De boekhouders van de Holocaust

Collaboratie met de bezetter

Het meewerken van ambtenaren aan de registratie, isolatie en deportatie van de Joodse Nederlanders werd gemotiveerd door het grotere landsbelang, door het belang van het voortbestaan van de ambtelijke organisatie en het belang van baan en positie.

De schrijver heeft een gedegen wetenschappelijk onderzoek verricht naar de rol die de Nederlandse ambtenaren hebben gespeeld bij de Holocaust. Hij levert talrijke bewijzen die aantonen dat de Nederlandse overheid op grote schaal heeft gecollaboreerd met de nazi’s Bijna driekwart van de Joden in Nederland is tijdens de bezetting omgekomen, in totaal 102.000. De auteur toont aan dat er zoiets bestond als een papieren spoor van bureaucratie dat uiteindelijk uitmondde in het vermoorden van de Joden door de nazi’s.

Het boek bevat vier delen: registratie, isolatie, deportatie en de terugkeer. Er wordt duidelijk gemaakt dat in Nederland de collaboratie in de Jodenvervolging geen zaak was van individuele ambtenaren, maar dat het gehele Nederlandse overheidssysteem onder leiding van secretarissen-generaal de Joodse populatie stap voor stap opofferde aan het voortbestaan van zijn eigen bestuur.

Auteur

Rob Bakker (1949) is een Nederlandse journalist, auteur en historicus. Hij was uitgever van boeken voor radio- en televisiemakers. Hij schreef enkele romans en thrillers. Op latere leeftijd studeerde hij geschiedenis. Dit boek was zijn masterscriptie.

 

Registratie

Hoe moesten ambtenaren handelen bij een bezetting? Al voor de oorlog waren daar regels voor geformuleerd in het Landoorlogreglement en de Aanwijzingen. Daarin staat dat het nadrukkelijk verboden was om mee te werken met een bezetter aan het deporteren van burgers. Ambtenaren hebben massaal deze regels overtreden, maar er is na de oorlog geen enkele ambtenaar veroordeeld voor het meewerken aan de Jodenvervolging.

Het begon met het registreren van Joden. Vastgesteld moest worden of men vol-Jood was, dat wil zeggen vier Joodse grootouders of half-Jood twee Joodse grootouders. Indien het Jood-zijn was vastgesteld werd een J gezet bij de persoonsgegevens. Er waren zeer ijverige ambtenaren die streng controleerden of het correct was vermeld. Later werden van de Joden aparte lijsten gemaakt.

Isolatie

De Joden werden steeds verder geïsoleerd. Op gemeenteniveau werkten Nederlandse politieambtenaren en andere ambtenaren mee aan inperking van de bewegingsvrijheid van Joden op straat en openbare ruimten. Ook werd meegewerkt aan het handhaven van de draagplicht van de in mei 1942 ingevoerde Jodenster. Niet alleen Joodse burgers werden geregistreerd, maar ook Joodse bedrijven. Alle Joodse bedrijven moesten worden onteigend, dat gold ook voor huizen van Joden. Voor dit proces werd het begrip ‘arisering’ gebruikt. Het ging om gedwongen verkoop en het geld kwam niet terecht bij de voormalige eigenaars. Het werd voor hen bewaard. Talrijke Nederlanders hebben hier aan meegewerkt: burgemeesters, ambtenaren, notarissen en makelaars. De vrijgekomen huizen gingen vaak naar NSB’ers. Vaak was er sprake van hebzucht en profiteerden ambtenaren. De auteur spreekt zelfs van ordinaire roof.

Deportatie

Juni 1942 startte de deportatie van de Nederlandse Joden. Ze gingen voor ‘werkverruiming’ naar Duitsland. De Joodse Raad moest de vertrekformulieren gereedmaken. De leden van de Raad waren zelf vrijgesteld. De raad had de bevoegdheid Joden vrij te stellen. In het najaar van 1942 had geen enkele ambtenaar bezwaar tegen inzage in het bevolkingsregister als het ging om het selecteren van Joden. Ze weigerden wel medewerking als het ging om het selecteren van inzetbare mannen voor de verplichte arbeidsinzet. Bij de eigenlijke deportatie: de Joden uit hun huis halen, meewerken aan razzia’s werden hoofdzakelijk Nederlandse politieagenten ingezet. Enkelen deden dat met tegenzin, maar de meerderheid werkte daaraan mee.

De Nederlandse Spoorwegen

Het vervoer per spoor was in de oorlog van groot belang. Teneinde het personenvervoer en het vervoer van voedsel en kolen gangbaar te houden was loyale samenwerking met de bezetter noodzakelijk. Van de grote meerderheid van het spoorwegpersoneel was geen initiatief tot een algemeen spoorwegverzet te verwachten. Tegen de Jodentransporten is nauwelijks weerstand geboden. De NS was een overheidsbedrijf, maar vanuit Londen werd geen opdracht gegeven om niet mee te werken aan Jodentransporten. De NS liet ook de rails verlengen van Hooghalen naar Westerbork. Het enige protest kwam van de illegale bladen. Zo schreef Het Parool op 14 juli 1942: Ruim honderdduizend Nederlanders, aanvankelijk misschien alleen mannen, maar daarna ook grijsaards, vrouwen en kinderen, Nederlanders als wij allen, zullen aanstonds als vee worden weggevoerd.

Conclusies

De Nederlandse overheid kreeg een belangrijke functie bij de uitvoering van anti-Joodse maatregelen. Het specifiek op de Joden gerichte karakter van de werkzaamheden betekende een breuk met de vooroorlogse werkzaamheden. Niet langer was de wet voor iedereen gelijk.

In vergelijking met Frankrijk en België voerden de Nederlandse ambtenaren de wensen van de Duitsers zeer nauwgezet uit. De ambtenaren, juristen, rechterlijke macht, politieambtenaren en spoorwegmedewerkers voerden zonder veel mitsen en maren hun opgedragen taken uit. De individuele medewerkers volgden vrijwel allemaal de leiding.

De auteur heeft een grondige studie verricht en een enorme hoeveelheid feiten verzameld. Steeds beperkt hij zich tot een objectief verslag van de gang van zaken. Er ontstaat een verbijsterend beeld. In zijn laatste zinnen komt wel duidelijk zijn mening naar voren: De ambtenaren waren boekhouders van de Holocaust en ze hielden hun boeken pijnlijk nauwkeurig bij. De verliespost waren de anderen. Dat was het brandoffer – de letterlijke vertaling van ‘Holocaust’- van de Joden. Een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis.

Een overtuigend feitenverhaal over de samenwerking van de Nederlandse overheid als het gaat om Jodenvervolging in Nederland.

Rob Bakker – Boekhouders van de Holocaust. ISBN 978-90-7427-492-0, 727 pagina’s, € 29,50. Hilversum: Uitgeverij Verbum 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.