Phineas’ feest

Kraamfeest als familiereünie

Wie is er gestoord, wie normaal?

De familie Ouwenaer bestaat uit een aantal op z’n minst opmerkelijke lieden. Vader Hilmar en moeder Tanneke hebben het bijzonder druk met hun buiten-familiair bestaan als wetenschapper, de drie kinderen gaan hun eigen gang en verzinken in vreemde gewoonten. Als die drie nu maar doorsnee zouden zijn, liep dat misschien goed af. Maar helaas, ze hebben vreemde trekken van hun ouders geërfd en wijken steeds meer af van de maatschappelijk aanvaarde normen.

Adelien, log van bouw, lijdt er ernstig onder dat ze groot en fors is en daarom uitgescholden wordt. Ze compenseert het met fanatiek studeren. Johannes verzeilt in vreemde sferen en zoekt zijn heil in verdovende middelen om de wereld te kunnen vergeten. De kleine Lea valt buiten de boot. Als Johannes op achttienjarige leeftijd spoorloos verdwijnt – nadat hij heeft aangekondigd een tijdje rust te willen hebben – worden er geen zoekacties op touw gezet. De jongen heeft privacy nodig en komt vanzelf weer terug.

Met Johannes verdwijnt ook vader Hilmar, die het thuis toch al niet meer zag zitten. Hij gaat als kluizenaar wonen in een hutje in de bossen en laat niets meer van zich horen. Moeder Tanneke (Tamara) blijft met de kinderen achter, en verzinkt in een depressie. De tijd schrijdt voort. Ieder bouwt zijn leven op. Maar na twintig jaar geeft Lea een kraamfeest voor haar jonggeboren zoon Phineas. De hele familie zal komen. Vader Hilmar, niet uitgenodigd, maar gewaarschuwd door een oud vriendje van zijn dochter, besluit ook te gaan. Johannes, inmiddels psychisch gestoord, trekt als zwerver door Amsterdam. Als hij Adelien ontmoet en van het kraamfeest hoort besluit hij daar ook te verschijnen. Dat belooft een bijzondere dag te worden, die niet geheel volgens planning verloopt.

Auteur

Sophie Tak (Deventer, 1976) is Neerlandicus. Ze volgde van 1999 tot 2006 de lerarenopleiding aan de VU. In haar studietijd voerde ze de redactie over het literair tijdschrift Moxi, waarin ze ook zelf publiceerde. Ze schreef recensies voor Trouw en was redacteur van VakTaal.

 

 

Ieder gezinslid krijgt een eigen hoofdstuk in dit boek, waarin hij of zij wordt gevolgd. De kinderen worden daarbij geportretteerd vanuit hun jeugd tot de tijd van het kraamfeest. Duidelijk: zoveel hoofden, zoveel herinneringen. Elk van hen denkt anders over de omstandigheden waarin zij groot geworden zijn. Ook de ouders vertellen hun verhaal vanuit hun eigen manier van leven.

Cees Nooteboom schreef ooit: De herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil. Daarmee wilde hij duidelijk maken dat het geheugen plastisch is, wegen bewandelt waarop anderen die hetzelfde meemaakten, hem niet kunnen volgen. Dit boek is een duidelijke illustratie van dit gegeven. Dat maakt het verhaal interessant, het verloop en de presentatie zijn wat chaotisch.

Wie geïnteresseerd is in deze materie: wie herinnert zich wat van eenzelfde gegeven, zal dit boek met genoegen lezen. Als verhaal is het verder wat mager, het draait te zeer om dat ene gezin.

Sophie Tak – Phineas’ feest. ISBN 978-90-2634-804-4, 331 pagina’s, €21,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.