorzaak van het overlijden komen er mensen die wij als leken niet aan het werk zien: de forensisch arts, de tactische recherche die sporen vastlegt, specialistische teams, al die mensen werken onder leiding van een officier van justitie. Geeft die het lichaam vrij, dan komt de gespecialiseerde uitvaartverzorger eraan te pas. Hij zorgt dat de overledene ‘toonbaar’ wordt voor de nabestaanden zodat die waardig afscheid kunnen nemen. En tot slot komt er iemand die de plaats delict weer schoonmaakt: weer spatzuiver. Als zij zijn geweest ziet niemand meer welke ellende zich heeft afgespeeld in de woning. Samplonius sprak met al die mensen. Zij vertelden haar allemaal welk geval het meeste indruk had gemaakt tijdens hun werkzame leven.

Auteur

© Dirk-Jan van Dijk

Linda Samplonius (1984) is freelance journalist en schrijver. Op haar website voegt ze daaraan toe: ‘verhalenmaker, sparringpartner, denker, doener, moeder, hiker en salsadanser. Hobby: wandelen. Ze werkt onder meer voor RTL Nieuws en Intermediair, voor tijdschriften en krantenbijlages. Zij schrijft veelal over de menselijke verhalen achter het nieuws. Ze heeft een fascinatie voor true crime, dit boek valt daar zeker onder. Ze debuteerde in 2014 met de thriller Koelcel en schreef de verhalenbundel Het cadeau. Ze is getrouwd met een politieman en heeft twee kinderen.

In interviews naar aanleiding van dit boek geeft de auteur aan dat haar man in zijn vak stevig in zijn schoenen staat. Maar ook hij botst regelmatig met de realiteit van zijn werk en die van zijn dagelijks leven. En dát is nu juist het thema wat Samplonius in dit boek te berde brengt.

Zo spreekt ze een bloedspoordeskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) die uren bezig was met een doodgestoken baby, terwijl hij zelf onlangs een zoontje had verloren. Dan komt zoiets veel harder aan. Een oud-ambulancemedewerker, Josef van der Maas, verwoordt treffend waar het op neerkomt, hoeveel een mens kan verdragen: ‘Het leven is een kerfstok, je moet alleen wel zorgen dat je hout overhoudt’. Hij vertelt dat hij een paar keer achter elkaar werd opgeroepen bij een wiegendood. En dat terwijl zijn vrouw net een miskraam had gehad. ‘Voor mij even geen dode baby’s meer’, zegt hij tegen de centralist. Zijn kerfstok was even te zwaar belast.

Een boeiend boek, uitstekend geschreven, Samplonius geeft blijk van een groot empathisch vermogen, gecombineerd met een flinke dosis respect voor de arbeiders-met-de-dood bij wie de dood soms onder de huid dreigt te kruipen omdat ellende nooit echt kan wennen.

Linda SamploniusAchter het afzetlint. ISBN 9-789-026-364-96-9. 205 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen | Reacties uitgeschakeld voor Achter het afzetlint

Nederlands Rijmwoordenboek

Het kan echt beter dan troelala, chocola

De allernieuwste editie.

Weet u het nog? Sint heeft tijden zitten denken, wat hij aan [stippel stippel stippel] zou schenken. Als ik mij niet vergis is dit een onderdeel van de legendarische Majoor Kees-conference van wijlen Paul van Vliet.

Deze zin komt nog steeds voor in veel Sinterklaasgedichten. Rijmen is moeilijk en niet iedereen is creatief. En dat terwijl alleen op de uitgang -enken alleen al de volgende woorden rijmen: denken, drenken, krenken, schenken, slenken, tanken, wenken, zwenken, bedenken, doordenken, gedenken, herdenken, verdenken, doordenken, geschenken, overdenken, prakkedenken, toebedenken, godsgeschenken, stille wenken, dat zou ik denken, niet weg te denken, aandenken en doemdenken. Hoe komt uw recensent erbij? Uit de nieuwste editie van het Nederlands Rijmwoordenboek van de onvolprezen Jaap Bakker.

Auteur

Jaap Bakker (1955) is arts-docent, tekstdichter en publicist op het gebied van taal en verstechniek. In 1985 verscheen de eerste editie van zijn Nederlands Rijmwoordenboek. Sindsdien bleef hij woorden verzamelen en schaven aan de systematiek van zijn rijmlexicon, wat resulteerde in steeds weer vernieuwde en uitgebreide edities.

Bakker schreef liedteksten voor onder meer Jasperina de Jong, Joke Bruijs, Marjol Flore, Karin Bloemen, Gerard Cox en Kinderen voor Kinderen.

Dit omvangrijke werk rangschikt op alfabet talloze woorduitgangen van de klinkers. Zo maar een willekeurige greep: -aaf, -aag, -aagje, -aagjes, -aai, -avelt, -enkie, -er, -erder, -ieven, -iezo, -insen, -oeken, -oksen, -onnen, -uimpje, -unst. De lijsten zijn soms onuitputtelijk. Het is niet meer nodig vanwege uw beperkte fantasie uw geliefde jaarlijks te ‘verrassen’ met: troelala, troelala. Voor jou nu een letter van chocola. 

Met een beetje fantasie moet het nu mogelijk zijn met behulp van dit boek een fraai sinterklaasgedicht te schrijven. Maar ik kan me goed voorstellen dat ook liedjesschrijvers dit werk met succes zullen raadplegen. En het opent ook nog nieuwe perspectieven voor romantici van alle leeftijden die hun geliefde met een fraai gedicht willen bezingen.

Het werk wordt gecompleteerd met enkele rijmtips en een uitgebreide dichtgids.

Leuk en nuttig.

Jaap Bakker – Nederlands Rijmwoordenboek. ISBN 978-90-388-1538-1, 525 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Nijgh en Van Ditmar 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Poëzie | Reacties uitgeschakeld voor Nederlands Rijmwoordenboek

Mijn bijbelverhalen

De complete Bijbel naverteld

Verhalen voor jong en oud.

In zijn inleiding vertelt de auteur Tom Wright waarom hij het nodig vond een nieuwe kinderbijbel toe te voegen aan de talrijke kinderbijbels die er al zijn. De meeste kinderbijbels bevatten niet het hele verhaal van de Bijbel. Ze halen wat stukjes uit het Oude Testament en misschien een paar meer uit het Nieuwe Testament. De Bijbel vertelt ons het grote verhaal over Gods reddingsplan voor de wereld. Het is het verhaal van de schepping in Genesis tot de climax van de nieuwe schepping aan het eind van Openbaring. In de 140 verhalen van dit boek verwerkt Tom Wright de kernpunten die hij na een jarenlange Bijbelstudie belangrijk vindt. Hoewel het een kinderbijbel wordt genoemd is ‘Mijn bijbelverhalen’ zeker ook geschikt voor volwassenen. De uitgever geeft aan dat de kinderbijbel bestemd voor kinderen van zes tot tien jaar. Dat lijkt mij onjuist. Het is ook zeker geen voorleesbijbel.

Auteur

Tom Wright (1948) is een Britse Anglicaanse Theoloog. Van 2003 tot 2010 was hij bisschop van Durham. Hij is als senior research fellow verbonden aan de universiteit van Oxford en heeft talrijke boeken gepubliceerd.

Deze kinderbijbel bevat maar liefst 140 verhalen. Ze zijn afkomstig uit de hele Bijbel. Toch heeft Tom Wright een keuze moeten maken. Uit 41 Bijbelboeken koos hij zijn verhalen en 21 Bijbelboeken betrok hij niet in zijn verhaalkeuze. Het gaat in dit geval om boeken als Hooglied en de meeste kleine profeten. Het is opvallend dat het verhaal van Job niet voorkomt. Wel Jona, een logische keuze. In het Nieuwe Testament zijn vele verhalen uit de evangeliën gekozen, maar ook zeven verhalen ontleend aan de brieven en zelfs twee verhalen uit Openbaring, geen eenvoudige kost.

In tegenstelling tot oudere kinderbijbels is dit boek anders van opzet. De teksten zijn beknopt, eenvoudig en zakelijk. Er zijn ook geen dialogen en beschrijvingen. Een van de mooiste verhalen in de Bijbel is Jozef in de put, een heerlijk verhaal om te vertellen of voor te lezen. Een citaat laat zien hoe sober de tekst is: Ze hesen Jozef uit de put en verkochten hem aan de vreemdelingen. Toen gingen ze weer naar huis. Sommige teksten bestaan uit opsommingen. Een voorbeeld daarvan is de Bergrede. Dat gaat als volgt: Jezus nam zijn discipelen mee de heuvels in. Hij begon zo: gelukkig ben je als je arm van geest bent! Gods koninkrijk is voor jou. Enkele teksten zijn in dichtvorm. Prachtig gedaan maar toch te moeilijk voor jonge kinderen.

Mijn bijbelverhalen is zowel qua uiterlijk als qua inhoud een vrolijk boek. Toch wordt ook aandacht besteed aan de zonde, een begrip dat bij jonge mensen nog nauwelijks bekend is. Het wordt als volgt uitgelegd: mensen zeggen en doen verkeerde dingen die het leven bederven. Dingen die tot de dood leiden, ver bij God vandaan. Dat wordt zonde genoemd. Daartegenover wordt over seksualiteit niet moeilijk gedaan. Ik herinner me dat mijn dochtertje uit de zondagsschool kwam. Er was verteld over Jozef en de vrouw van Potifar. Zij lokte hem in bed, maar zo vertelde de juf, Jozef zei: ‘Ik heb al geslapen’. In deze kinderbijbel wordt niets verbloemd want er staat: Ze probeerde hem over te halen om met haar naar bed te gaan, maar Jozef zei nee. Dat geldt ook voor het verhaal van David en Bathseba. In dit boek draagt het verhaal de titel Davids verschrikkelijke zonde. Hier wordt niet moeilijk gedaan over seks. Hij sliep met haar en stuurde haar daarna weer naar huis. Een paar weken later ontdekte Bathseba  dat ze een baby zou krijgen.

Het is heel prettig dat bij ieder verhaal aangegeven wordt waar het in de Bijbel staat. Zo kun je als je een onderwerp interessant vindt het nalezen in de Bijbel. Daarnaast wordt ook verwezen naar verwante Bijbelgedeeltes. Hieronder volgen drie voorbeelden. Als eerste het verhaal De trap naar de hemel (Genesis 28), het verhaal dat Jakob droomt. Het bijpassende verhaal is De schitterende tempel (1 Koningen 5-9). Salomo heeft de tempel gebouwd. Beide hebben het thema: Ik zal voor altijd bij mijn volk blijven wonen. Twee verhalen gaan over de Goede Herder: Jahweh is mijn herder (Psalm 23) en De goede herder (Johannes 10). Tenslotte twee verhalen over de liefde: De betekenis van christelijke liefde (1 Korinthe) en God is liefde ( 1 Johannes).

Een apart compliment verdient de vormgeving. De buitenkant is heel kleurig en vol afbeeldingen van Bijbelse taferelen. Naast elk verhaal staat een bladzijdegrote illustratie. De illustraties zijn naïef maar ook ontroerend. Het boek wordt afgesloten met een aantal kaarten.

Mijn Bijbelverhalen is een schitterende kinderbijbel die ook volwassenen kan steunen bij het lezen van de Bijbel. Het boek is minder geschikt voor jonge kinderen.

Tom Wright – Mijn bijbelverhalen. Vertaald uit het Engels (My Big Story Bible) door Corine van Oord. ISBN 978-90-653-9548-7, 293 pagina’s, € 34,99. Leeuwarden: Jongbloed Media 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Religie | Reacties uitgeschakeld voor Mijn bijbelverhalen

Peter’s Zeurkalender 2025

Het beste van het beste

Elke dag een lach.

Normaal gesproken maak ik lezers geen deelgenoot van de badkamerrituelen te mijnen huize. Maar in dit geval kán het niet anders. Ook al,  omdat ik ervan overtuigd ben dat ik deze rituelen met duizenden lezers/kijkers deel.

Daar gaan we: de wekker loopt af. In vele slaapkamers zouden slapers zich nog gaarne even omdraaien, maar de dag begint, de plicht roept en er zit dus niet anders op dan zuchtend richting douche te lopen, op weg naar de ernst van de dag.

Maar: wat een feest wat wacht ons daar? Peter’s Zeurkalender. Ook dit jaar! Eén blik op Peters blad van de dag wordt gevolgd door een bevrijdende lach. Zo gaat Peter van Straaten dagelijks door. Van woensdag 1 januari 2025 tot en met woensdag 31 december 2025 trakteert de tekenaar van de lach ons steeds opnieuw op plezier. Ik schrijf nu 2025, omdat de kalender ook dit jaar weer uitkomt, maar de Zeurkalender komt al járen uit, al sinds eind 1993 toen Peter’s  Zeurkalender 1994 uitkwam. Een scheurkalender als Zeurkalender, voor ieder een feestkalender.

Wat een gave als je dat kan, wat geweldig als je zelfs na je dood mensen nog dagelijks weet te plezieren. Als je mensen van hun ochtendhumeur af kan helpen, met een vilein, geestig, vals of lief tekeningetje met een puntige tekst. Want Peter van Straaten kan even goed tekenen als schrijven, het is geen wonder dat deze combinatie al jaren vele duizenden bewonderaars trekt.

Auteur

Peter van Straaten (1935-2016) was zowel tekenaar als schrijver. Hij hield het niet bij één genre, hij tekende politieke prenten, cartoons, schreef de veelgeroemde Agnes-boeken en kreeg vele prijzen voor zijn werk. In 2011 bekroonde de Universiteit Leiden zijn werk met een eredoctoraat vanwege de manier waarop zijn prenten inzicht bieden in het menselijk gedrag. Na zijn overlijden bleven zijn bundels verschijnen. Veelal themabundels, over roken, ouder worden, en natuurlijk de kalenders. De kalender van dit jaar, 2025, is de tiende Gouden Editie, met de beste tekeningen uit de zeurkalenders van de afgelopen jaren. Opnieuw een feest.

Trakteer uzelf op een dagelijkse lach, maar vergeet vooral niet ál uw vrienden in uw vreugd te laten delen. Want wat is er mooier dan een lach cadeau te geven, laat staan 365 dagen met een lach?!

De uitgever gaf toestemming tot het plaatsen van drie tekeningen uit de kalender van dit jaar. Het was lastig kiezen, maar daar gaan we. Veel plezier.

Peter van Straaten – Peter’s Zeurkalender 2025. Gouden editie nummer 10. ISBN 978-94-6336-200-9. 365 blaadjes, € 16,90. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie 2024.

Geplaatst in Jaarlijkse uitgave, Kalenders | Reacties uitgeschakeld voor Peter’s Zeurkalender 2025

De A van Asta

Herinneringen aan de studententijd

Een spel met woorden.

Wie dit boek begint te lezen zal zich verbazen. De eerste bladzijde bevat één zin: Ik krijg een uitnodiging voor een herdenkingsbijeenkomst op 29 juni in café Blomsten. Op de volgende bladzijde staan drie regels tekst die een grijze achtergrond hebben. Later kom je erachter dat het gaat om een uitwisseling van apps. We krijgen met deze ‘roman’ dus een literair experiment voorgeschoteld. Verder lezend in de bladzijden met weinig zinnen en veel wit blijkt het toch te gaan om een verhaal dat met enige moeite te volgen is. Het verhaal heeft twee tijdlagen: het heden waarin de ‘ik’ schrijfster is en bezig is met een roman en waarin haar vriendin Mai een dochtertje heeft. De tweede tijdlaag beschrijft haar studententijd. Asta woonde met een aantal studenten in een studentenhuis. Hoofdpersonen zijn Asta, haar vriendin Mai en haar relatie August. August sterft tijdens een feest. Hij had een erfelijke hartafwijking.

Auteur

© Petra Kleis

Tine Høeg (1985) is een Deense schrijfster die met haar debuutroman Nye Rejsende de prijs won voor het beste literaire debuut van het jaar. Ook haar romans De A van Asta en Sult werden genomineerd voor prijzen.

Het studentenleven wordt heel treffend beschreven, heel herkenbaar. Asta wordt door haar vriendin Mai geïntroduceerd in een studentenhuis waarin zeven andere studenten wonen. Ze geniet ervan dat ze voor het eerst zelfstandig is. Het studentenleven vindt ze spannend: haar eigen plankje in de koelkast, zelf boodschappen doen, de gezamenlijke maaltijden, de spelletjesavonden, de feestjes en de keukenvergaderingen. In de keuken hangen meerdere spreuken: draag je lot als een jasje; meer amour en minder merde; wij zijn het antwoord op de crisis. Op de keukendeur staat: het imperium van begeerte.

Op twee bladzijden met een minimum aan tekst geeft Asta een uiting van haar tevredenheid over haar studentenkamer. Een fragment:

ik voel een hemelse rust

mijn boekenkast

de rieten stoel en het bureau

de sleutel van de kamer

die ik in het rode schaaltje gelegd heb,                                                                                          dat wordt de vaste plaats voor de sleutel

een cactus in de vensterbank

een thuis. Mijn hand

die het glas heft

mijn boodschappen in de koelkast

Deze geconcentreerde vorm van spreken lijkt op poëzie. Heel sfeervol.

Mai woont al twee maanden in de studentenflat en heeft sinds anderhalve maand verkering met August. Het probleem is dat Asta ook verliefd wordt op August. De roman beschrijft op subtiele wijze enkele intieme momenten tussen Asta en August. De manier waarop dit verwoord wordt    met enkele woorden of zinnetjes in plaats van beschrijvingen maakt dat de inhoud heel sterk naar voren komt. Het wordt niet helemaal duidelijk hoe ver de intimiteiten tussen Asta en August gingen. Asta voelde zich erg schuldig tegenover Mai.

In het gedeelte dat in het heden speelt is Asta schrijfster. Het bestaat uit enkele korte teksten die handelen over haar schrijverschap, haar vriendschap met Mai en haar contact met haar moeder. Ze gaat naar een televisie-interview. Het gekke is dat ze schrijft over haar voorbereiding en heel gedetailleerd over de behandeling door de visagiste. Aan het eigenlijke interview wijdt ze maar enkele zinnen. Hilarisch is het stukje dat handelt over een optreden van haar in de aula van een middelbare school. Het is een grote ramp: de geluidsinstallatie hapert en haar optreden gaat slecht.

Ik aarzel en hakkel en laat lange stiltes vallen

de leraren blazen in hun koffiekopjes

de leerlingen slapen

ineens welt er woede op in mijn lichaam

wat is dit verdomme ook voor een vertoning                                                                                           dat ik hier een beetje de stand-upcomedian moet uithangen

teenagers naar de mond praten, parels voor de zwijnen!

Terwijl ik het liefst alleen maar wil schrijven

Een tamelijk groot stuk gaat over een verblijf in een schrijvershuis op het eiland Lolland. Midden in de tekst staat een appjes gesprek met haar vriendin: is het leuk in Lolland? Nou ja leuk ik schrijf. De appjes die de tekst even onderbreken hebben een leuk effect.

Is het ‘experiment’ met al die witregels geslaagd? Dat lijkt me wel. Veel wat er staat komt krachtig over. De schrijfster maakt het de lezer wel moeilijk. Zonder aanwijzing in de typografie wordt gewisseld van tijd en onderwerp. Er wordt niet aangegeven wie wat zegt, dat moet uit de context blijken. Paginanummers staan er soms wel en soms niet. Waarom? Het was wel bijzonder om kennis te maken met dit unieke en opmerkelijke boek, een leuke ervaring. Maar ik prefereer een boek waarin je lekker kunt doorlezen.

Tine Høeg – De A van Asta. Vertaald uit het Deens (Tour de chambre) door Adriaan van der Hoeven en Edith Koenders. ISBN 978-90-834-1195-8, 324 pagina’s, € 24,50. Amsterdam: Uitgeverij Koppernik 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen | Reacties uitgeschakeld voor De A van Asta

De Kuifje Mythes

Wilde verhalen en fabels eindelijk rechtgezet

Kuifjekunde van hoge klasse.

Voor alle liefhebbers van Kuifje (Tintin). altijd op pad met zijn hondje Bobby (Milou), is het duidelijk wat het beroep van de jongen is: hij reist als reporter de wereld rond. Evenzogoed krijgt geen mens ooit een verslag van Kuifje te lezen. Daar staat tegenover dat er inmiddels al zevenhonderd boeken over Kuifje zélf zijn verschenen. Ze belichten het leven en het werk van Hergé, zijn schepper, vanuit alle mogelijke invalshoeken van A tot Z, van de aardrijkskundige tot de zoölogische aspecten. Het is duidelijk, ook de academische wereld heeft Kuifje omarmd.

Moet er nu nóg een boek verschijnen op die stapel van zevenhonderd? Jazeker, want Patrice Guérin, Kuifjespecialist uiteraard, heeft daar de wetenschap ‘meta-hergéologie’ aan toegevoegd. Hij is met een loep en een vlijmscherp lancet de schrijver en zijn Kuifje-verhalen te lijf gegaan om ze eens goed te ontleden. Uit de zevenhonderd boeken over Kuifje en Hergé zijn in de loop der jaren velerlei mythes ontstaan en die wilde Guérin nu wel eens ontrafelen.

Klopte het verhaal dat Hergé van koninklijke bloede was? Bezocht Hergé voor zijn eerste Kuifjeverhaal Kuifje in het land van de Sovjets zelf Moskou of tekende hij de St. Basiliuskathedraal van prentbriefkaarten over? Had Hergé als schooljongen inderdaad zulke slechte cijfers voor tekenen? Ginghij in de leer bij een Chinees echtpaar om meer te leren over de Chinese cultuur, nadat een pater hem gewezen had op minpunten in diverse andere tekeningen over dit immense land: ‘Teken Chinezen alsjeblieft niet met een vlecht zoals Westerlingen ze al te vaak voorstellen,’ verzocht hij hem dringend, ‘dat was in de Mantsoe-dynastie een teken van slavernij’. Hergé stond open voor dit advies, bezocht prompt Chinese vrienden van de pater en ging bij hen in de leer om meer over hun cultuur te horen en Chinese tekens te leren schrijven. In De Blauwe Lotus zijn de resultaten zichtbaar. Hergé ging zich in zijn latere leven trouwens steeds meer op details richten, hij wilde dat die klopten. De Lotus was zijn vierde album, in de eerste drie die respectievelijk in Rusland, Congo en Amerika speelden, was Hergé minder nauwkeurig in dat opzicht geweest.

Guérin spitte boek na boek uit, ontrafelde vele mysteries en legde de hand op fake news. Hij bezocht De Zwarte Rotsen – aan de Cote d’Azur, ontdekte dat de tekenaar grote bewondering had voor Hitchcock, dat de eerste Kuifje niet alleen Hergé’s broer Paul maar ook een ander jongetje als voorbeeld had en dat de Franse naam van Bobby: Milou afkomstig was van Hergé’s eerste liefde. En dat zijn dan nog maar enkele voorbeelden.

Auteurs

Patrice Guérin studeerde kunstgeschiedenis aan de Université François-Rabelais. Hij heeft zich na zijn afstuderen altijd beziggehouden met Tintin. Hij schreef artikelen, werkte bij uitgeverijen, maakte radioprogramma’s en films over zijn passie de Tintinologie. Hij is bestuurslid van Les Amis de Hergé. Voor dit boek toetste hij tweeëntwintig Kuifje-mythes op waarheidsgehalte.

Het boeiende voorwoord Een kleine inleiding in de Kuifje-kunde is geschreven door Jean-Pierre Levée. Ook hij is Tintin-expert. Hij schreef onder meer De verdwenen miljoenen van Kuifje.

Hergé, Kuifjes vermaarde schepper, was een Belgische scenarist en tekenaar. Hij leefde van 1903 – 1983. De reeks startte als krantenstrip in Le Petit Vingtième, de jongerenbijlage van het katholieke dagblad Le Vingtième Siecle. Het eerste album verscheen in 1930.

Er zijn inmiddels – maar de teller staat nog lang niet stil, ruim 250 miljoen Kuifje-albums verkocht. Daarnaast zijn er duizenden artikelen in kranten en tijdschriften verschenen en er zijn verenigingsbladen van Kuifje-liefhebbers die met speciale edities komen in magazines als Geo, Historia/Le Point. Kuifje heeft daarnaast een hele gadget-industrie doen ontstaan.

Wat Guérin hieraan nog kan toevoegen? Veel. Hij zocht bijvoorbeeld uit wie het rolmodel was van Bianca Castafiore, de zangeres die glas kon verbrijzelen met haar stem. Hij verdiepte zich erin wie de aangever was van de befaamde scheldwoorden van kapitein Haddock (de Franse schrijver Céline), ach… hij verdiepte zich in zoveel, dat dit bijna een Kuifje-thriller is. Zó vol verrassingen staat dit boek. Heerlijk en spannend om te lezen.

Kuifjekunde, Tintinologie, noem het zoals u wilt, maar als u een liefhebber van Kuifje bent, mag u dit boek niet missen. 

Als Kuifje-fan heb ik dit boek bijna opgewonden zitten lezen. Wat? Nee maar?! Hoe bestaat het zeg?! Dus zó zit het in elkaar! Uitroeptekens, allemaal.

Een boek voor al die duizenden fans die Kuifje in hun hart gesloten hebben. Gauw kopen. Voor uzelf en voor anderen, voor Sinterklaas of voor Kerst en voor zomaar. Dan bent u zeker van blije reacties. En komt u lezend de feestdagen door.

Patrice GuérinDe Kuifje mythes. Wilde verhalen en fabels eindelijk rechtgezet. Vertaald uit het Frans (Tintin au-delà des idées reçues) en van een inleiding voorzien door Jean-Pierre Levée. ISBN 9-7890-8975-686-2. 200 pagina’s, €22,99. Meppel: Just Publishers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur | Reacties uitgeschakeld voor De Kuifje Mythes

Buitenspel

De jonge Van In en Versavel

Het fiksen van voetbalmatches.

Bij een voetbalwedstrijd van Club Brugge komt een vrouw het veld op. Zij steekt een speler neer. Voor de politie een makkie, de dader werd op heterdaad betrapt. Commissaris De Kee wil geen verder onderzoek, maar Van In gaat toch op zoek naar motief en de opdrachtgever. Uiteindelijk wordt het een gecompliceerde zaak met veel betrokkenen. Het hoofdthema is match-fixing, het beïnvloeden van wedstrijden. Veel speelt zich af in de voetbalwereld: spelers, wedstrijden, voorzitters, doping, kampioenschap. Daarnaast gaat het ook nog over gokken en horecagelegenheden. Dat laatste komt goed uit, want Van In en Versavel zijn verzot op Duvel, een Vlaams speciaalbier.

Auteur

Jonas Boets (1981) studeerde Germaanse talen. Hij werkte enkele jaren in het onderwijs en bij de televisie. Als schrijver begon hij met kinderboeken. Na het overlijden van Pieter Aspe kreeg hij toestemming om de boekenreeks voort te zetten. Hij schrijft zogenaamde prequels, boeken over de jonge Van In en Versavel. Buitenspel is deel drie in deze reeks, na Reünie en Macht.

Hoe merk je dat Van in en Versavel jong zijn? Het meest dat opvalt is dat ze geen telefoon of computer hebben. Ze zijn waarschijnlijk nog ongehuwd, want er wordt nooit gesproken over zeurderige echtgenotes die te weinig aandacht krijgen. Het zijn twee goede politiemensen die slim speurwerk doen en doorzetten. Klassiek in een politieroman is dat bij de goede speurder intuïtie een rol speelt. Als zijn baas de zaak wil afronden, wil Van In verder gaan omdat hij vermoedt dat er meer speelt. En daar heeft hij gelijk in.

Buitenspel is een gecompliceerd boek. Er spelen veel verschillende belangen. Zo is er de goktent WinWin waar sommige voetballers diep in de schulden geraken. Eigenaresse Layla Gedoz is een keiharde vrouw met een verleden bij de Colombiaanse FARC. In de discotheek Parallel hangen overal camera’s. Eigenaar Sobota chanteert met compromitterende foto’s. Jules de Meester directeur van Cercle Brugge zit diep in de schulden. Hij heeft een gewaagd plan om in één keer van zijn schulden af te komen. Bijzonder is zijn rivaliteit met de Clubvoorzitter Jessy Dyserynck. Ze zitten elkaar op meerder terreinen dwars. Dan is er ook nog eens sprake van doping.

Alle kwesties hebben te maken met de voetbalclubs Cercle Brugge en Club Brugge. Van In en Versavel doen daar noodgedwongen veel onderzoek. Het is grappig dat Van In aan het begin van het onderzoek zich niet interesseert voor voetbal en gaandeweg zelfs enthousiast wordt. Het is leuk Franky Ceulemans genoemd wordt. Hij was jarenlang speler bij Club Brugge. De trainer heet Hugo Happel. Een knipoog naar de bekende Oostenrijkse coach Ernst Happel, die met Feyenoord de Europacup en de wereldbeker won en daar van 1975-1978 trainer was. De speurders worden geconfronteerd met misdadige praktijken en belanden ze soms in gevaarlijke situaties.

Buitenspel is een vermakelijke en spannende thriller. Een echte Aspe.

Jonas Boets – Buitenspel. Serie Aspe.ISBN 978-90-223-4102-5, 310 pagina’s, € 22,99. Antwerpen: Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Buitenspel