De man die Nagasaki overleefde

Het ongelooflijke verhaal van een wilskrachtige soldaat

Dick is bijna 100 als hij zijn levensverhaal vertelt.

Bandung, Nederlands Oost-Indië, november 1941. De 21-jarige Dick Büchel van Steenbergen werkt bij de luchtmacht als fotograaf. Twee broers zitten ook in het leger, Eugene bij de artillerie, Christiaan bij de infanterie. Zijn moeder maakt zich zorgen en ze is blij dat haar twee jongste zoons nog niet aan het leger toe zijn. Kort daarna maken Japanners op het vliegdekschip Shõkaku zich gereed om hun bommen af te gaan werpen op Pearl Harbor. De hele Amerikaanse vloot moet in vlammen en vuur verdwijnen. Op het moment van de aanval brak de totale oorlog los. Voor Dick, voor zijn beide broers, voor iedereen.

Na die dag, op 7 december 1941, zou het leven voorgoed veranderen. Dick, in dienst van het KNIL, meldt zich evenals zijn broers voor actieve dienst. Ze worden begin 1942 door de Japanners krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar een concentratiekamp. Daar maken ze kennis met de onvoorstelbare wreedheid van de kampleiding. Ze verhuizen van kamp naar kamp, steeds worden hun leefomstandigheden slechter. De Japanners mishandelen hun gevangenen, geven ze onvoldoende te eten, vernederen ze, doden naar wrede willekeur als iemand iets doet wat hen niet bevalt, hoe miniem die daden ook zijn. Maar Dick houdt vol. Hij neemt zich voor onzichtbaar te zijn, de Japanners nooit te tarten om zijn eigen leven te sparen, positief te blijven denken en te geloven in overleven.

Na een tijd worden de sterkste overlevers op een kolen-transportschip naar Japan vervoerd. In zware storm en opgesloten in de inktzwarte duisternis van het vervuilde kolengruis-ruim overleven zij de torpedo-aanvallen van geallieerde duikboten. Aangekomen in Japan worden Dick en zijn medegevangenen in een kamp voor dwangarbeiders geplaatst. Van daaruit werken zij op de scheepswerf van Mitsubishi, dat in continudienst oorlogsschepen maakt en repareert. Zij krijgen amper te eten, de arbeidsomstandigheden zijn gruwelijk slecht. Op 9 augustus 1945 ziet Dick aan parachutes de atoombom neerdalen. Hij rent voor zijn leven en overleeft. De gruwelijke bom zaait dood en verderf. Voor Dick echter brengt Fat Man vrede.

Auteur

Gregor Vincent (Witteveen) stamt uit een Hollandse ondernemersfamilie. Na een studie aan Nijenrode, een verblijf van twee jaar in Zuid-Afrika en een MBA in de Verenigde Staten werkte hij onder andere voor The Bank of America en Koninklijke Ahold. Zijn passie is geschiedenis. Hij schreef eerder Congo en de bestseller Bonus Time. Hij woont en werkt in Engeland.

 

 

Gregor ontmoette Dick Büchel van Steenbergen toevallig, in 2017. Hij raakte geïnteresseerd in diens geschiedenis en vroeg hem of hij het verhaal van zijn leven mocht optekenen. Hij voerde anderhalf jaar lang gesprekken met hem en de beide mannen raakten bevriend. Büchel van Steenbergen wordt binnenkort 99 jaar, maar aan zijn geheugen mankeert niets.

Gregor Vincent wilde geen éénlijnige geschiedenis schrijven, maar mixte Dicks verhaal met dat van de – bedachte – jonge fotograaf Jonny Geller en een aantal Japanners, waaronder Hayato Tanako, piloot uit Nagasaki en een rechtlijnig man van eer. Op die manier krijgt de lezer meer inzicht in de denkwijze van de verschillende partijen. Ook is het belangrijk voor het vijandbeeld: niet alle Japanners waren slecht, zo min als in Europa alleen slechte Duitsers rond liepen. Gregor Vincent wilde via hen een eerbetoon schrijven aan alle mensen in oorlog, ongeacht hun nationaliteit.

Een meesterlijk boek. Aangrijpend, ontroerend, buitengewoon invoelend geschreven. Historisch en veel, veel  spannender dan welke thriller ook. Niemand kan verzinnen wat het leven laat gebeuren, dat blijkt duidelijk uit Dicks ervaringen.

Gregor Vincent – De man die Nagasaki overleefde. ISBN 978-90-8975-793-7. 304 pagina’s. € 20,99. Meppel: Just Publishers 2019.

Dit bericht is geplaatst in 'Faction', Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.