De gevangenisjaren

Autobiografische roman over een onbekend Nederland

Turkse Nederlander beschrijft zijn leven als jongen in Turkije en in Nederland. En wat hem doet besluiten naar het moederland terug te gaan.

De winters in Ardahan in het noordoosten van Turkije zijn koud, lang en saai. Het enige dat Erdal kan doen is vanachter de tochtige ramen naar de metershoge sneeuw kijken en wachten tot zijn vader het gezin laat overkomen naar Nederland.

Tien jaar lang blijft moeder met vijf kinderen achter in het plattelandsstadje. En dan komt ook nog Servet, een ver familielid, een tijdje bij hen wonen, omdat in Ardahan de enige school voor voortgezet onderwijs in de verre omgeving is. Maar Servet heeft het buskruit niet uitgevonden: een boek doet hij nooit open. Hij eet voor drie en zit bij de kachel. Én hij zadelt ze op met schurft. Servet wordt aan het eind van het schooljaar opgehaald om zijn verdere leven te slijten als schapenhoeder. Erdal houdt van het krabben een groot litteken op zijn arm over.

Hij heeft ook een litteken op zijn ziel. Wanneer er weer een moeder met haar zoon Ali komt (niet eens familie!), weet Erdal het verzoek te ondermijnen. Ali vindt elders onderdak, een kwartier lopen naar zijn school. Tijdens een gigantische sneeuwstorm verdwaalt hij en wordt later dood gevonden. Als Erdal niet had verhinderd dat hij bij hen kwam wonen, had hij nog geleefd. De zomer daarop komt vader het gezin halen en per vliegtuig vertrekken ze naar Nederland.

In de bovenwoning in Utrecht is het al gauw een komen en gaan van Turken die hun uitleggen hoe ze zich moeten gedragen. Al snel bleek dat wij het vee waren dat na een kleine trip niets anders mocht dan tegen de vacht van de soortgenoten aan kruipen. Moeder is boos. Boos omdat ze uitgehuwelijkt is aan een man van wie ze niet kan houden. Boos omdat hij bij haar vijf kinderen heeft gemaakt. Boos omdat ze ook in Nederland geen vrijheid ervaart. Het gevolg is dat de kinderen nooit enige liefde van haar krijgen.

Auteur

Erdal Balci (1969) is een Nederlandse journalist en schrijver. Na de emigratie vanuit Turkije naar Utrecht bezocht hij eerst een jaar een taalschool. Daarna doorliep hij de mavo en de havo. Hij volgde een jaar de lerarenopleiding en switchte toen naar de studie journalistiek, ook in Utrecht.

 

 

 

 

De invloed van de Turkse gemeenschap is groot. Zo moet Erdal naar de Koranschool en zijn liefste zus Özgül wordt, evenals zijn andere zus, al jong uitgehuwelijkt. Studeren zit er voor haar niet in. Ze moet werken, want dan kan ook haar verloofde naar Nederland komen. Vlak voor het huwelijk verongelukt Özgül echter bij een treinongeluk. Tegen de mensen die met drommen naar hen toe komen hoort hij zijn vader zeggen dat het gelukkig niet een van zijn zonen is. De andere mannen knikten begripvol. Want, wie kon het er niet mee eens zijn dat het verlies van een zoon veel erger was dan dat van een dochter?

Zijn vrienden zitten niet op de mavo, waar Erdal naar toe gaat. Dat zijn Turkse jongens. Maar ook zij worden gecontroleerd en gedomineerd door hun familie, hoewel ze iets meer vrijheid hebben dan de meisjes. Zo gaat Erdal met zijn vrienden stiekem naar de Wallen in Amsterdam (wat overigens op een fiasco uitloopt); zijn zusje mag van hem echter niet op schoolreisje.

Hij weet het tot journalist te schoppen. Tot hij zich realiseert dat hij zich in een hokje laat stoppen door altijd reportages te maken over hoe het leven van ‘allochtonen’ eruitziet. Wie is gevangen en wie is de cipier? Dan besluit hij terug te keren naar Turkije. Aangezien voor ons vrijheid niet kwam zonder strijd, ging ik maar naar het land waar de strijd al duizend jaar woedde en waar de veldslag nog lang niet was beslecht. Ik had geleerd dat je de vrijheid eerst moest verliezen om haar op waarde te kunnen schatten. Meer dan ooit was ik vastbesloten om haar terug te vinden.

Gevangen in de armoede van Oost-Turkije denkt de auteur dat hij vrij zal zijn in Nederland. De Turkse gemeenschap is echter de cipier van de nieuwe gevangenis door de gebruiken die ze vanuit hun vaderland kennen en hier voortzetten. Maar ook de Nederlanders zijn de cipier: zij houden hem in hetzelfde hokje gevangen. Om de strijd voor vrijheid te winnen besluit hij naar Turkije terug te gaan. Weliswaar naar de metropool Istanbul en niet naar het plattelandsstadje Ardahan waar de winters koud, lang en saai zijn.

Als geboren Nederlander heb je zo je (voor)oordelen over Nederlanders met een niet-westerse achtergrond. Ten dele worden die in dit werk bevestigd. Om te lezen hoe iemand vanuit deze gemeenschap tegen zijn ervaringen aankijkt is uitermate boeiend. Dat deze roman in een maand tijd al aan de derde druk toe is, is veelzeggend. Aanbevelenswaardig.

Erdal Balci – De gevangenisjaren. ISBN 978-90-4454-204-2, 285 pagina’s, € 20,00. Amsterdam: Uitgeverij De Geus 2021.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie. Bookmark de permalink.