Dat hadden we nooit moeten doen

Koks PvdA rekent af met de erfenis van Den Uyl

Verloor de PvdA zijn ziel tijdens Lubbers III en paars?

Van 1994 tot 2002 zat de Partij van de Arbeid onafgebroken in de regering. Daarmee kwam een einde aan een langdurige periode in de oppositie onder Joop den Uyl. Diens opvolger, de ‘technocraat’ Wim Kok, wilde coute que coute weer meeregeren en de partij daarvoor regeringsfähig te maken. Hij was daartoe niet alleen bereid offers te brengen, maar hij had ook niet zoveel op met het ‘ouderwetse’ gedachtegoed van de sociaaldemocraten en vond dat zijn partij de ‘ideologische veren’ van zich moest afschudden. De PvdA schoof duidelijk op naar het politieke midden en daartoe gestimuleerd door Kok hielpen vooraanstaande partijleden met het uitdenken en uitvoeren van neoliberale maatregelen zonder dat er sprake was van een fundamentele discussie daarover in eigen kring.

Hoe kon dit alles gebeuren? Was het de tijdgeest van het Nieuwe Labour, waarbij dergelijke ontwikkelingen zich ook voordeden in het Groot-Brittannië van Tony Blair, het Duitsland van Gerhard Schröder en (in mindere mate) het Frankrijk van François Mitterand en Jacques Delors?. Wim Kok werd zelfs door Blair en de Amerikaanse Democratische president Bill Clinton geprezen als een voorloper van de zogenaamde derde weg.

Auteurs

Dr. Duco Hellema is emeritus hoogleraar geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder meer Nederland in de jaren zeventig.

Margriet van Lith is zelfstandig speechschrijver. Daarvoor werkte ze als parlementair journalist. Ze schreef onder meer de biografie van Wim Meijer. Naast het raadplegen van geschreven bronnen spraken de auteurs met een aantal sleutelfiguren uit de partij die actief waren in het besproken tijdperk, zoals Hedy d’Ancona, Dick Benschop, Ad Melkert, Wim Meijer, Tineke Netelenbos Bram Peper, Rick van der Ploeg, Felix Rottenberg, Ruud Vreeman en Jacques Wallage.

In chronologische volgorde laten de auteurs zien hoe, onder leiding van Wim Kok, diens volgelingen meer of minder enthousiast meewerkten aan onder meer de ‘afbraak’ of, zo u wilt, het instandhouden van een betaalbare verzorgingsstaat, aan het verzelfstandigen en privatiseren van de overheidsdiensten, aan deregulering en meer marktwerking en aan harde bezuinigingen. En dat zonder slag of stoot. Volgens de auteur is dit onder meer het resultaat van de ‘partijvernieuwing’ van met name Felix Rottenberg. Hierdoor waren de nieuwlinkse of uyliaanse actieve leden, de ‘superserieuze vergadertijgers’ en partijbaronnen met hun polarisatiegedachten en andere achterhaalde opvattingen uit de jaren zeventig buiten spel gezet en verschoof de macht naar het kader, lees Kok en de mensen rondom hem. Zo werd de altijd lastige partijraad, die jaren eerder uiteindelijk de totstandkoming van het tweede kabinet-Den Uyl verhinderde, in 1992 opgeheven.

Uit het boek blijkt dat pas na afloop van het tijdperk-Kok verschillende vooraanstaande partijleden inzagen dat ze misschien met het kind ook het badwater hadden weggegooid. Anderen menen nog steeds dat ze destijds de juiste keuzes hadden gemaakt.

De vraag wordt echter nauwelijks gesteld of er een alternatief mogelijk was geweest. Voor wie meer machtspolitiek denkt is dat echter duidelijk. Het alternatief was in 1994 in de oppositie blijven en in 1998 daarnaar terugkeren. Was er dan nog erger gesaneerd?

De auteurs hebben duidelijk gekozen voor een inhoudelijke aanpak en daar is de rol van bepaalde individuen, misschien met uitzondering van Kok, aan ondergeschikt gemaakt. Datzelfde geldt ook voor de mederegeerders CDA en VVD en voor de vele maatregelen op immaterieel vlak. Ook de invloed van externe zaken en personen, zoals de opkomst van de SP en later van Pim Fortuyn komen niet of nauwelijks aan de orde. Het beeld, hoe interessant ook, is dus niet compleet.

Het is echter de verdienste van de auteurs van dit goed leesbare boek dat genomen besluiten op sociaaleconomisch vlak, de rol van de PvdA daarbij en de gevolgen daarvan voor die partij knap op een rijtje zijn gezet.

Een ‘must’ voor wie geïnteresseerd is in de recente politieke en sociaaleconomische geschiedenis van ons land.

Duco Hellema en Margriet van Lith – Dat hadden we nooit moeten doen. De PvdA en de neoliberale revolutie van de jaren negentig. ISBN 978-90-446-4430-2, 302 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Uitgeverij Prometheus 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis, Politiek. Bookmark de permalink.