Canisius

Een echte overlever

Bastaardkind weet zich in de oorlog in de meest extreme omstandigheden te handhaven.

Nadat Petrus Canisius de voorman die hem uitlachte in elkaar had geslagen moet hij naar een werkinrichting, een soort gevangenis. Als de Duitsers Nederland binnenvallen wordt hij vrijgelaten, maar is nergens welkom. In Rotterdam gaat hij als stuwadoor werken. Daarna is hij arbeider in Duitsland en wordt zelfs soldaat. Als één van de weinige overlevenden weet hij te vluchten naar Nederland. Daar wordt hij opgepakt door de BS en moet zware dwangarbeid verrichten. Zijn treurige levensverhaal is aangrijpend: zo veel liefdeloosheid, alleen maar onaantrekkelijk zwaar werk, sadistische bazen, oorlogsellende, het kan niet op. Maar Petrus weet te overleven.

Auteur

Lammert Voos (1962) was aanvankelijk zanger in een Friese band. Vervolgens was hij werkzaam in het vluchtelingenwerk in voormalig Joegoslavië. Daarna werd hij hulpverlener voor jongeren en verstandelijk gehandicapten. Van 2011 tot 2013 was hij stadsdichter van Deventer. Hij publiceerse vier dichtbundels, drie boeken met kort proza en een roman. In 2018 verscheen Malterfoske, het eerste deel van een drieluik. Dit boek is het tweede deel.

Het eigenlijke verhaal over Petrus Canisius wordt vooraf gegaan door een gedeelte genaamd Un perro rojo, een rode hond. Typerend is dat op bijna elke plek waar Petrus verschijnt een hond opduikt die direct onafscheidelijk is. Meestal is dat het enige wezen waarvan hij liefde ondervindt. In dit inleidende gedeelte is een ik-figuur aan het woord die over zijn familie vertelt.

Verder is er nog een verslag over een vakantie in La Gomorra. De ‘ik’ is alcoholicus. Eenmaal thuis krijgt zijn leven een gunstige wending: hij zweert de drank af en komt zijn grote liefde tegen. Hij wordt schrijver en besluit een boek te wijden aan een berucht familielid: oom Petrus. Die novelle vinden we terug in het daaropvolgend gedeelte Wahrheit und Dichtung. Het is de vraag of deze autobiografisch lijkende inleiding noodzakelijk is.

Het verhaal van Petrus is fascinerend. Het is jammer dat alle gebeurtenissen nogal beknopt beschreven worden. De schrijver gebruikt vaak tijdsprongen. De figuur Petrus is wel heel beklagenswaardig. Dat begint al bij zijn verwekking: Een halfblinde dienstmeid concipieerde hem onvrijwillig ergens op het starre platteland. Petrus was lust zonder zegen. Niemand wil voor hem zorgen. Het lijkt of zijn pleegvader Borre iets voor hem voelt, maar later laat hij hem barsten. Al heel jong moet hij zijn eigen weg zoeken. Steeds krijgt hij zwaar, onaantrekkelijk werk, maar steeds past hij zich aan en houdt vol.

Het boek heeft enkele gedeelten die diepe indruk maken. Vrij gedetailleerd is de strijd tegen de Russen beschreven. Petrus maakt deel uit van een bijeengeraapt legertje. Iedere jongen of man die nog enigszins kon vechten werd gerekruteerd. Ze waren slecht bewapend. Van vechten komt weinig, ze moeten vluchten en vooral in leven blijven. In dit gedeelte wordt duidelijk hoe gruwelijk het is om je midden in de strijd te bevinden. De wildernis was bezaaid met lijken, de meeste gruwelijk verminkt. Overal stonden brandende voertuigen. Kogels vlogen Petrus om het hoofd en soms zag hij uit een ooghoek een man uit de linie vallen of in een fontein van bloed uiteenspatten.

 Een ander gedeelte dat veel indruk maakt is als Petrus na de oorlog met oud-NSB’ers en andere collaborateurs dwangarbeid moet verrichten. Het is heel zwaar werk in de blubber in het Wad. Onthutsend is het om te lezen hoe ze werden behandeld. Bewakers met karabijnen stonden op de dijk te kijken hoe mannen verdronken. Ze staken geen vinger uit. De NSB’ers waren immers fout en zij waren de goeden.

Het keiharde boek heeft het karakter van een documentaire, alles lijkt vrij feitelijk, vaak te gruwelijk om waar te zijn. Jammer dat het zo fragmentarisch is, sommige gedeeltes zouden veel meer uitgewerkt kunnen worden.

Gezegd moet worden dat deze roman op schitterende wijze is uitgegeven: hardcover, mooi dik papier, een royale regelafstand, een mooie letter. Wat kan een boek dan mooi zijn.

Een indrukwekkend verhaal.

Lammert Voos – Canisius. ISBN 978-94-931-8301-8, 142 pagina’s, € 22,50. Enschede: AFdH Uitgevers 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.