Echte dokters huilen ook

Kankerspecialist krijgt zelf de gevreesde ziekte

Als de tweedimensionale longbeelden over het scherm schieten, berekent de interventieradioloog instinctief de grootte van de tumor: negen bij vier centimeter. Het dringt amper tot hem door dat hij naar de scan van zijn eigen longen kijkt.

Het gezwel heeft al een stuk long afgesloten en ook op de rechterlong zijn afwijkingen te zien.  De opgezette lymfeklieren duiden op uitzaaiingen. ‘Jezus’, zeg ik. En dan na een tijdje: ‘Hoe vertel ik dit aan Yno?’

Auteurs

Warner Prevoo (1963) is interventieradioloog, gespecialiseerd in de minimaal invasieve beeldgestuurde behandeling van kanker. Hij woont en werkt in Amsterdam. Zij zoon Yno is mede door de ziekte van zijn vader medicijnen gaan studeren.

Karin Overmars (1965) studeerde Frans en is journalist/recensent voor diverse dagbladen en tijdschriften. Ze heeft drie romans op haar naam staan.

Vertwijfeld drukt de alleenstaande vader Warner, die voor de zekerheid even zijn aanhoudende kuchje heeft laten onderzoeken in het ziekenhuis waar hij werkt, alle negen oproepjes van zijn zoon op zijn mobiel weg. Eenmaal thuis breekt hij. Huilend als een wolf kruip ik de twee trappen naar mijn appartement op. Zodra ik de voordeur open, rent Yno op mij af. We vallen elkaar in de armen. We huilen. Eindeloos lang staan we daar, steeds weer fluister ik hetzelfde zinnetje: ‘Ik heb kanker… Ik heb kanker…’.

Na de diagnose staat de wereld van Prevoo op z’n kop. Nu de dood op zijn deur klopt durft hij niet meer volledig op zichzelf te vertrouwen. Het is te groot. Te onbekend. Hoe ga ik mijn beperkte toekomst invullen? Ik ben vader, zoon en dokter.

Vooral dat laatste is confronterend, want nu is hij plotseling zelf patiënt. Zijn ziekte verandert zijn blik op kankerpatiënten voorgoed. Hij beseft dat artsen, inclusief hijzelf, helemaal niet weten hoe patiënten zich voelen. De pijn, de angst, het verdriet, de afhankelijkheid, hij maakt het nu zelf allemaal mee. Volgens Plato moest elke dokter getroffen worden door de ziekte die hij behandelt. Een extreme uitspraak, maar goed, daar was hij filosoof voor. En hij had een punt, weet ik nu.

Tegen alle verwachtingen in blijkt de tumor te behandelen met een nieuw medicijn, maar de ziekte keert terug. Een deel van zijn long moet operatief worden verwijderd en de specialist belandt in een bed in zijn eigen ziekenhuis waar hij wordt behandeld door zijn eigen collega’s. Ook volgen er nog bestralingen.

Hij is weer gaan werken, maar gaat nu wel anders met zijn patiënten om. Dr. Prevoo is meer dan duidelijk: ze gaan dood, hij zal proberen te ziekte te remmen, maar rekken, dat doet hij ze niet aan.

De manier waarop Prevoo met zijn tegenslagen omgaat, is ontroerend. Om de breuk met zijn 15 jaar jongere vriendin is hij oprecht verdrietig. En ook het verlies van zijn vader, eveneens aan longkanker, grijpt hem diep aan. Zijn hartsvrienden en uiteraard zijn zoon houden hem op de been. En uiteraard zijn patiënten voor wie hij door het vuur gaat.

Karin Overmars heeft Warners verhaal werkelijk prachtig verwoord. Zonder ook maar een spoortje van valse emotie heeft zij met de nodige humor en zelfspot een kijkje gegeven in het leven van een bevlogen specialist, die ondanks zijn eigen ziekte niets dan het beste voorheeft met zijn patiënten.

Een absolute aanrader voor iedere zorgverlener die een witte jas aan heeft, maar zeker ook voor iedereen die een zieke naaste heeft of zelf getroffen is door kanker.

Warner Prevoo & Karin Overmars – Echte dokters huilen ook. ISBN 978-90-263-4346-9, 223 pagina’s, € 20,00. Amsterdam: Ambo| Anthos 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Non Fictie, Ziekte. Bookmark de permalink.