Verborgen erfenissen

Dochter van NSB’er doet haar verhaal

Haar vader is een NSB’er, haar moeder een Duitse. Tegen het einde van hun leven probeert dochter Christel zich met hen te verzoenen.

Groot, stoer en sterk. En in zijn uniform is Hank Beek vooral heel knap. Hoewel Liesel Friedrichs zo haar twijfels heeft bij de Nederlander gaat ze toch in op zijn avances. Al was het maar om het huis uit te kunnen, weg van haar liefdeloze adoptiemoeder, een verbitterde weduwe en fervent Nazi-aanhangster. Liesel trouwt met Hank en verhuist met hem naar Rijswijk.

Maar daar komt de onnozele jonge vrouw bedrogen uit. Ze voelt zich allerminst thuis bij haar schoonfamilie dat één groot NSB-nest blijkt te zijn. Haar echtgenoot heeft weinig oog voor haar. Samen met zijn vader en broers stort de op geld beluste Hank zich op hun groentenhandel.

In de buurt vindt Liesel nauwelijks aansluiting. Ze begrijpt het niet: ze mag dan wel Duits zijn, maar in tegenstelling tot Hank heeft zij helemaal geen hekel aan joden. Maar tegenspraak duldt Hank, die op ‘zijn’ manier een woning voor hen heeft geritseld, niet. ‘Haal die vlag weg! Ik wil niet voor Hitler vlaggen!’… Eindelijk draait hij zich om. Hij heeft weer die ijskoude blik die ze kent van hun eerste ruzie. ‘Die vlag blijft hangen. Hier bepaal ik de dingen, is dat duidelijk?’ Zijn stem is laag, dreigend.

Auteur

Annelies Kok (Zeist, 1954) is na haar carrière als fysiotherapeut begonnen met schrijven. In 2017 kwam haar eerste roman uit White man, niet doen!, gebaseerd op haar ervaringen als expat in Nigeria waar ze in de jaren tachtig een periode met haar man woonde. Ze schrijft voor ‘Fragmenten’, het blad van Historische Vereniging Gemeente Westerbork.  Daarnaast is ze vrijwilliger bij Herinneringskampcentrum Kamp Westerbork en samensteller van de Westerbork Portretten. Verborgen erfenissen is haar tweede boek.

 

 

Ook een zwangerschap brengt de twee niet dichter tot elkaar. Als Hank na de bevrijding wordt gedetineerd scheidt Liesel van hem en keert ze met haar dochtertje Christel terug naar Duitsland. Hank hertrouwt en ook Liesel begint een nieuw leven met Dieter.

Op een decemberavond in 1952 krijgt Hank het voor elkaar Christel bij haar weg te halen. Hij smijt haar letterlijk op de achterbank van zijn auto, waar ze verstijfd blijft liggen. Ze heeft geen afscheid kunnen nemen van haar moeder, Onkel Dieter en haar hond Schnibbus. Ze ziet door het raampje van het portier hoe de nacht inmiddels de kleur uit de hemel verdreven heeft, er is nog maar een klein streepje rood zichtbaar in het diepdonkerblauwe. Het meisje is stuk van verdriet. Het zal nog zeven jaar duren, voordat zij weer contact met haar moeder krijgt. Maar ook die relatie zal de rest van haar leven stroef blijven. Liesel vindt namelijk dat haar dochter op Hank lijkt.

Christel ontwikkelt zich tot een intelligente, maar onzekere vrouw. Naar mate haar ouders op leeftijd komen begint ze meer van haar familiegeschiedenis te begrijpen. Langzaam maar zeker vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Maar kan zij Hank en Liesel ooit vergeven?

Het boek begint in 2008. Hank is ziek en doet een beroep op zijn dochter. Hij is niets veranderd, realiseert Cristel zich. Even bruut en dwingend als altijd. Hoe fout was hij eigenlijk in de oorlog, vraagt ze zich aan zijn sterfbed af. Ook Liesel bezoekt zij regelmatig. Kan haar moeder, zelf ook getekend door een ongelukkige jeugd, antwoorden op haar vragen geven? En waarom laat zij haar straks niet delen in haar erfenis?

De auteur vertelt het schrijnende verhaal door de ogen van Christel en Liesel, twee uiteindelijk toch sterke vrouwen die voor hun eigen leven hebben gekozen. Verleden en heden worden tot 2017 aangenaam afgewisseld en dat leest voor een zwaar onderwerp als dit meer dan prettig weg.

Het bijzondere is bovendien dat Christel écht bestaat. Annelies Kok liep tegen het verhaal van ene Anne op in haar zoektocht naar de gevolgen van ‘foute ouders’ op de volgende generatie. Ze gaf toestemming voor het schrijven van haar levensverhaal. Samen gingen zij naar het Nationaal Archief in Den Haag, waar ze in de processtukken van na de oorlog getuigenverklaringen over haar vader lazen. Ook bezochten ze haar ouderlijk huis in Rijswijk en reisden ze samen af naar Duitsland, waar Anne met haar moeder woonde.

Het moment waarop Anne het manuscript las, zei ze: ‘Ja. Zo was het. Zo waren ze’. Een mooier compliment kun je als schrijver van een dergelijk persoonlijk verhaal toch niet krijgen!

Annelies Kok – Verborgen erfenissen. Een op waarheid gebaseerd familieverhaal. ISBN 978-94-6365-237-7, 310 pagina’s, € 21,50. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.