Wacht maar

Het veelbewogen leven van Henriëtte Pimentel

 Als leidster van de crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam probeert Henriëtte zoveel mogelijk kinderen uit handen van de Duitse bezetter te houden.

Als jongste dochter van het Portugees-joodse gezin Pimentel gaat de kleine Jet in de jaren tachtig van de negentiende eeuw naar de Sarphatischool, waar Cornelia de Jong sinds 1877 directrice is. Cornelia heeft moderne opvattingen over het onderwijs: het vrolijk maken van kinderen staat hoog op haar prioriteitenlijstje.

Henriëtte blijkt door haar geïnspireerd te zijn. Wacht maar, als ik eens een school opricht… Ze volgt een opleiding tot bewaarschoolhouder en wordt in 1902 directrice van de fröbelschool Cornelia. Hoe anders dan de gebruikelijke bewaarscholen ziet de inrichting eruit. Voor elk kind is er een eigen stoeltje en tafeltje, waarop elke dag een vers bloemetje staat. Ook de hygiëne krijgt grote aandacht: voor elke peuter is er een eigen handdoek en washandje. Tussen de middag wordt een lage, lange tafel gedekt. En als het weer het toelaat, wordt er een wandeling gemaakt.

Toch moet het schooltje na elf jaar de deuren sluiten en zit Henriëtte zonder werk. Ze zit niet bij de pakken neer en meldt zich aan voor de verpleegstersopleiding in het Wilhelmina Gasthuis. Ze wordt aangenomen, omdat ze voldoet aan de drie eisen: gezond, zedelijk van gedrag en in het bezit van algemene beschaving en ontwikkeling. De opleiding moet ze echter afbreken; ze wordt ernstig ziek, waarschijnlijk heeft ze tuberculose. Nadat ze een tijd in het Gooi heeft gewoond en gewerkt keert ze terug naar Amsterdam.

Auteurs

Esther Shaya (1966) is mede-eigenaar van Hotel Nes en schrijfster. In 2018 verscheen haar debuut: Harry & Sieny; overleven in verzet en liefde.

Frank Hemminga (1952) volgde de onderwijzersopleiding aan de Hervormde Pedagogische Academie aan de Amsterdamse Plantage Middenlaan. Zijn moeder, Gea Venema, heeft tot september 1942 in de crèche gewerkt.

Wanneer Henriëtte in 1926 leidster van de crèche aan de Plantage Middenlaan wordt zet ze haar opvattingen over opvang en opvoeding van kinderen voort. Ook daar worden de kleuters uit veelal arme gezinnen goed verzorgd. Zowel joodse als niet-joodse kinderen zijn er welkom. Jonge vrouwen konden er bovendien een opleiding tot kinderverzorgster volgen.

In 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen en allengs worden er maatregelen tegen joden uitgevaardigd. In 1942 moeten zij zich melden bij de Hollandsche Schouwburg, om daarna via Westerbork gedeporteerd te worden. Hun kinderen worden opgevangen in de crèche tegenover de schouwburg. Als er weer een groep op de nominatie staat om weggevoerd te worden dienen de kinderen bij hun ouders gebracht te worden.

Samen met onder anderen Walter Süskind zorgt Henriëtte ervoor dat ongeveer 600 kinderen uit de crèche worden gesmokkeld en met behulp van diverse verzetsgroepen naar een onderduikadres in het land worden gebracht. Veel kinderen hebben op deze manier de oorlog overleefd.

Op 26 april 1943 wordt Henriëtte opgepakt en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij op 17 september 1943 om het leven wordt gebracht.

Terecht dat een boek geheel gewijd is aan Henriëtte Pimentel. Het werd tijd dat dit gebeurde. Een vrouw, die haar leven in dienst gesteld heeft aan het dragelijker maken van de levens van de overwegend straatarme kinderen verdient niet minder. Dat er slechts een fietsbrug in Amsterdam-West naar haar is vernoemd, is ten hemel schreiend.

Het is knap dat twee schrijvers samen tot een werk zijn gekomen dat een helder licht werpt op deze meer dan moedige vrouw.

Esther Shaya & Frank Hemminga – Wacht maar. ISBN978-90-6446-122-4, 266 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Amphora Books 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Biografie, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.