Schuilen tussen bamboe

Dochter noteert vaders levensverhaal

Afkomst, hotel, Indië, alles wordt afgenomen.

Victor Treipl wordt geboren in – toen nog Nederlands-Indisch – Bandoeng, als enig kind van een Oostenrijks emigrantenechtpaar. Als de oorlog uitbreekt zijn deze inwoners door hun afkomst opeens ‘staatsvijandelijke Duitsers’. Tot die tijd groeide Victor in weelde op, zijn vader was de eigenaar van het luxueuze Grand Hotel Lembang. Maar het hotel wordt geconfisqueerd en de eigenaars moeten verdwijnen. Victor – ‘Bubi’ later ‘Vicky’ – vertelt zijn levensverhaal via Skype aan zijn dochter Birgit, zij maakt er namens hem een autobiografie van. Af en toe springt zij ertussen om gerichte vragen te stellen.

Bubi is het kind van Mami, mama. En van Papi, papa. Papi is getrouwd met tante Hilde. Maar Mami en Bubi heten ook Treipl. Als Mami aan tbc overlijdt neemt tante Hilde de zorg voor de negenjarige jongen op zich. Als kort daarna ook Papi overlijdt is alleen tante Hilde nog over. En zij heeft het over hem als ‘mijn zoon’. Het kind breekt zich niet het hoofd over familiebanden. Als hij achttien is vertelt tante Hilde hoe de relaties werkelijk liggen. Eindelijk weet Victor waar zijn oorsprong ligt. De koloniale oorlog is dan inmiddels begonnen. Het hotel is geplunderd, Hilde en Vicky zitten in kampen. Het levensverhaal van Victor hangt van chaos aan elkaar. Toch weet de jongen zich goed op de been te houden. Hij is bijna 90 als hij zijn dochter meeneemt op levensreis.

Auteur

Birgit Treipl (1965) werkte lang bij reclame- en communicatiebureaus. Daarbij is zij directeur-oprichter van Flexconnection en het detacheringsbureau woman-at-work. Zij emigreerde in 2011 naar Brits-Columbia in Canada. Voor dit boek, vaders levensgeschiedenis vertaald in een semi-autobiografische roman, hield zij regelmatig Skypegesprekken met haar vader Victor.

De opzet van dit boek is merkwaardig. Er zijn korte hoofdstukken waarin Birgit vragen stelt waarop zij, dat merkt de lezer aan de formulering, het antwoord al kent. De vragen dienen alleen als sturing en bruggetje naar het volgende hoofdstuk in ik-vorm geschreven.

Deze ‘autobiografische’ hoofdstukken, waarin de lezer Bubi ziet veranderen in Victor, zijn het boeiendst geschreven. Achter op de flap van het boek staat als aanmoediging: Een lang bewaard familiegeheim komt aan het licht. Ik kan u verzekeren dat dit ‘sluimerende intieme geheim’ zich voor uw recensent binnen de kortste keren openbaarde. Misschien kwam de bepaald niet domme Victor er  uit familieliefde zo laat achter..

Dit is een tweeslachtig boek. Birgits aangevershoofdstukken zijn vriendelijk en aanmoedigend van toon, Victor praat in de ik-vorm ook niet altijd natuurlijk. Hij formuleert zoals een volwassene (hij is inmiddels 88 jaar oud) de emoties van zichzelf als naïef en tegelijk vroegwijs kind beschrijft. Dat laatste is de inbreng van zijn huidige levenservaring en komt wat vreemd over.

Op zich een boeiend verhaal omdat de geschiedenis van deze inwoners van Nederlands-Indië interessant is. Er is veel geschreven over de geschiedenis van vooroorlogs Indonesië, maar de wetenswaardigheden van de Duitse en Oostenrijkse immigranten kwamen eigenlijk nooit aan het licht.

Om die reden vooral kan ik dit boek aanbevelen. De auteur heeft zichzelf een moeilijke taak op de schouders gelegd met het beschrijven van haar vaders leven en ze is er niet overal even goed uitgekomen. Het onderwerp maakt veel van die missers goed.

Birgit TreiplSchuilen tussen bamboe. Mijn vaders jeugd in Nederlands-Indië. ISBN 978-94-027-0563-8, 271 pagina’s, €20,-. Amsterdam: HarperCollins 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Nederlands Indië. Bookmark de permalink.