De Poolse bokser

Culturele diaspora

Raamvertelling van twaalf korte verhalen als literaire zoektocht naar afkomst en bestemming.

‘Wanneer we schrijven, weten we dat er iets heel belangrijks te zeggen is over de werkelijkheid en dat het binnen ons bereik ligt, hier, vlakbij, op het puntje van onze tong, en dat we het niet vergeten moeten. Maar toch, telkens weer, blijven we het vergeten’.

Deze verzuchting slaakt de schrijver als hij het verhaal van de Poolse bokser vertelt. Het is een verhaal van zijn grootvader, die van kamp Sachsenhausen naar Blok 11 in Auschwitz wordt getransporteerd om tegen de beruchte Zwarte Muur te worden gefusilleerd. In de nacht ervoor leert hij een Poolse bokser kennen. Ze spreken dezelfde taal en komen uit hetzelfde dorp. De Poolse bokser blijft de hele nacht op om zijn grootvader te instrueren wat hij de volgende dag tijdens het verhoor wel en niet moet zeggen om het vege lijf te redden. Het zal de grootvader vergaan zoals in het citaat hierboven staat beschreven.

Auteur

Eduardo Halfon (1971) werd geboren in Guatemala en groeide op in de Verenigde Staten. Hij heeft ook nog Joodse, Libanese en Poolse wortels. Zijn werk is inmiddels in vele talen beschikbaar. Met name in Spanje heeft hij veel aandacht getrokken en kwam hij in de halve finale voor de Premio Herralde de Novela, een belangrijke literaire prijs in dat land.

 

In twaalf prikkelende verhalen neemt de schrijver en verteller de lezer mee in de verkenning van zijn wortels. Soms zijn het reisverhalen, zoals het bezoek aan Israël waar zijn zus en zwager een dogmatisch Joods huwelijk sluiten en hij en zijn broer terecht komen in verbijsterende ceremonies van mannelijke onderonsjes. En de reis naar Belgrado dat in oorlog verkeert en de Servische inwoners gijzelt in armoede en veiligheidsbeperkingen.

Ook de lust eist plaats op. Zijn vriendin Tamara die na sloten bier en een pakje Camel zonder filter zegt dat ze het lekker vindt als iemand hard in haar tepels bijt. Of Lia die van haar orgasmes een tekening maakt in een klein amandelkleurig schrift. En de plotseling prangende vraag of alle indiaanse meisjes het liefst staande seks hebben.

Muziek speelt, zoals dat hoort, een belangrijke rol. Vooral zigeunermuziek en jazz. Een bijzondere plaats krijgt de eigenzinnige pianist Thelonious Monk. Zijn vrouw noemde hem Melodious Thunk. De vertelt verbaast zich over zijn intrigerende composities en improvisaties en laat zich verrassend uit over het nummer dat Monks visitekaartje is: Epistrophy.

Uiteindelijk wint de ontroering. Wanneer zijn grootvader is overleden zijn alleen zijn grootmoeder en de kleinzoon aanwezig. In afwachting van het rouwbezoek zitten beiden bij het bed van de zojuist gestorvene die van zijn getatoeëerde nummer op zijn arm altijd zei dat het z’n telefoonnummer was dat hij maar niet kon onthouden.

In de stilte zegt de grootmoeder opeens met schrijnend verdriet in haar stem: ‘Ik heb mijn vader nooit mogen knuffelen’. Daarop klinkt in de verte, in de eetkamer en de woonkamer, het steeds luidere gemompel van de eerste bezoekers.

Eduardo Halfon – De Poolse bokser. Vertaald uit het Spaans (El boxeador Polaco) doorLisa Thunnissen. ISBN 978-90-284-2772-3, 253 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Korte verhalen. Bookmark de permalink.