Wensvogels

De schrijver is een zwarte roodstaart

Van 450 naar 50 lievelingen.

 

Auteur

Hans Dorrestijn (1940) schrijft sinds 2007 vogelverhalen, in 2016 werden die gebundeld in Dorrestijns Volkomen Vogelgids. Samen met vogelkenner Nico de Haan maakte hij de programmaserie Baardmannetjes, waarin de twee vogelvrienden op zoek gingen naar gevederde vrienden in heel Nederland. In 2015 kreeg Hans Dorrestijn de Tollensprijs voor zijn verdiensten aan de Nederlandse literatuur.

 

Jarenlang zei je bij het horen van de naam ‘Hans Dorrestijn’: ‘Schrijver, zanger, cabaretier.’ Maar toen de kleine bebrilde taalvirtuoos ouder werd, kreeg hij een passie die hij met veel ouderen deelt: hij werd een liefhebber van vogels. En omdat Dorrestijn nooit iets half doet werd hij van liefhebber voorzichtig aan kenner, van kenner enthousiast vogelaar, van vogelaar vogelboekschrijver en vogel-tv-maker. Daarna zag het ene na het andere vogelboek het licht.

In deze allernieuwste bundel vertelt de auteur dat hij van 450 lievelingsvogels naar vijftig is afgezakt. Poging tot humor, voegt hij daaraan toe.

Die vijftig overgebleven lievelingen hebben plaats gekregen in zijn nieuwste boek. En werden voorgaande vogelboeken voorzien van foto’s van de lieve dieren, dit boekje is buitengewoon fraai geïllustreerd door Elwin van der Kolk. Op de kaft prijkt de Sneeuwgors, want de schrijver houdt van die vogel, of hij nu gekleed is in zijn zomer- of winterkleed. Hij las eens een artikel over Spitsbergen waar de sneeuwgors evenveel voorkomt als bij ons de mus. En hij werd al lezend ontzettend jaloers op de bewoners van Groenland.

Wat vogels betreft heeft de auteur in Nederland ook niets te klagen. De vogelaar trakteert zijn lezers op wensvogels die in de stadse tuinen zelden of nooit te zien zijn, zelfs niet door een spiedende stadstuinvogelaar als uw recensent. Neem de Zwarte Roodstaart. Hij lijkt op een merel, zijn veren zijn maar net iets lichter en als extraatje heft hij een rode staart. Wel eens gezien? Ik dacht dat Dorrestijn de cabaretier uithing en googelde de vogel, maar nee hoor, hij bestaat echt. En dan gaat hij verder: Zijn fluittoon gaat na de eerste aanloop over in een zacht geknars als van verse sneeuw onder kabouterlaarsjes. Niet zo muzikaal, wel origineel, grappig en innemend. O jee, dat is wel heel doorzichtig. Als ik een vogel bespreek heb ik het over mezelf. Ik ben een kleinkunstenaar. Dat verklaart het pleidooi voor het lied van de Zwarte Roodstaart.

Dit boekje staat vol charmante vogelverhalen, stuk voor stuk het citeren waard. Het mooiste verhaal vind ik Wilde zwanen, waarin de driftige stadse knobbelzwaan, alom geprezen om zijn elegantie, naast zijn wilde broertje wordt gezet. En dan blijkt de wilde soort zo veel zachtmoediger dat de stilte van een wilde zwaan in het polderlandschap in dit verhaal blijft hangen. De knobbelzwaan is een hagelsteen, de wilde zwaan een sneeuwvlok, verklaart de auteur die stilte.

Dit is een boekje om van te houden, op voorwaarde dat u van vogels houdt of bereid bent ervan te gaan houden. Achtenveertig vogelverhaaltjes, tweeëntwintig vogelschilderijtjes, wat wenst een vogelaar meer? Niets.

Dit boekje is een schoonheid.

Hans Dorrestijn – Wensvogels. ISBN 978-90-3880-927-4. 143 pagina’s, € 15,-. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Natuur. Bookmark de permalink.