Tussen kunst en cash

Geldwolven en schilderijen

Hebzucht en corruptie liggen op de loer in de kunsthandel. Over duistere spelletjes.

Handel in dure kunst is vaak gevangen in een web van ‘ons kent ons’, een onverbiddelijk gevecht om verf en pegels en een wankel evenwicht tussen vertrouwen en wantrouwen. Zeker is dat de zucht naar het grote geld gemakkelijk corrumpeert.

Zelfs een betrouwbaar adres als Sotheby’s neemt soms de gok om gestolen werk te gelde te maken. Onvoorzichtigheid wordt geweten aan de concurrentie met andere veilinghuizen, de omzeteisen of de privéomstandigheden van een acquisiteur. Het kan iedereen treffen.

Gezamenlijk inkopen gebeurt regelmatig, wanneer werken van gerenommeerde schilders op de veiling komen. Wee de kunsthandelaar, die achter de rug om, een opzetje heeft met een derde partij, als de eerste afspraak niet mocht slagen. Als dat uitkomt, heb je een erecode gebroken en wil niemand meer zaken met je doen.

In 2016 maakte kunsthandelaar Jan Six met Sander Bijl, handelaar in oude meesters in Alkmaar, zo’n een afspraak om een onbekende Rembrandt te verschalken. Toen dat niet lukte voor de onderling afgesproken prijs, bleek de elfde telg uit het bekende Amsterdamse kunstminnende patriciërsgeslacht handje klap te spelen met de Britse kunsthandelaar John Morton Morris. Met hem kocht Six stiekem het schilderij voor een hoger bedrag. Toen dat 17 maanden later uitkwam, waren de rapen gaar. Al is de leugen nog zo snel…

Het kostte Jan Six vriendschappen en zijn reputatie. Het zou trouwens niet de eerste keer zijn dat Six zo’n kunstje flikte. Het valt allemaal te lezen in Van kunst tot cash.

Beatrix Ruf werd in 2014 juichend binnen gehaald als nieuwe directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. Het ging mis door belangenverstrengeling, waarbij Ruf meende dat het museum zo’n beetje haar privé galerie was. Bevriende schilders konden met hun werk gemakkelijk terecht, waardoor hun marktwaarde steeg. Ook hield Ruf, tegen de afspraken in, er stevige bijbanen op na waarbij ze het geld tegen de regels voor zichzelf hield. Haar BV behaalde in het eerste jaar dat ze directeur was, een winst van € 437.306. Een veelvoud van haar salaris. Na drie jaar vertrok ze, maar haar gezag en de haar getrouwen zouden nog van zich laten horen.

Auteurs

Pieter van Os (1971) is schrijver en journalist bij de NRC en De Groene Amsterdammer terwijl Arjen Ribbens (1957) journalist en kunstredacteur bij de NRC is. Beiden ontrafelen in dertien hoofdstukken malversaties, kunstroof, vervalsingen, ongewenste geldstromen en discutabele kunsthandel in Nederland.

De meeste pagina’s hadden zij nodig voor de kunstverkopen van de Oranjes. Deze familie is druk doende met illegale handel. Bij andere koningshuizen, zoals het Engelse, wordt de kunst die het vorstenhuis in bruikleen heeft, door de staat beheerd. Zo niet hier. De Oranjes beheren dit zelf. Prins Bernhard kon ongegeneerd kunst verkopen om zijn moeder, zijn bijzit en zijn bastaardkind te onderhouden. Wanneer men in geldnood verkeert, zowel vroeger na de dood van koning Willem II als in het heden, bijvoorbeeld in het geval van Christina wordt nationaal erfgoed beschouwd als een privaat spaarpotje. Schrijnende gevallen worden beschreven. Opmerkelijk is dat iedereen die het merkt, verandert in een met de hielen klakkende lakei. Bij Kamervragen vindt de regering van Rutte het te ingewikkeld om er iets aan te doen. Een RVD-veteraan zegt: ‘Snap het dan toch. Niet de familie wordt in de bescherming genomen, maar de monarchie’. Ach zo.

Verder komen het opsporingsprogramma van Arthur Brand aan de orde en uiteraard de succesformule Tussen kunst en kitsch. Opmerkelijk is de misser van een middeleeuws astrolabium dat Fred Kaps waardeerde op € 10.000 tot € 12.000 en werd geveild voor € 137.950.

Het zijn vaak spannende en onthutsende verhalen die in Tussen kunst en cash worden voorgeschoteld. Dit boek is niet alleen onderhoudend om te lezen, maar ook uitermate leerzaam voor het geval via de media verslag wordt gedaan van ontdekte, teruggevonden of al dan niet vervalste schilderijen. Men is dan enigszins geprepareerd.

Arjen Ribbens en Pieter van Os – Tussen kunst en cash. ISBN 978-94-931-6883-1, 314 pagina’s. Amsterdam: Uitgeverij Das Mag 2021.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Kunst. Bookmark de permalink.