Leven in de verbeelding

Biografie van Hella S. Haasse (1918-2011)

Leven en het werk van de grande dame van de Nederlandse literatuur.

Eindelijk is er de biografie van Hella Haasse, een van onze beste schrijfsters die een goede biografie verdient. Daarin is Aleid Truijens zeker geslaagd. Zij werkte er zeven jaar aan. Ze kon beschikken over zeer veel bronnen. In de eerste plaats voerde ze gesprekken met Hella Haasse zelf, haar dochters, vrienden en collega’s. Ze kreeg toegang tot het volledige archief van Haasse dat zich thans in het Literatuurmuseum te Den Haag bevindt. Tenslotte was er ook het privé-archief dat haar dochters beheerden. In dit laatste archief bevond zich ook het ‘zwarte schrift’ waarin Haasse notities maakte over zaken die ze met niemand wilde delen.

De biografie bevat veel informatie over het leven van Hella Haase. Haar huwelijk verliep moeizaam. Het schrijven betekende voor haar vaak een vlucht voor de werkelijkheid. Haar leven als schrijfster was een leven in de verbeeldding.

Auteur

Aleid Truijens (1955) is auteur en columnist, literair criticus en interviewer voor de Volkskrant. Ze publiceerde de romans Geen nacht zonder en Vriendendienst en een biografie van de schrijver en jazzmusicus F.B. Hotz: Geluk kun je alleen schilderen.

Hella Haasse kennen we als een vriendelijke, rustige dame. Truijens maakt duidelijk dat haar kalme, beheerste houding een façade was waarachter ze zich verschuilde. Thuis kon Hella behoorlijk emotioneel zijn en soms depressief. Haar huwelijksleven met de afstandelijke Jan van Lelyveld was problematisch. Over haar seksleven zei ze tegen haar kinderen toen die wat ouder waren dat het tussen Jan en haar op seksueel gebied niet heel spannend was. Ellen en Marijn mochten blij zijn dat ze er überhaupt waren. Hella voelde zich vaak eenzaam. Als moeder was ze ook afstandelijk en had ze weinig tijd voor de kinderen. In haar boeken schrijft ze meestal heel somber over het huwelijk. De huwelijkspartners in haar romans proberen mollengangen te graven naar elkaar. Die mollengangen brengen de geliefden helaas niet vaak tot elkaar. Het huwelijk, het samenleven in gezinsverband, de zorg voor de kinderen – het is in Haasses beschrijving een moeras van ellende.

Aleid Truijens benadrukt heel sterk dat Haasse aanvankelijk niet de erkenning kreeg die ze verdiende. Ze werd niet gerekend bij de grote schrijvers. Men sprak slechts over de grote drie: Mulisch, Hermans en Reve. Harry Mulisch behandelde haar neerbuigend. Hij weigerde ooit met haar in één auto te zitten. Sindsdien had ze een hekel aan hem. Soms werd ze samen met Mulisch genomineerd voor een prijs. Tegen haar familie zei ze: Als Mulisch die prijs krijgt, dan spring ik naakt in de gracht. Het gekke is dat zij in het buitenland, zeker in Frankrijk, beschouwd werd als een van de betere Nederlandse auteurs. Bij het publiek was ze zeker populair en ze kreeg alle literatuurprijzen die Nederland telt: de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hoofdprijs, de prijs der Nederlandse Letteren en nog veel meer. In het tv-programma van Adriaan van Dis noemt deze haar ‘de koningin onder de schrijvers’. Hella Haasse blijft bescheiden. Ze zegt over het compliment: ‘ik doe gewoon mijn werk’. Ze werd op latere leeftijd wel met alle egards behandeld. Onze enige ‘grand old lady’ in de letteren, met internationale allure.

Een biografie van een schrijver moet in ieder geval over twee onderwerpen gaan: het persoonlijke leven van de schrijver en natuurlijk het literaire werk. In deze biografie komt het persoonlijk leven van de schrijfster wel zeer uitvoerig aan de orde, vooral haar huwelijk met Jan, haar gezin en haar ouders.

Opmerkelijk is dat Truijens ook spreekt over het oorlogsverleden van Hella’s vader. Hij was in Nederlands-Indië een van de oprichters van de Nieuwe Indische Beweging, een fascistische beweging, een NSB op Indische Leest. Hella heeft daar nooit over geschreven of gesproken. Zelf was ze in de oorlog ook niet van onbesproken gedrag. Ze zat tijdens de bezetting op de toneelschool en in 1943 was ze afgestudeerd. Om te kunnen spelen moest ze lid worden van de Kultuurkamer. Ze had zich niet persoonlijk aangemeld, maar speelde wel bij een gezelschap dat had getekend. Vriendinnen als Elisabeth Andersen en Yvonne Keuls namen het haar kwalijk. De biografe spaart Haasse dus niet, ook donkere kanten worden belicht.

Wat betreft het literaire werk worden veel boeken uit het enorme oeuvre van Haasse besproken. Truijens verwijst steeds naar autobiografische elementen en de historische context waarin ze werden geschreven. Ook de reacties van vakgenoten en recensenten komen aan de orde. Haar Indische afkomst inspireerde Hella Haasse tot schrijven over Nederlands-Indië. Oeroeg was haar eerste roman, het was tevens het Boekenweekgeschenk in 1948. Nog twee keer in haar schrijverscarrière mocht ze het Boekenweekgeschenk schrijven.

Heren van de thee gaat over een theeplanter die zijn verantwoordelijkheid tegenover de inlandse bevolking beseft. Het werd haar succesvolste roman. Sleuteloog is haar laatste ‘Indische’ roman. In deze roman bepaalde ze definitief haar houding tegenover Nederlands-Indië en Indonesië. Nederland was schuldig voor racisme, koloniale uitbuiting en winstbejag in Nederlands-Indië, maar als individu, een meisje geboren in dat land, droeg zijzelf geen schuld.

Een ander genre dat zij beoefent is de historische roman. Enkele titels: Het woud der verwachting, De scharlaken stad , Een nieuwer testament. Deze romans bevatten veel fictie, maar de kern bestaat uit feiten. Aleid Truijens ziet een duidelijke ontwikkeling in Haasses schrijfstijl. Van een simpele verhaalstijl in haar eerste werken gaat ze verschillende verteltechnieken toepassen: dialogen, innerlijke monologen, flashbacks, en wisseling van vertelperspectief en fictieve citaten uit dagboeken en briefwisselingen.

In deze biografie komen we met enige regelmaat de namen Juliana en Beatrix tegen. In 1955 bezocht zij enkele keren het Paleis Soestdijk om kroonprinses Beatrix te interviewen. Ter ere van haar achttiende verjaardag verscheen het Portret van Prinses Beatrix . Ter gelegenheid van haar 25-jarig jubileum zou Hella de vorstin interviewen. Het werd een teleurstellende ervaring. Hella moest uren wachten en van een echt gesprek kwam het niet. De schrijfster vermeldt verder dat er in de jaren zeventig een frequente, hartelijke omgang ontstond tussen Hella, Beatrix en Claus. In 1988, toen de vijftigste verjaardag van de koningin werd gevierd, werkte Hella mee aan een documentaire. Ze voerde een aantal gesprekken met Beatrix. Ze vonden plaats in een ontspannen sfeer. Het gelukte Hella het gesprek af en toe persoonlijk te laten worden. Koningin Beatrix was zeer tevreden over het gesprek. Ze schreef een hartelijke brief waarin ze Hella uitvoerig bedankte. In 2004 ontving Hella de Prijs der Nederlandse letteren. Koningin Beatrix overhandigde haar deze ‘Prijs der Prijzen’. De uitreiking vond plaats op Paleis Noordeinde. De koningin was in haar toespraak opvallend persoonlijk. Ze zei onder andere: Als ik met vakantie voor mijn plezier boeken meeneem en daar een van u bij is, lees ik dat altijd het eerst.

Aleid Truijens heeft een perfecte biografie samengesteld. We krijgen een goed inzicht in de persoonlijkheid en het schrijverschap van Hella Haasse. Het is een onthullend boek omdat Hella Haasse zelf nogal gesloten was. Het wordt ook duidelijk met wat voor geweldige schrijfster we te maken hebben. De biografie is rijk van inhoud en geschreven in een heldere stijl.

Aleid Truijens – Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1018-2011. ISBN 978-90-214-3638-8, 598 pagina’s, € 34,99. Amsterdam / Antwerpen: Querido 2022.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Biografie. Bookmark de permalink.