Stille lente

Bespiegelingen in Coronatijd

Geschiedenis van (het eerste deel van) een pandemie.

Covid 19 kwam precies op tijd. Het voorjaar hing in de lucht, het werd droog en zonnig. Echt wandelweer. De auteur van dit boek besloot een weekboek over de coronacrisis te schrijven, en zich geestelijk op dat werk voor te bereiden via dagelijkse wandelingen in het Zuid-Limburgse Heuvelland. Hij kon wel wat kilo’s kwijt, zo zou hij het nuttige met het aangename verenigen. Bovendien was rustig wandelen dé manier om de stress rond het virus te lijf te gaan. Hij zag het blad aan de bomen komen, terwijl hij zich een beeld vormde van de denkwijze van ministers, artsen, virologen, journalisten, economen, ambtenaren. Hij zette vraagtekens, formuleerde antwoorden, stelde zich lastige vragen: Hoeveel is het de samenleving waard de groeiende groep ouderen langer te laten leven? En: Wat moeten we met de stelling dat er voor tachtigplussers geen plaats zou moeten zijn op de Intensive Care? Hij kwam niet met antwoorden, maar keerde de vraag om en om, liet zijn gedachten gaan over de voors en tegens van de diverse deskundigen die hun mening ventileerden in praatprogramma’s en interviews in de pers. Wie had gelijk en hád er wel iemand gelijk? Hoe viel er te vechten tegen een onzichtbare vijand?

Het werd lente en het werd zomer. Het weekboek groeide. De persconferenties van de premier en de verantwoordelijke minister veranderden van toon. Dit was geen griepje, zoals sommige optimisten even hadden gedacht, dit virus was écht serieus. Ieder dagelijks tv-Journaal begon met de vermelding van het stijgend aantal doden. En de weekboekschrijver analyseerde. Kwam tot de conclusie: Mijn individuele belang loopt synchroon aan het collectieve belang. Hoe beter ik ervoor zorg dat ik niet besmet raak, hoe meer ik eraan bijdraag dat ook anderen niet besmet raken. Egocentrisme als deugd. In het hele land viel het leven stil, Hekkens wandelde, viel 15 kilo af en peinsde over het virus dat de wereld in zijn greep had.

Auteur

Paul Hekkens (1959) is cultureel antropoloog en algemeen econoom. Hij doceerde economie in het voortgezet onderwijs en het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO). Hij werkte ook als docent aan de Maastricht University. Sinds een aantal jaren werkt hij als publicist voor De Volkskrant, ThePostOnline en Wynia’s Week. Syp Wynia schreef een voorwoord bij dit boek.

 

De schrijver houdt zich niet alleen bezig met het virus als fysieke kwaal. Daarvoor is hij te zeer econoom. Hij houdt ook de economische gevolgen onder zijn schrijvers-stethoscoop. Want als de overheid zoveel miljarden uit de schatkist haalt om de getroffen bevolking te steunen, duren de naweeën van de ziekte dan niet aanzienlijk langer dan de ziekte zelf? En komt het land, komen de inwoners van dat land de gevolgen van die kwaal dan wel te boven?

Hekkens schreef een bijzonder boeiend boek. Het is alleen heel merkwaardig om te lezen nu de Coronatijd waarover de auteur spreekt, inmiddels is gevolgd door een tweede golf, een hernieuwde Coronatijd. Zeker nu blijkt dat de reacties van overheid, publiek en zorg weliswaar vergelijkbaar maar niet hetzelfde zijn.

Ik hoop dat Hekkens verder schrijft over de bevindingen van nu. Wanneer het vaccin en het medicijn daar zijn, kan dat leiden tot een dubbelboek: de geschiedenis van de Coronatijd. Want dan is het pas compleet.

Paul Hekkens – Stille lente. Bespiegelingen in coronatijd. ISBN 978-94-6185-280-9, 200 pagina’s, €15,00. Amsterdam: Uitgeverij Blauwburgwal 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Economie, Gezondheidszorg, Ziekte. Bookmark de permalink.