Lied voor de vermisten

Opgroeien in Libanon

Amin en zijn vriend Jafar hebben avontuurlijke tochten in de puinhopen van Beiroet. Op een dag is Jafar ineens verdwenen.

Op jonge leeftijd verloor Amin zijn ouders door een ongeluk. Hij werd verzorgd en opgevoed door zijn oma. Tot zijn elfde in Duitsland, daarna in Beiroet. Hij gaat daar naar school en sluit vriendschap met Jafar. Beiden zijn verhalenvertellers. Soms verdienen ze er geld mee. Zo kocht Jafar voor weinig geld een stripboek en verkocht dat voor veel geld dankzij een mooi verhaal over het boek en de eigenaar. Ze scharrelen veel tussen de ruïnes. Jafar verdwijnt ineens. Later blijkt dat hij zich had aangesloten bij een militie.

Auteur

Pierre Jarawan (1985) is de zoon van een Duitse moeder en een Libanese vader. Op zijn derde kwam hij met zijn familie naar Duitsland, waar hij nog steeds woont en bekend is als poetryslam-talent. Hij komt regelmatig in Libanon. Voor zijn eerste roman raadpleegde hij in Beiroet archieven. Wat hem diep trof was het aantal van 17500 vermisten van de burgeroorlog. Hij schreef hierover de roman De zoon van de verhalenverteller. Zijn research leverde zoveel materiaal op dat hij wederom deze tweede roman wijdde aan de burgeroorlog in Libanon en met name de vermisten.

Amin houdt een dagboek bij en schrijft zelf verhalen. Hij verovert een meisje met een verhaal, wat helaas door haar vader werd onderschept. Amin verzamelt ook verhalen bij oudere mensen. Zijn oma vertelt veel over vroeger en haar interessante vrienden, waaronder een zijderupsteler. De vrienden vertellen Amin ook veel interessants. Daarnaast heeft hij vriendschap gesloten met een bibliothecaris die elke dag in de afgebrande bibliotheek op zoek gaat naar waardevolle snippers tussen de verbrande boeken. Dan is er nog een oude boekhandelaar die ook veel te vertellen heeft.

De artistieke oma van Amin schilderde vroeger evenals haar dochter, de moeder van Amin. In oma’s café hangen vele schilderijen. Het beroemdst is het schilderij Lied voor de vermisten van Amin’s moeder, dat ze in Parijs schilderde. Het bevat elementen die de overheid niet kan waarderen. Als ze het niet verwijdert wordt het café enige tijd gesloten.

De opbouw van het boek is heel fragmentarisch en in het geheel niet chronologisch. Daarbij komt dat er zelden jaartallen worden vermeld. Dat maakt dat het soms lastig te lezen is. Er zijn drie afdelingen die aangeduid worden als strofe een, twee en drie. Het boek is immers een lied. Toch wordt de lezer ondanks de verwarrende opbouw gegrepen door de fascinerende vertelstijl. Het gaat om een heel bijzonder boek. Soms wordt het vergeleken met De vliegeraar, dat vaak dezelfde poëtische stijl heeft.

Behalve een superieure stijl heeft de roman ook een rijke, interessante inhoud. Het is soms onthutsend hoe realistisch de oorlogstoestanden beschreven worden. Bijvoorbeeld de slimme manier van de jongens om in de straten buiten schot te blijven van sluipschutters. De corrupte regering die zich niet bekommert om het vraagstuk van de vermisten. Gemakshalve zijn deze dood verklaard. Naast al de gruwelijkheden is het hartverwarmend hoe de schrijver vertelt over de liefdevolle omgang van Amin en zijn grootmoeder.

Een prachtige roman die diepe indruk maakt.

Pierre Jarawan – Lied voor de vermisten. Vertaald uit het Duits (Ein Lied für die Vermissten) door Lilian Caris. ISBN 978-94-027-0482-2, 448 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: HarperCollins 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Midden-Oosten. Bookmark de permalink.