Bloed in de rivier

Opstand in de Nederlandse kolonie Bernice

Moedige vrijheidsstrijd.

Een Amerikaanse historica en slavernijdeskundige stuit tijdens haar onderzoekswerk in het Nationaal Archief in Den Haag op een schat waar iedere historicus van hoopt: onontdekt materiaal op precies háár terrein. Ze verdiept zich grondig in ruim negenhonderd transcripties van de ondervragingen van slaafgemaakten. Duizenden dappere slaven uit de kolonie Berbice kwamen in 1763 in opstand. Ze waren uitgehongerd door hun bazen, besloten dat ze de sprong naar de vrijheid moesten wagen omdat hun leven als slaaf hen de dood in drijven zou. Een jaar lang lukte het de ontsnapten uit handen van hun vroegere meesters te blijven. Er werd grimmig jacht op ze gemaakt. Uiteindelijk, nadat Nederland de hulp ingeroepen had van soldaten uit bevriende buurkolonies en Europa, werd de slavenopstand neergeslagen.

Ze werden ondervraagd en zeer wreed gestraft. Het is allemaal nauwkeurig genoteerd in die tijd. En Marjoleine Kars – de auteur van dit boek – las uit deze transcripties niet alleen de verhalen van de ondervraagden, maar zag achter hun dappere, wanhopige en gepijnigde woorden de hele geschiedenis van de kolonie Bernice (het hedendaagse Guyana, naast Suriname) tot leven komen. Ze analyseert en schetst op die manier het leven van tóen, van de mensen die als ‘bezit’ van wrede eigenaars op de plantages werkten, werden afgebeuld en uitgehongerd. Voor Kars’ vondst van deze stukken had nooit iemand gehoord van deze opstand.

Auteur

Marjoleine Kars (zij heeft Nederlandse voorouders) is slavernijdeskundige, historicus en hoogleraar aan de Universiteit van Maryland. Zij woont in Washington D.C. Ze recenseert voor The Washington Post, publiceerde onder meer in Geschiedenis Magazine en schreef eerder Breaking Loose Together. Dit is haar eerste publieksboek.

 

De slavenopstand waarover Kars schrijft werd voorafgegaan door een soort ‘generale repetitie’. In 1762 gingen zoveel arbeiders dood door gebrek aan eten en ziekten dat de situatie onhoudbaar werd. Een aantal van hen brak uit. De gouverneur van de kolonie, Wolphert Simon van Hoogenheim, had de gierige directeuren van de compagnie herhaaldelijk gevraagd hun mensen meer voedsel te geven om de arbeiders aan te sterken. Hij schreef: ‘Het valt bitter met hongerige buijken te moeten arbeijden en seer onaengenaam voor een goed planter op die wijze met gewelt het werk van de Slaven te moeten halen.’ Misschien had hij een vooruitziende blik want hij vervolgde: ‘het geweld van de planters kan wel eens tot quade gevolgen leiden.’ En zo was het. De grote opstand was niet lang daarna een feit.

Dit boek leest als een trein. Een trein die – voor uw recensent – steeds even hikte. Want ondanks dat in de ondertitel van dit boek wordt gesproken van ‘een massale slavenopstand’  wordt de ‘slaaf’ in het boek steeds als ‘slaafgemaakte’ benoemd. Geheel politiek correct naar de mores van deze tijd, waarin de verwerpelijke handel in mensen van eeuwen her de bewoners van de 21e eeuw als schuld op de schouders wordt gelegd.

In het zeer lezenswaardige Wan Bon van Isabel van Boetzelaer houdt de schrijfster een interview met de ‘grande dame’ van Paramaribo Cynthia McLeod. Deze bestsellerauteur van de slavenroman zegt op haar vraag naar de moeizame en fragiele formulering van ‘tot slaaf gemaakte’ resoluut: ‘Ik zeg gewoon slaaf. Het is toch vanzelfsprekend dat ieder mens vrij geboren is, dat hoef je niet telkens uit te drukken in die term ‘tot slaaf gemaakte’.’ Zo simpel is het dus.

De vertaler van dit boeiende boek hanteert de term ‘tot slaafgemaakte’ wél consequent. En steeds opnieuw hikt hij tijdens het lezen, denk ik aan Cynthia McLeod, expert uit Suriname en vul in: zeg gewoon slaaf. Het woord alleen al geeft de beschamende situatie immers weer.

Al met al een boeiend, opzienbarend en tragisch verhaal. Kars schrijft over de slaven én de planters alsof ze hun gedachten kan lezen. Dat je zoiets kan door in de hertaling van oude transcripties de emoties erachter te lezen, is een kunst die slechts weinig historici beheersen. Geert Mak is zo iemand. Kars kan zich met hem vergelijken.

Marjoleine Kars – Bloed in de rivier. Het onbekende verhaal van de massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie. Vertaald uit het Engels (Blood on the River) door Nannie de Nijs Bik-Plasman en Albert Witteveen. ISBN 978-90-4504-192-6, 383 pagina’s, €26,99. Amsterdam: Atlas Contact 2021.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis. Bookmark de permalink.