Ze noemden mij Miep

Autobiografie van een kater(tje)

Een zwervertje wordt liefderijk opgenomen in het gezin van juffrouw Engelgezicht en Meneer Maf.

Het levenspad van een kater gaat niet altijd over rozen. Niet iedere baas of bazin is verliefd op zo’n beestje met zachte pootjes. Dat ondervindt ook de kater Miep, die zo goed is zijn autobiografie op te schrijven (weliswaar met hulp, maar toch).

Als een hond wordt hij soms naar buiten geschopt. En op een dag wordt hij uit de auto gezet en niet meer opgehaald. En wat moet je dan? Je gaat maar onder een struik liggen en angstig en nat van de regen luister je naar de vreselijke geluiden die mensen plegen te maken met hun vervoersmiddelen.

Na die vreselijke nacht wordt hij wakker van een vriendelijke stem. Die stem hoorde bij een engelgezicht. ‘Dag kraaloogje’, zei ze en toen liep ze weg. En wat moet je dan? Je gaat je maar eens wassen en begint te spinnen. Niet van blijheid, maar van verdriet.

Juffrouw Engelgezicht komt echter elke dag met de auto terug. En dan loopt Miep blij op haar af en dan aait ze hem. Hij krijgt zelfs brokjes! Na een tijdje mag hij binnenkomen in het gebouwtje waar ze staat te koken voor veel mensen. Op een dag komt er een man binnen: ‘Van wie is die kat?’ Tja, van niemand. En dan gebeurt het wonder: juffrouw Engelgezicht stopt hem in een mandje en zegt: ‘We gaan naar huis.’

Echt vriendelijk is het welkom van de man die bij zijn juffrouw blijkt te horen niet. Maar het beestje mag wel blijven. ‘We moeten nog een naam verzinnen’, zei juffrouw Engelgezicht. ‘Miep’, zei Meneer Maf, ‘een uitstekende naam voor zo’n mislukte grijze spitsmuis.’

Auteur

Dirk Vruggink (1952) is beeldend kunstenaar, cabaretier en componist. Naast deze werkzaamheden is hij jaren docent Modevorming bij de afdeling Mode van het mbo geweest. Dit docentschap heeft talloze beelden en schilderijen, geïnspireerd door ‘zijn’ leerlingen, opgeleverd. Vruggink woont en werkt in Lexmond.

 

Toch zijn er ook wel moeilijke tijden. Want er komt nog een kat in huis, Sok, zwart met witte voeten. Sok is jong en type bouwvakker. Miep heeft geen moment rust meer. Onverwacht wordt hij telkens door de onverlaat besprongen.

Maar och, ook Sok wordt ouder en het jeugdig elan slijt. Beide katers zijn heel tevreden en slapen veel. En zo gaat dat.

Het verhaal in dit mooi uitgegeven boekje doet de lezer vaak glimlachen: het is allemaal herkenbaar. Maar wat het echt speciaal maakt, zijn de illustraties die bij elk hoofdstukje staan. Je zou ze in het echt op een tentoonstelling willen zien. Een aanrader voor elke kattenliefhebber (en voor boeken-, honden- en kunstgekken ook).

Dirk VrugginkZe noemden mij Miep. ISBN 978-90-9032527-0, 41 pagina’s, € 19,95.  Woudrichem: Tante Bethje Books & Co 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Dieren. Bookmark de permalink.