De dagen die komen

Van kantoor naar moestuin

Een jaar van rouw.

Amande Luzin heeft veel te verwerken. Eerst verloor ze haar echtgenoot door een motorongeluk en kort daarna ook haar baby. Ze regelt een jaar onbetaald verlof en huurt een huis in Auvergne. Het huis met een tuin en een stuk bos staat al drie jaar leeg en is verwaarloosd. Het ligt afgelegen. Amande komt met een voorraad eten. Pas na een maand is ze genoodzaakt boodschappen te doen en komt ze in de buitenwereld. Het huis is volledig ingericht. Ze vindt van de vorige bewoonster aantekenboekjes waarin precies wordt vermeld hoe ze met de moestuin moet omgaan. Per maand worden alle handelingen vermeld. Amande gaat hiermee aan het werk. Langzamerhand wordt het onderhoud van de moestuin haar voornaamste bezigheid.

Auteur

Mélissa da Costa (1990) is een Franse schrijfster. In 2019 publiceerde ze haar eerste roman Tout le bleu du ciel. Het werd een megabestseller, uiteindelijk ook in Nederland waar het pas in 2024 verscheen onder de titel Al het blauw van de hemel. Inmiddels heeft ze zeven boeken gepubliceerd. De dagen die komen is haar tweede boek dat vertaald is in het Nederlands.

Amanda woont in een zelf gekozen isolement. Ze heeft wel goed contact met haar schoonfamilie. Er is sprake van wederzijdse bezoeken. Haar schoonvader Richard komt zelfs enige tijd bij Amanda wonen. Hij kan het verlies van zijn zoon moeilijk verwerken. Ontroerende ontmoetingen met haar schoonfamilie vinden plaats als haar schoonzusje Cassandra een baby krijgt. Amanda’s man werkte als jeugdleider. Hij was heel geliefd bij zijn pupillen. Enkelen van hen komen op bezoek. De ontmoetingen zijn hartverwarmend. De lange reis uit Lyon is voor hen geen bezwaar. Ook haar moeder komt een keer vanuit het verre Réunion. De relatie met haar moeder was slecht. Het is mooi om te zien dat deze gedurende het verblijf de relatie langzaam beter wordt.

De vereenzaamde Amande krijgt in de loop van de tijd een vriendschappelijke relatie met Julie Hugues. Deze komt steeds onverwachts op bezoek en is zeer behulpzaam, bijvoorbeeld met de tuin. Als de tuin vol bloemen staat gaat Amanda daar bloemsieraden van maken. Met behulp van Julie gaat Amanda die unieke sieraden verkopen, met veel succes, Amanda besluit dan niet terug te keren naar Lyon maar in Auvergne te bliven.

Deze aangrijpende en ontroerende roman is eigenlijk het verslag van een rouwproces en vertoont veel diepgang. Het is geschreven met veel inlevingsvermogen. De schrijfster schrikt er niet voor terug het grote verdriet van Amande te beschrijven. De grote liefde voor Benjamin blijft. In de tuin heeft ze een bezinningsplek bij een den. Ze noemt het een heilige den. Daar spreekt ze tegen Benjamin. Gaandeweg leeft ze op.

Mélissa Da Costa –De dagen die komen. Vertaald uit het Frans (Les Lendemains) door Anne van der Straaten en Els Dekker. ISBN 978-90-223-4115-5, 281 pagina’s, € 22,99. Antwerpen: Manteau / Standaard Uitgeverij 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor De dagen die komen

De tweede helft van je leven

De kracht en de wijsheid van de vrouw

Op weg naar een formidabel wezen.

De 49-jarige Susan Smit zit in de wachtkamer van een kliniek waar ze een behandeling voor huidverstrakking zal ondergaan. In de ogen van de meeste mensen is ze bloedmooi, maar naar haar eigen mening begint ze er onrustbarend oud uit te zien. Dat gevoel had ze al eerder, dit wordt haar derde poging om de tijd te lijf te gaan door haar huid te laten verstrakken. In de wachtkamer leest ze een boek van de Amerikaanse feministe Susan Sontag. Ze knikt goedkeurend bij Sontags uitspraak hoe ‘het volkomen natuurlijke proces van ouder worden bij vrouwen wordt gezien als een nederlaag’. Smit staat er op dat moment niet bij stil dat zij daar zit als het levende bewijs van Sontags woorden. Sterker nog, op de derde zal later nog een vierde huidbehandeling volgen. Inmiddels is ze zover dat ze de tijd gaat nemen om van een ‘lekker wijf’ te veranderen in een ‘leuk oud wijf’. Ze heeft de ouderdom nog niet helemaal aanvaard, maar ze is op weg. De nederlaag is geleden, de strijd voorbij. Tenslotte, realiseert ze zich, zit ze nu in de herfst van haar leven. En de herfst is een seizoen met een uitbarsting van kleuren in een spectaculaire show. Er staan haar, als ze mazzel heeft, nog twee mooie seizoenen te wachten. En in die jaren plukt ze de vruchten van verworven wijsheid, ze transformeert tot een formidabele vrouw met zelfkennis, intuïtie, humor, sensualiteit, eigenwaarde, een steekhoudende visie op de samenleving en een persoonlijke band met de natuur en het onzichtbare. Ze wordt een persoonlijkheid met wie men rekening zal houden.

Het is een hele lijst aan wensen, en Susan Smit neemt in haar nieuwe boek uitgebreid alle aspecten van de gedroomde transformatie ter hand. En ze nu ze de drempel eenmaal over is, doet ze dat met verve. Als een vrouw een bepaalde leeftijd te boven is wordt het indiscreet gevonden haar naar haar leeftijd te vragen. Komt dat antwoord toch, dan volgt vaak geruststellend: ‘O, ik had je veel jonger geschat!’ Of: ‘Je hebt nog wel een jonge geest.’ Smit vindt dat waanzin. Ze wíl geen jonge geest hebben, ze heeft haar wijsheden zwaarbevochten en ze is er trots op. Ironisch zegt ze: ‘Jong van geest’ klinkt voor mij als ‘je bent zo leuk dat we bereid zijn je verschrikkelijke leeftijd te vergeten’. Het komt voort uit de westerse obsessie met jeugd en schoonheid. Smit is er mee klaar. De term ‘zestig is het nieuwe veertig’, of ‘zeventig het nieuwe vijftig’… en ga zo maar door, geruststelling voor wie ouder wordt, wil ze niet meer horen. Ze is vijftig en dat is voor haar het nieuwe vijftig. Geen getob om zo jong mogelijk over te komen, maar trots en tevreden zijn met de geneugten van de dag.

Auteur

Susan Smit (1974) is schrijfster en columniste van Happinez. Ze debuteerde in 2001 met Heks. Inmiddels staan er heel wat boeken op haar naam, zoals de bestsellers Gisèle, Tropenbruid en De wijsheid van de heks. Smit werd genomineerd voor de NS-Publieksprijs voor de roman De heks van Limbricht. Begin 2024 publiceerde ze Alles wat beweegt, een historische roman over Isadora Duncan.

Voorin het boek draagt Smit haar werk op aan ‘iedereen die klaar is om niet langer te geloven wat haar is wijsgemaakt’. Hoofdstuk voor hoofdstuk beschrijft ze facetten van leven en doen om haar wijze lessen uit de doeken te doen.

Soms vind ik het geheel wat zweverig, het kan ook zijn dat uw recensente te nuchter is voor bepaalde denkbeelden. Ieder haar meug nietwaar. Smit schrijft voortreffelijk, ze kan mij alleen niet overtuigen/bekeren. Hindert niet. Achterin haar boek schrijft ze ‘Het meesterwerk van je leven is van jou en van jou alleen. Zorg er goed voor’.  Dat doe ik.

Ik ben geen volgeling van Smit, maar ze weet het beslist mooi te brengen.

Susan Smit – De tweede helft van je leven. De kracht en wijsheid van de vrouw. ISBN 978-90-488-7384-5, 287 pagina’s, 5 23,99. Amsterdam: Lebowski Publishers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Non Fictie | Reacties uitgeschakeld voor De tweede helft van je leven

De weeromstuit

De besognes van het leven

Alles is betrekkelijk.

De vierde bundel van Miguel Declerq bevat gedachten over het dagelijks leven. Over het algemeen  zijn de gedichten vrij toegankelijk, hoewel je soms  ineens op raadselachtige zinnetjes stuit. De gedichten hebben geen verheven inhoud, maar het is wel pure poëzie door het ritme. De vorm van de strofen is heel wisselend. Vaak is er maar één strofe. De bundel bestaat uit zeven afdelingen. De titels van deze afdelingen zijn soms raadselachtig: Gepluimd, Kompres. De toon is heel wisselend: kritisch, ironisch, laconiek, hard, zelden romantisch.

Auteur

Miguel Declercq (Oostende 1976) schrijft en tekent. Hij publiceerde in diverse literaire bladen zowel Belgische als Nederlandse. Hij debuteerde met de dichtbundel Pderson@ges, een sonnettenkrans waarmee hij de Hugues C. Pernath-prijs won. In 1999 publiceerde hij de  roman Wat Chloé overkwam. Overige bundels: Schijnmanoeuvres en Zomerzot/Somersault.

Het is mooi om vast te stellen dat de dichter zelfkritiek heeft. In Iets om  stil te staan typeert hij zijn gedichten . Het gedicht begint zoals zovele met één woord.

Ik                                                                                                                                                 

schrijf een gedicht                                                                                                                            

in welks overdenking de geest zich verliest.                                                                                     

Het rijmt en is metrisch.                                                                                                                 

Het gaat over niets.                                                                                                                        

Wat keek u verwonderd terwijl u dat las!                                                                                         

Dat is de bedoeling. Dat doet mij genoegen.                                                                                   

U bent niet de eerste                                                                                                                          

die meer had verwacht.

In Podium gaat het over een actuele zaak. Het is gewaagd, maar waarschijnlijk ironisch bedoeld. Slot:

Wat is het fijn                                                                                                                                

een blanke, heteroseksuele man                                                                                                      

op een podium                                                                                                                                   

te mogen zijn.

Romantiek en pure poëzie treffen we in het gedicht Bodemloos.

Ik zie dat je alleen bent als je lacht.                                                                                                

Ik slik je medicijnen                                                                                                                        

om te weten hoe het voelt om jou te moeten zijn en                                                                       

het is erger dan ik dacht.

Wees niet bedeesd.                                                                                                                           

Je bent misschien een zangvogel met hoogtevrees,                                                                                        

toch hoor je thuis tussen de wolken                                                                                                

op een boogscheut van de zon.

In de gedichten Hier komen ze en Het was een bloedbad voel je bedreiging.

Hoe wordt gereageerd op de dreiging?

Dus doof het licht en sluit de vensters.                                                                                      

Schuif de meubels voor de deuren, maar in stilte.                                                                                                                           

Zoek iets scherps om mee te steken. Nee, iets scherpers.                                                               

Zet je schrap, en wees bereid om voor de goede zaak te sterven.                                         

Luister. Wellicht is dit het juiste ogenblik                                                                                     

om elkaar voor het laatst te omhelzen.

Een ontroerend slotzin.

In de laatste afdeling Outro (einde) gaat het over zinloosheid en dood. De fraaie slotzin van Ongenode gast luidt:

De dood is een bezoeker                                                                                                                 

die zichzelf heeft uitgenodigd.

Een heel fraai gedicht met deze thematiek is Ginder.

Zo staart men in de zon                                                                                                                   

en wordt men lichter: er is geen gids,                                                                                          

geen overheidsbemoeienis.                                                                                                        

Alleen de grote vogelverschrikker                                                                                                

geeft men desnoods de middelvinger.                                                                                             

Dan is het tijd.                                                                                                                               

Dan wordt men heel voorzichtig opgetild,                                                                                         

en hier                                                                                                                                             

wordt stilaan ginder.

De geciteerde voorbeelden laten zien hoe gevarieerd de bundel is. De gedichten zijn fijn om te lezen en met weinig woorden is er vaak een diepere betekenis.

Een geslaagde bundel.

Miguel Declercq – De weeromstuit. ISBN 978-94-922-4174-0, 75 pagina’s, € 19,95. Utrecht: Uitgeverij Magonia 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Poëzie | Reacties uitgeschakeld voor De weeromstuit

Askruis

Monniken in de veertiende eeuw

Het levensverhaal van de prior.

Deze historische roman speelt zich af in de veertiende eeuw. De personages zijn dominicaner monniken. Twee jonge monniken, Antonin en Robert, gaan in opdracht van Prior Guillaume naar Toulouse om bij een leerlooier perkament van de beste kwaliteit te kopen. Het gaat om velijn. De prior gaat zijn levensverhaal vertellen aan Antonin. Deze moet het opschrijven. In Toulouse worden Antonin en Robert gearresteerd door de inquisiteur. Robert wordt vastgezet wegens een vroeger vergrijp. Antonin wordt vrijgelaten. Hij keert terug naar het klooster met het velijn en speciale inkt. De prior begint met zijn verhaal.

Auteur

Antoine Sénanque (1959) studeerde geneeskunde en was werkzaam als neuroloog. Later studeerde hij geschiedenis. Als schrijver debuteerde hij in 2004 met Blouse, een aanklacht tegen de geneeskunde. Zijn latere romans kregen een meer historische en spirituele inslag. Askruis is zijn eerste roman die in het Nederlands vertaald is.

Het levensverhaal van prior Guillaume bevat twee belangrijke onderwerpen: het ontstaan en de verbreiding van de pest en zijn omgang met de mysticus Meester Eckhart. Guillaume reisde in zijn jeugd naar het oosten. Toen hij in Kaffa verbleef, een stad op de Krim, werd de stad belegerd door de Tataren. Die belegering duurde twee jaar. Door het uitbreken van de pest moesten de Tataren het beleg opgeven. Zij slingerden de aan pest gestorven soldaten over de muur met zogenaamde lepelblijdes. Daardoor ontstond in Kaffa de pest. De ziekte verspreidde zich doordat besmette inwoners de stad verlieten en naar Europa reisden. Onder hen waren zes dominicanen. Zij waren dus verantwoordelijk voor het uitbreken van de pest in Europa.

Een groot deel van de roman bestaat uit gesprekken van Meester Eckhart met Guillaume. Deze was jarenlang zijn leerling. Sénanque staat uitvoerig stil bij de leer van de wijsgeer. De abstracte denkbeelden van Eckhart vormen geen eenvoudige leesstof, maar met enige concentratie en doorzettingsvermogen is het te bevatten. Het is de auteur gelukt Eckharts filosofie helder over te brengen. Een centraal woord in zijn mystiek is ’onthechting’, het kunnen loslaten van materiële zaken, maar ook van geestelijke verworvenheden. Uiteindelijk gaat het om het eenworden met God. Naast zijn leer gaat het ook over de persoon Eckhard. De kerk vond zijn ideeën ketters. Zijn geschriften werden vernietigd, maar Eckhart zelf werd gespaard van de brandstapel.

Askruis bevat een schat aan informatie: het kloosterleven, de inquisitie, de kerk, het pausdom, de pestepidemie en Meester Eckhart. Echter ook een kleiner onderwerp als de leerlooierij en het maken van perkament komt aan de orde. Veel aandacht is er voor de inquisitie. De bewoners van het klooster hebben te maken met de inquisiteur Louis de Charnes. Hij is bang dat het levensverhaal van de prior belastend zal zijn voor de katholieke kerk, daarom wil hij met alle geweld het manuscript in handen krijgen. Het is onthutsend om te zien hoe wreed de ketters door de inquisitie werden behandeld. Robert werd opgesloten in een zogenaamde smalle kerker. Hij kon daar alleen staande slapen. Alle besognes rond de inquisiteur leveren wel spanning op.

De roman bevat af en toe gruwelijke details, bijvoorbeeld over Robert in zijn cel. Daar heeft hij  te maken met talrijke kakkerlakken. Hij gaf ze kruimels van zijn maaltijd en liet ze over zijn lichaam rennen, dat voor het ongedierte een rijk buffet vormde. Om de tijd door te komen preekte hij voor de kakkerlakken. Iets soortgelijks vinden we bij Meester Eckhart die aan het eind van zijn leven in een schamele hut woont met tientallen ratten die aan hem snuffelen en over hem heen lopen. Deze taferelen laten zien hoe beeldend Sénanque kan schrijven. De stijl is overigens heel wisselend. Hij schrijft soms wat plechtig met lange volzinnen, maar bij spannende gedeeltes gebruikt hij heldere korte zinnen. Robert en Antonin gebruiken soms platte hedendaagse uitdrukkingen: onze ballen vriezen eraf, het eten is niet te hachelen, tering.

Een indrukwekkende, zeer afwisselende en leerzame historische roman.

Antoine Sénanque – Askruis. Vertaald uit het Frans (Croix de cendre) vertaald door Noor Koch. ISBN 978-90-263-6728-1, 356 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Askruis

Freek en de mierenkoningin

De pijn van sporen uit het verleden

Vriendschap tussen mensen en dieren.

Freek is niet zo vlot als andere mensen. Dat maakt op zich niets uit, want waarom zou iedereen de bovenste beste moeten zijn? Freek zit daar nét een eindje onder, hij kreeg tijdens zijn geboorte een zuurstoftekort en dat zorgt ervoor dat hij de rest van zijn leven een ‘beperking’ heeft. Hij kan minder, presteert minder, is motorisch minder goed en loopt daardoor wankel…. Hij weet het, hij is daardoor voor veel dingen afhankelijk van zijn moeder bij wie hij, op zijn 26ste, nog steeds, thuis woont. Zijn vader kon ’t niet aanzien, een zoon als Freek. Hij vertrok en bouwde een tweede leven op met een nieuwe vrouw en twee gezonde dochters. Freeks moeder voelt zich schuldig: zíj liet hem geboren worden, dus dat zuurstoftekort lag aan háár, zo verwijt ze zichzelf. Het gevolg is dat Freek voor haar boven alles en iedereen gaat, zelfs een nieuwe relatie – wat zij graag zou willen – kan vertrekken als de man in kwestie Freek niet wil opnemen in hun verbond, als een duo met een groot kind dat altijd bij hen zal blijven. Freek voelt dat als een benauwenis. Hij wil zelfstandig gelukkig zijn. En: hij wil graag zijn hele leven in de dierentuin blijven werken.

Want dat is wat hij wil en waarin hij geslaagd is. Hij werkt in de dierentuin, hij heeft de verantwoording voor het verzorgen van de insecten. En daarmee zijn niet alleen de vlinders en insecten zijn vrienden geworden, maar ook Thijs, de man die hem aangenomen heeft en als een vriend met hem omgaat. Thijs zorgt er ook voor dat Freeks fouten met de mantel der liefde worden afgedekt, opdat directeur Joost ze niet ziet. Want Joost vindt het maar niets, zo’n jongen als Freek in de dierentuin. Thijs heeft betoogd dat ook iemand met een beperking kansen moet krijgen en daarom is Joos morrend akkoord gegaan al begrijpt hij niets van Thijs’ vriendschap met Freek. Maar Thijs weet het maar al te goed. Freek doet hem denken aan zijn overleden broertje en aan de afschuwelijke manier waarop de kleine jongen doodging. Thijs voelt zich daar, al dan niet terecht, schuldig over, hij wil aan Freek goedmaken wat hij aan zijn broertje Lars misdeed. Dat spookt rond in zijn hoofd, al spreekt hij het niet uit.

Auteur

Marjolein de Craen (1962) studeerde Franse taal- en letterkunde. Ze volgde daarna de studie klinische psychologie. Na haar tweede afstuderen werd ze psychotherapeut en psychoanalyticus. Freek en de mierenkoningin is haar romandebuut.

Vriendschap voert in dit boek de boventoon, vriendschap met een mantel van schuld en boete. Zo’n mantel is zwaar te dragen en kan tot misverstanden leiden. Want iedereen wíl het beste, maar is daartoe niet altijd in staat.

Het decor van dit boek, de insectenkas van de vlindertuin, is heel bijzonder. Craene heeft zich diepgaand geïnformeerd over de kleine, ragfijne en bijzonder gekleurde bewoners van de tropische kas.

Het omslag van dit boek is gesierd met prachtige tekeningen van vlinders die mij deden denken aan de vlindertekeningen van Maria Sibylla Merian, wier boek Erucarum Ortu in het jaar van haar dood 1717 opzien baarde. Ook in het boek staan er tussen de hoofdstukken ragfijne tekeningetjes van vlinders en insecten.

Een bijzonder mooi debuut dat ook visueel noodt tot lezen.

Marjolein de Craen – Freek en de mierenkoningin. ISBN 9-789-492-24-1733. 226 pagina’s, €22,95. Utrecht: Uitgeverij Magonia 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Dieren, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Freek en de mierenkoningin

Leeuweriken van de dood

Engelse militairen tijdens de Eerste Wereldoorlog

Liefde overwint alles.

Leeuweriken van de dood is het verhaal van twee geliefden, tevens militairen die betrokken zijn bij de gevechten tussen Engelsen en Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wynn is officier en Charlotte legerarts. Het verhaal begint voor de oorlog. De jeugd van Charlotte wordt uitvoerig beschreven. Charlotte en Wynn leren elkaar kennen als de oorlog uitbreekt en Wynn al direct vertrekt naar Frankrijk. Het grootste gedeelte van de roman speelt zich af tijdens de oorlog in Noord-Frankrijk bij de Somme. Ook een korte periode na de oorlog wordt beschreven. Het boek beschrijft uitvoerig de verschrikkingen van deze loopgravenoorlog met enorme aantallen doden en gewonden.

Auteur

Hans Wiersum (1954) werkte als communicatiemanager in de bankwereld. Hij volgde schrijfopleidingen bij de Schrijversvakschool en de Querido-academie. Leeuweriken van de dood  is zijn schrijversdebuut.

Met Charlotte Chadbourne heeft de schrijver een bijzonder personage gecreëerd. Ze heeft een sterke eigen wil. Als ze 17 jaar is wil haar moeder dat ze gaat trouwen met een jongeman die door haar ouders is uitgezocht. Zelf wil zij voor arts gaan studeren. Er ontstaat een heftig conflict. Haar ouders willen de studie niet betalen. Gelukkig vindt ze steun bij haar grootvader. Haar studie verloopt heel succesvol. Ze vindt een baan in een ziekenhuis. Ondertussen ontstaat de relatie met Wynn. Als hij naar Frankrijk vertrekt wil zij ook. Het leger kent echter geen vrouwelijk artsen. Zij besluit als man te gaan. Haar grootvader helpt haar bij deze persoonsverwisseling. Met kort geknipt haar en in een mannenuniform treedt ze in dienst en volgt ze een militaire opleiding. Als luitenant Russel Findling vertrekt ze naar Frankrijk, waar ze al snel te werk wordt gesteld in een noodhospitaal. Haar werk met de zwaar gewonden wordt uitvoerig beschreven.

De andere hoofdpersoon is Wynn. Hij is de zoon van een burggraaf, een grootgrondbezitter met veel pachters. Het gezin woont in een groot landhuis met veel personeel. Wynn is bevriend met de broer van Charlotte. Charlotte ontmoet hem bij een verjaardag. Het stel is direct zwaar verliefd. Wynn vertrekt als luitenant naar Frankrijk en belandt aan het front waar zwaar gevochten wordt vanuit de loopgraven. Ontroerend is de wapenstilstand met kerst. De Engelsen en Fransen hebben dan contact met elkaar. Heel spannend en gruwelijk is de beschrijving van een Engelse aanval waarbij velen sneuvelen of gewond raken. Wynn gaat voorop in de strijd en raakt zwaar gewond.

We willen niet te veel prijsgeven van deze interessante, maar ook spannende roman. Er rijzen veel vragen: wordt Charlotte (Russel Findling) ontmaskerd in haar rol als mannelijke legerarts? Worden Charlotte en Wynn weer met elkaar verenigd? Overleven ze de oorlog? Jammer dat de uitgever al zo veel van de inhoud weggeeft op het achterblad.

Hans Wiersum beschreef in deze roman een stuk van de Grote Oorlog. We krijgen een helder beeld over hoe het toeging in deze vreselijke en zinloze strijd. Verder zijn die gedeeltes die handelen over het familieleven van de gegoede kringen in Engeland zeer interessant. Deze indrukwekkende historische roman berust op veel deskundigheid en is in een heldere stijl geschreven.

Hans Wiersma – Leeuweriken van de dood. ISBN 978-90-834-4950-0, 466 pagina’s, € 24,95.  Obdam: Uitgeverij Doornwater 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Eerste Wereldoorlog, Fictie, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Leeuweriken van de dood

Weg van Ikea

Smölboek voor fans en haters

Over de blauwe Fraktetas, de Elly en de Billy niet te vergeten…

Geloof het of niet: er IS een kortste route. En hoe je het snelst bij de uitgang komt? ‘Rennen!’ zegt de verkoopster. Want van een geintje houden ze wel, de mensen van Ikea. Er is een boek verschenen dat vól aardige anekdotes over Ikea staat, de meeste ervan opgetekend uit de mond van Elly van Westerop-Sajet, een vrouw die na 37 jaar werken bij de meubelfamilie van haar pensioen gaat genieten. Elly is niet zómaar een verkoopster. Ze heeft tijdens haar lange staat van dienst op verschillende afdelingen gewerkt en ze had het overal ontzettend naar haar zin. Maar verkopen vond ze toch het leukste, dat zit haar nu eenmaal in het bloed.

Ze vertelt tijdens praatsessies aan ghostwriter Marcel Maassen het ene smeuïge verhaal na het andere. Over de man die met blote billen de ballenbak in dook, over mensen die extra genieten van een potje seks als ze dat – onder openingstijd – in een opgemaakt Ikeabed in een kleine modelslaapkamer kunnen doen, over de viezeriken die in de kamertjes plassen en poepen, in de laden van een kastje of in een show-wc-pot die is volgestort met beton en dus niet op de riolering aangesloten is…. Over de talloze keren dat zij en haar collega’s achterna geroepen worden met ‘Hej!’ (hallo op z’n Zweeds, maar nogal bot ‘Hé!’ op z’n Nederlands). Bot ja, want de lontjes van de Ikeaklanten zijn na de corona-epidemie aanzienlijk korter geworden. En dan helemaal in Amsterdam, Elly’s standplaats. In Ikea Haarlem of Amersfoort is de sfeer aanzienlijk beschaafder…Toenemende verhuftering. Hoe dat komt? Elly haalt haar schouders op. Geen idee. Om door te ratelen, óp naar het volgende Ikea-ervaringsverhaal. En Marcel Maassen maar luisteren.

Er bestaan Ikea-haters en Ikea-liefhebbers. Merkwaardig genoeg is er bij Elly thuis geen Ikea-stuk te bekennen, terwijl Maassen zijn hele huis vol Ikea spullen heeft staan. Met grote stukken als meubels, tot de kleinste eiersnijder… als Maassen bij Ikea is, komt hij altijd wel weer wat tegen wat hij niet kan en wil missen. Hij is de gedroomde Ikea-klant. Dat begon in 1983 toen hij ging studeren en bij Ikea zijn eerste Billy-boekenkast kocht en dat duurt tot de dag van vandaag. De eerste vestiging van het woonwarenhuis stond in Sliedrecht en werd in 1979 geopend. Critici waren sceptisch. Want de spullen waren weliswaar goedkoop, maar de klant moest wel zelf aan het werk. Hij kocht, moest de waren zelf naar huis brengen en ze vervolgens zelf in elkaar zetten. Dat zou nooit wat worden. Maar de critici kregen ongelijk. Ikea werd een doorslaand succes. En dat is nog zacht uitgedrukt.

Auteur

Marcel Maassen (1965) schrijft romans en non-fictie. In 2023 publiceerde hij Wat mama niet vertellen kon een indrukwekkende en veelgeprezen zoektocht naar de identiteit en het ware verleden van een moeder.

Zijn uitgever benaderde hem met de vraag of hij een Ikea-boek wilde schrijven. Toen Marcel kort daarna – winkelend bij Ikea, Elly tegen het lijf liep was de klik er snel. Elly vertelde dat ze na 37 jaar met pensioen ging. En ook dat ze zóveel had meegemaakt bij haar geliefde bedrijf, dat ze er wel een boek over vol zou kunnen schrijven. ‘Dat komt goed uit’, zei Marcels vrouw. “Hij staat voor je.” En zo werd dit boek geboren.

Maassen duikt ook in de geschiedenis van het bedrijf. Eerst in Zweden, daarna wereldwijd. Nu is Ikea een bedrijf met een omzet van (boekjaar 2023) 47,6 miljard, Ikea heeft 473 vestigingen in 63 landen. In Nederland staat het grootste filiaal in Amsterdam. En er werken, alweer wereldwijd: 219.000 mensen. Alle nieuwe producten zijn voorzien van Zweedse namen.

Elly, om even naar de vertelster van dit boek terug te keren, mag zich ook verheugen in een Ikeaprodukt dat haar naam draagt. Het is een theedoek, wat Elly van Westerop betreft – en ze heeft het echt niet hoog in de bol – is het een nuttig, maar bescheiden product, ze had liever iets aansprekenders met haar naam getooid gezien.

Weg van Ikea is een heerlijk, lekker leesbaar boek. Veel rare avonturen, en veel ditjes en datjes en weetjes over het immense bedrijf. Allemaal leuk, verbazingwekkend, opzienbarend en krankzinnig om te lezen.

Een smölboek, noemt Maassen het op z’n Zweeds. Even lekker als de befaamde gehaktballetjes van Ikea. Tast toe!

Marcel MaassenWeg van Ikea. ISBN 9-789-493-3193-18. 253 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Uitgeverij Brandt 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Diversen, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Weg van Ikea

De ogen van Mona

Een grootvader geeft kunstgeschiedenis

Tegen dreigende blindheid.

Mona, een meisje van tien jaar, verliest ineens haar gezichtsvermogen: alles wordt zwart. Ze gaat met haar ouders naar het ziekenhuis en onderweg kan ze plotseling weer zien. In het ziekenhuis volgt nog een grondig onderzoek, maar er wordt geen oorzaak gevonden. De angst blijft dat ze voorgoed blind zou kunnen worden. Haar grootvader is erg met haar begaan. Hij verzint wat leuks. Een jaar lang gaan ze elke woensdagmiddag naar Parijse musea: het Louvre, Musée d’Orsay en Beaubourg (het Centre Georges Pompidou). Per keer bestuderen ze één beroemd schilderij. In 52 hoofdstukken worden 52 kunstwerken beschreven.

Auteur

Thomas Schlesser (1977) is een kunsthistoricus, directeur van de Hartung-Bergman stichting, docent aan de École polytechnique en auteur van verscheidene essays. De ogen van Mona is zijn eerste roman. Deze wordt in 33 landen uitgegeven.

Op aanraden van de kinderarts willen Mona’s ouders dat ze behandeld gaat worden door een psychiater. Ze vragen haar opa om haar daarbij te begeleiden. Opa vindt deze behandeling maar onzin en hij besluit buiten Mona’s ouders om niet naar de psychiater te gaan maar in plaats daarvan musea te bezoeken. Hij wilde haar voordat ze misschien blind zou worden confronteren met veel beroemde schilderijen. Zo zou in Mona’s brein een soort depot ontstaan waar ze visuele pracht uit kon putten. Mona is enthousiast en opgelucht dat ze verlost is van een psychologische behandeling.

Elk bezoek verloopt op dezelfde manier. Ze gaan direct naar een schilderij. Op de zesde dag gaan ze naar La Bohémienne (Het zigeunermeisje) van Frans Hals. Ze krijgt als opdracht: Kijk nu, Mona. Neem alle minuten die nodig zijn om te kijken, om echt te kijken. Naar het schilderij blijft ze maar liefst twintig minuten kijken. Daarna volgt een gesprek over wat ze gezien heeft. Daarbij vertelt opa wat meer over de schilder. Voor de lezer is er cursief gedrukt een beschrijving van elk schilderij en een afbeelding. Zo krijg je steeds een unieke uitleg.

Naast de museumbezoeken met opa wordt er ook verteld over het gezinsleven. Vader heeft een slecht lopende brocanterie. Er zijn financiële problemen, daardoor is hij ernstig aan de drank. Ook de bezoeken aan het ziekenhuis en de behandeling door de kinderarts worden beschreven, evenals Mona’s schoolleven. Dat privéleven krijgt wel erg veel aandacht. Het hoofddoel van dit boek is per slot van rekening de kunst, en niet een uitgebreid verhaal over een meisje met oogproblemen.

Van de schilders zijn de meeste grote namen wel aanwezig. Nederland is vertegenwoordigd met Frans Hals, Rembrandt, Johannes Vermeer, Vincent van Gogh en Piet Mondriaan. Natuurlijk worden vanzelfsprekend grootheden als Sandro Botticelli, Leonardo da Vinci, Paul Cézanne, Wassily Kandinsky, René Magritte en Pablo Picasso besproken,  maar ook veel wat minder bekende schilders komen aan de orde.

Er worden veel bijzonderheden genoemd. Zo wordt van Frans Hals gezegd dat hij ook oog had voor gewone mensen en dat hij niet alleen duurbetaalde portretten vervaardigde. Michelangelo was onuitstaanbaar. Een klap op zijn neus bezorgde hem een afstotelijk uiterlijk. Claude Monet werd impressionist genoemd. Dat was aanvankelijk een scheldwoord voor vaag gedoe met een suggestieve, onaffe toets. Monet maakte van het impressionisme een geuzennaam. Van Rafaël wordt een levensvisie gegeven. Tegenover het lot moet gewerkt worden aan onthechting: geen slaaf zijn van je emoties, maar ze op een afstand houden. Naast de informatie over de kunstenaars worden ook allerlei termen verduidelijkt. Bij Caspar David Friedrich wordt de term Sturm und Drang uitgelegd en bij Rembrandt clair-obscur.

Het boek bevat een schat aan informatie over de schilderkunst. Door de opzet is het ook toegankelijk, ook voor jongeren.

Een bijzondere oriëntatie in de beeldende kunst.

Thomas Schlesser – De ogen van Mona. Vertaald uit het Frans (Les yeux de Mona) door Gertrud Maes. ISBN 978-90-468-3222-6, 416 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Kunst | Reacties uitgeschakeld voor De ogen van Mona

Meisje met de parel

Vermeer schilderde Griet met een penseel vol liefde

Gouden klassieker opnieuw in beeld.

Het is het jaar 1664. De protestantse Griet is zestien jaar oud als haar ouders ’s middags bezoek krijgen van een haar onbekend echtpaar. De man en de vrouw, wonend in de Delftse Papenhoek – waar alle katholieken wonen – komen om háár te bekijken: ze hebben een rustige dienstbode nodig die zich speciaal zal moeten bezighouden met het schoonmaken van het atelier van de man. Griet is op dat moment groenten aan het snijden voor de soep, en zoals ze gewend is schikt ze de verschillende soorten zorgvuldig, zodat ‘de kleuren niet vechten’. De man is geboeid door die handeling, vraagt ernaar, en ze geeft verlegen uitleg. Haar woorden overtuigen hem, Griet is het meisje dat zijn atelier mag schoonmaken, zíj ziet hoe belangrijk kleuren en vormen zijn. Het echtpaar neemt haar aan, ze kan de volgende dag beginnen. Pas na hun vertrek hoort Griet dat ze zal gaan werken bij de bekende schilder Johannes Vermeer en zijn vrouw Catharina. Het meisje dat vóór haar het atelier schoonmaakte, verplaatste dingen, zelfs als het zichtbaar de accessoires waren voor een stilleven waaraan Vermeer werkte. Griet moet alles schoonmaken, maar geen attribuut in het vertrek mag ook maar een millimeter worden verschoven, alles moet nauwkeurig terug op zijn plaats komen staan. Ze werkt met een meetlint in de hand, opdat niets wordt verplaatst.

Griet is eerst wat bang van Johannes Vermeer, maar al gauw merkt zij dat hij een zachtmoedige man is die zulke mooie schilderijen maakt dat zelfs het gewone leven erdoor wordt opgelicht. Een schilderij dat eerst een schilderij in wording was, gaat als stilleven leven en ademen. Ze is stil van bewondering. Zij is verheugd als ‘de meester’ haar inschakelt om voor hem te werken. Ze mag op zolder been malen, kleuren als beenzwart en oker gaan halen, eenmaal vraagt hij haar tijdelijk de plaats in te nemen van het model dat ziek geworden is. Vermeer schildert langzaam. Hij heeft een vaste koper voor zijn werk, Van Ruijven, die hem regelmatig opzoekt. Deze man laat zijn oog op Griet vallen, ‘het meisje met de wijd uitstaande ogen’ en hij doet pogingen haar te vlijen en te betasten. Griet voelt zich er onaangenaam door. En dan, op een dag, wil de meester Griet schilderen, niet in een huiselijke scene zoals de meeste van zijn schilderijen, maar losstaand, puur Griet zoals ook Griet zelf puur is. Vermeers vrouw Catharina, toch al geen plezierige meesteres, is razend als ze ontdekt dat Griet op het schilderij haar oorparels draagt, tijdelijk weliswaar, ze krijgt ze snel  weer terug, maar toch… Het betekent het eind van haar werk bij Vermeer.

Auteur

Tracy Chevalier (1962) groeide op in Washington D.C. Ze verhuisde in 1986 naar Londen. In 1999 kwam haar boek Girl with a Pearl Earring uit. Ze verwierf er internationale bekendheid mee. Het verscheen in 45 landen in vertaling en er zijn inmiddels meer dan vijf miljoen exemplaren verkocht. Het boek is verwerkt tot theater en opera. In 2003 werd het verfilmd met in de hoofdrollen Scarlett Johansson en Colin Firth. Ook de film werd een kassucces en kreeg lovende kritieken.

De schrijfster heeft veel onderzoek gedaan naar  het arme én rijke leven in de Gouden Eeuw voor zij overging tot het schrijven van dit boek. Daardoor wanen ook haar lezers zich teruggeplaatst in de tijd, ze zien hoe de jonge Griet terechtkomt in een onbekend milieu, hoe zij ervaart dat een vrouw – behalve voor meester Vermeer – niets meer waard is dan een schepsel dat moet dienen en zich maar te onderwerpen heeft aan de wensen van de rijken. Zelfs Griets toekomstige man, een slagerszoon, ‘koopt’ haar bij haar ouders.

Dit is geen historische roman, maar historische fictie waarin de dingen van de dag uit de zeventiende eeuw zo nauwkeurig mogelijk zijn weergegeven. Daarnaast, er is heel weinig bekend uit het leven van Vermeer en van het meisje Griet (zelfs haar echte identiteit is niet bekend) blaast Tracey Chevalier de schilder en het meisje al schrijvend leven in. Ze komen ontroerend mooi tevoorschijn: zó zou het kunnen zijn geweest.

Tracey Chevalier heeft de geschiedenis aangekleed. Het is mooi dat deze regelrechte klassieker weer herdrukt is. Een parel van een boek.

Tracey Chevalier – Meisje met de parel. Vertaald uit het Engels in 2000/2024 (Girl With a Pearl Earring) door Frans en Joyce Bruning. ISBN 978-90-83-4223-8-1. 256 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Uitgeverij Orlando 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Fictie, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Meisje met de parel

Koel Water

Moord op kantoor

Wat als je omgeving toxic blijkt te zijn?

Louise heeft een vooraanstaande functie op een vastgoedkantoor. Daarnaast onderhoudt ze sinds enkele maanden een liefdesrelatie met haar baas Hugo du Bois. De laatste verlaat in kennelijk aangeschoten staat een bedrijfsfeestje. Een paar uur later is hij dood.

Rechercheur Amber de Witt wordt opgeroepen om het plotselinge overlijden van Hugo du Bois te onderzoeken. Ze vormt een team met de oudere collega van de tactische recherche John van Heeswijk. Ogenschijnlijk lijkt er sprake van een ‘normaal’ overlijden.

Louise vertrouwt de zaak niet  en bemoeit zich met het politieonderzoek, wat haar niet in dank wordt afgenomen. Snel komt ze er achter dat Hugo zich met duistere zaken bezighield. En dan blijkt er nog een collega niet veilig te zijn…

Auteur

Julienne Brouwers werkte jaren in de medisch-technische wereld. Ze schreef enkele goed gelezen thrillers, die onder meer genomineerd werden voor de Indie Awards 2023. Dit boek is het eerste in een reeks met de rechercheurs Amber en John.  

De rechercheurs komen er snel achter dat Hugo veel vijanden had. Maar het onderzoek naar de moordenaar schiet geen meter op. En hoewel ook Louise het nodige weet te achterhalen tast ook zij volledig in het duister.

Totdat…

Louise is een intelligente vrouw die verantwoordelijk werk verricht. Toch is ze gevallen voor de hedonist Hugo en weet ze vaak haar emoties niet onder controle te houden. Amber is een jonge moeder die het thuis niet gemakkelijk heeft. Maar ze is een bekwame vakvrouw, die steeds meer waardering krijgt van haar oorspronkelijk nogal nukkige collega John. Deze personen worden levensecht neergezet, evenals de wat ‘plakkerige’ Annechien, bij wie Louise inwoont.

Brouwers heeft een knappe thriller weten neer te zetten die de lezer bijna tot het einde weet te boeien. De laatste pagina’s na de ontmaskering van de dader worden gebruikt om nog wat losse eindjes aan elkaar te knopen.

Ik wil nog graag meer lezen over dit speurdersduo.

Julienne BrouwersKoel Water. ISBN 978-90-833-8201-5, 294 pagina’s. € 20,00. JB Uitgeverij 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Koel Water