De minderweter

Al wandelend dichten

Gedichten over zeer verschillende onderwerpen en in alle denkbare vormen.

Het is bijna onmogelijk om de gedichten van deze auteur tot een bepaald genre te rekenen, daarvoor verschillen de ze te veel. Wat wel direct opvalt is de speelsheid en lichtvoetigheid. Een onderwerp dat er uitspringt is het dichterschap, maar hij toont zich hierover zeer bescheiden. Romantiek is een onderwerp dat enkele malen aan de orde komt en in de hele bundel is veel humor aanwezig.

 

Auteur

Pieter de Bruijn Kops (1959) is werkzaam als redacteur. Poëzie van zijn hand werd gepubliceerd in Tirade, Krakatau, En er is, Meander, Paper Jam en de Volkskrant. Soms gebruikt hij het pseudoniem Pieter Goedschalk. Hij zat verscheidene malen in de jury van Festina Lente Poëzieslag in Amsterdam. Hij treedt ook op, solo of samen met muzikale begeleiding. In 2014 verscheen zijn eerste bundel Heerlijke galop.

De Minderweter is het titelgedicht van de bundel. Het is een sympathiek en heel invoelend gedicht. Het gaat over de mensen die in een gezelschap op de achtergrond moeten blijven omdat ze bijna over niets kunnen meepraten.

graag:

minuten stilte

voor de duizend doden

van alle minderweters

die ze steeds maar sterven

Enkele gedichten gaan over een liefdesrelatie. Heel intiem en gevoelig. Uit De Puntkomma van de nacht:

water heb ik naar je toe gedragen

kusten veilig verklaard

je gunt mijn ogen je lichaam

en je kunt me naar je lippen tillen

Prachtig qua sfeer is Bij Marilie in de tuin, de weergave van een gesprek. De inhoud is ongelofelijk positief. Er is veel onderling begrip en wederzijds bewondering.

Enkele gedichten gaan over het dichterschap. In Dorpswandelingen, dat veel rijm bevat, wordt duidelijk dat al wandelend gedichten ontstaan die hij thuis opschrijft. In het hoofdstuk Ja schrijft hij heel expliciet over het dichten. In Het getal 1 zegt hij dat rijm niet zijn handelsmerk is. Toch komt rijm regelmatig voor en dan op een geestige manier. Heel speels laat hij bijvoorbeeld wat rebels zien dat hij zich liever niet aan conventies houdt geen klank meer in gedich- (en ook geen harmonie meer) ten.

Hij toont zich heel bescheiden en is verbaasd dat zijn gedichten gelezen worden:

het is een rare eer

dat ik door u wordt aangehoord

die niet verstaan kan wat ik schrijf

zolang ikzelf daarbuiten blijf.

In het slotgedicht De wonderdichter hoopt hij dat hij een keer kan dichten zonder dat hij afgeleid wordt door dingen die hem hinderen:

tot op een dag

een zinderdag

geen dingen meer verhinderden

dat al zijn verzen zinderden.

Er valt veel te zeggen over deze bundel, omdat de gedichten zo verschillend zijn. Het is een genoegen ze te lezen. De meeste zijn heel toegankelijk. Vaak lijken ze simpel, maar altijd staat er iets in dat je raakt. Soms lijken ze op proza. Echter de vorm maakt duidelijk dat het om poëzie gaat en ook de geconcentreerdheid van de taal: met weinig woorden toch veel zeggen en diepzinnig zijn.

Poëzie kan heel leuk zijn.

Pieter de Bruijn Kops – De minderweter. ISBN 978-90-468-2618-8, 64 pagina’s, € 20,00. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Poëzie. Bookmark de permalink.