P.S. Van liefdespost tot hatemail: de 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven

Fascinerende brievenverzameling

Hartverscheurende, boze, tedere en dicht-bij-de-dood-staande brieven.

Als kind, vertelt de auteur in haar boek, speelde zij al graag ‘postje’. Vriendin in de ene kamer, zij in de andere, ze verzonnen elk een identiteit en schreven de ander brieven, schoven die onder de deur door en bezorgden elkaar zo post. Toen al vond ze het heerlijk post te ontvangen. Dat is gebleven. En eigenlijk, heeft zij geconstateerd, geldt dat voor iedereen. Want een brief heeft een hoog verrassingsgehalte, het is een onverwacht cadeautje, inclusief de spanning die het openen en lezen met zich meebrengen. En brief per post of per kaart is wel even wat anders dan een e-mail of een snel appje. Het is fijn dat iemand de tijd heeft genomen om jou speciaal te schrijven en naar de brievenbus te lopen.

Die liefde en aandacht voor post mondden uit in dit boek, waarin 150 van de opmerkelijkste Nederlandse brieven zijn opgenomen. Afgemeten aan de duizenden brieven die er zijn geschreven, is dat wellicht niet veel. Maar de auteur spitte, met behulp van experts allerlei bijzondere archieven en verzamelingen door om tot haar keuze te komen. Ze deelde de brieven in dertig categorieën in, van zeepost tot smeekbrieven, van fanmail tot boze brieven, van brieven uit de gevangenis tot afscheidsbrieven van mensen die het leven gingen verlaten, gewild of ongewild. Elk van die categorieën bevat vijf brieven, van oud tot nieuw. De oudste brief stamt uit 1568. Er zijn brieven bij van beroemde mensen en van huis-tuin-en-keuken-mensen als u en ik.

Auteur

Jet Steinz (1990) publiceerde in 2015, samen met haar inmiddels overleden vader Pieter Steinz de Gids voor de wereldliteratuur. Tevens schreef zij de jeugdroman De tranen van Saar. Ze werkt freelance voor de Volkskrant.

 

 

 

 

Wat citaten:

Een veertienjarig meisje schrijft voor een schoolopdracht in 1999 een ‘brief aan de Toekomst’: Ik word later verpleegster, dan ga ik voor Invalides zorgen, tot ik zelf invalide ben.

Een verliefde P.C. Hooft schrijft in 1627 een lange liefdesbrief aan ‘Lieve juffrouw Hellemans’: (…) Open uw hart voor mijn woorden vermengd met mijn tranen en ondertekend met mijn bloed. (…) Als u enig gevoel hebt voor liefde of hartelijkheid, dan smeek en bezweer ik u bij alles wat u lief is of ter harte gaat: laat de kus die ik laatst van u kreeg niet een kus des doods \zijn (…). Heleonora Hellemans was onder de indruk van de lyriek van haar buurman. De twee trouwden drie maanden later.

In 1827 schrijft de brave Jakob Jenes Sijtsma met Nieuwjaar – zoals dat in die tijd hoorde – een fraai geïllustreerde brief in dichtvorm aan zijn ouders. Wat regels hieruit: (…) Dat u de voorspoedszon bestraal, Dat ramp noch onheil op u daal; Op dat ge in ongestoord genot, Mij vormen moogt, tot kind van God (…).

Heel veel brieven vanuit alle uithoeken van de wereld ontving paranormaal genezer en paragnost Gerard Croiset. Brieven die alleen waren geadresseerd aan Gerard Croiset Utrecht, Holland, kwamen aan. Talloze mensen dankten hem voor zijn hulp en assistentie bij vermissingszaken. Citaat uit een brief van ouders: Wij waren oprecht dankbaar dat zij (hun dochter) gevonden was en er aan de vreselijke spanning een einde gekomen was. Gisteren hebben wij haar in alle stilte naar haar laatste rustplaats gebracht.

In 1917 ontving minister van Landbouw, Nijverheid en Handel Folkert Posthuma deze brief: Minister Posthuma! Als vóór 5 februari a.s. de distributie niet beter geregeld is, zijt gij een man des doods. Wees op uw hoede. De brief zal weinig effect gescoord hebben. Opmerkelijk is wel, zo laat de auteur in een terzijde weten, dat de gehate Posthumus jaren later daadwerkelijk een ‘man des doods’ werd. Zijn geheul met de nazi’s was in 1943 voor het verzet de reden hem te liquideren.

Het is lastig kiezen uit deze fascinerende brievenverzameling. De lezer vindt een plechtig rouwbeklag dat Michiel de Ruyter in 1668 aan Johan de Witt schreef. Wendela, diens de 32-jarige vrouw stierf na een kort ziekbed. Dat jaar was ook al – na de dood van twee eerdere kinderen – zijn tweejarig dochtertje Elisabeth gestorven. De Witt was diepbedroefd. De schrijfster wijst erop dat uit diverse brieven blijkt dat ouders ook vroeger veel verdriet hadden als er een kind overleed. Lange tijd is gedacht dat een dergelijk sterven minder indruk zou maken omdat het aantal kinderen dat de leeftijd van 5 jaar niet haalde procentueel erg hoog was.

Een brief van Hendrikus Colijn aan zijn vrouw: ‘lieve beste Toet’, geschreven tijdens de Lombok-oorlog van 1894, een brief uit 1965 van een 5-jarige jongetje aan Johan Cruijff nadat die het Amsterdamse weeshuis bezocht had, Van Herman Brood, Erasmus, Rembrandt van Rijn of Spinoza, maar ook van de onbekende Leendert Jansen van Meurs, en – vanuit het Leeuwardense Huis van Bewaring – Wybren Hogerhuis of een zekere Harry Smits die zijn dochter ernstig kapittelt omdat zij van de protestantse naar de rooms-katholieke kerk was overgestapt… Een 8-jarig jongetje dat de Amsterdamse politie na de kroningsrellen meldt dat de ME wat ‘harder moest slaan’ en een brief die Antoni van Leeuwenhoek aan de Royal Society schrijft, vol ingewikkelde berekeningen  aan de hand van het aantal ‘dierkens dat hij in mannelijk zaad’ aantreft. Om daar haastig aan toe te voegen dat hij die observaties deed ‘sonder my te besoetelen, want ik heb niet meer besigtigt, dan het geen de Natuur, na dat die sijn volkome loop heeft gehad, soo nu als dan over laat’.

Welke brief is het meest lezenswaardig? Ze zijn allemaal geweldig. Elke brief heeft de eigen waarde van een persoonlijke verrassing op papier.

Alle brieven zijn door de auteur van een toelichting voorzien. Die randteksten zorgen ervoor dat je – dat geldt zeker voor de heel oude brieven – de geschriften soms net even anders leest omdat de achtergrond is geschetst. De brieven gaan extra leven doordat er van elk exemplaar een facsimile is weergegeven zodat het handschrift van de briefschrijver zichtbaar wordt.

Al met al is dit een boeiend, een fascinerend boek om keer op keer open te slaan en er hapsnap brieven uit te lezen. Een ‘tafelboek’, altijd gereed voor de grijp om steeds opnieuw in te grazen.

P.S. is al overal hogelijk geprezen. Die lof is meer dan terecht.

Jet Steinz – P.S. Van liefdespost tot hatemail: de 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven. ISBN 978-90-5759-945-3, 540 pagina’s, €39,99. Amsterdam: Uitgeverij Podium 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Brieven. Bookmark de permalink.