Liefhebben, loslaten en doorgaan
Sympathieke ogen, een kloeke neus en een flappend hoedje op zijn hoofd. Carolien heeft maar één gedachte als ze een foto van Jean Michel ziet: Maar die is van mij, straks. Ze maken een afspraak, worden verliefd, gaan trouwen en krijgen een zoontje. Als Jean zeven maanden later met vrienden gaat skiën verongelukt hij.
Hij noemt haar Boeps, zij hem Hensie. En in plaats van ‘Ik houd van jou’ zeggen ze ‘hauwie’. De sportieve vermogensbeheerder en de chaotische journaliste zijn stapelgek op elkaar. Ook al haalt hij zelden een stofzuiger door het huis, laat hij zijn spullen achter zijn kont slingeren en vindt ze zijn meubels spuuglelijk; dít is de man met wie ze oud wil worden.
Ook dat fanatieke sporten van hem vindt ze maar niks. ‘Je snapt niet dat je moet blijven leven’, zei ik. ‘We moeten nog trouwen en samen oud worden.’ ‘Maar dat gaat ook allemaal gebeuren, ik beloof het.’ Pas toen hij het nog honderd keer had beloofd kreeg hij een kus. Ze trouwen, maar samen oud worden ze niet.
Auteur
Carolien Spaans (1978) is journaliste en columniste. Zij schrijft onder andere voor Volkskrant Magazine, JAN en de VARAgids. Dit is haar eerste boek.
Zeven maanden na de geboorte van hun zoontje Lucas gaat Jean zoals ieder jaar met twee vrienden een weekendje skiën en snowboarden in Zwitserland. Offpiste valt hij in een gletcherspleet, 25 meter diep. Hij is op slag dood. Ik loop achter de kist, links, rechts gaan mijn voeten, en ik fantaseer dat dit een film is. In het crematorium de slotscène… Ik geef de kist een laatste zetje, en dan is Jean weg.
‘Hoe gaat het?’ Ze wordt soms gek van het medeleven. Ze stellen de normaalste vraag die nooit meer normaal zal zijn. Ik zou hem zelf ook stellen, maar laat me met rust. Kut, mensen. Het gaat kut. De enigen die ze kan verdragen zijn de kinderen uit haar straat. Ze aaien de hond Guus en zijn ondanks de instructies van hun ouders nieuwsgierig. ‘Is de papa van Lukie nu een ster?’, ‘Is jouw man dood?’, ‘Doet sneeuw veel pijn?’ Directere vragen, maar beter dan die ene.
Ondanks het intense verdriet en het gemis probeert Carolien de draad weer op te pakken. Ze gaat tevergeefs in therapie, neemt weer interviews af, laat haar huis verbouwen en ruimt beetje bij beetje de spullen van haar echtgenoot op. Daarnaast heeft ze haar handen vol aan de zorg voor Lukie en Guus. Maar ze redt het. Ik zit op bed met Jeans as op mijn schoot en zeg: ‘Zie je me, Hensie? Ik kan het dus toch en je bent er niet.’
Maar dan begint de huidhonger op te spelen. Echt aangeraakt worden, dat mist ze. Niet zozeer de seks, hoewel heus ook wel, af en toe. Ik bedoel intimiteit. Een zoen op mijn mond en dan zonder babykwijl of appelstroop. Tegen iemand aan hangen op de bank. Samen door de stad lopen of in een restaurant zitten en voelen hoe de ander bij jou hoort. Gewoon, die vanzelfsprekende dingen als je een relatie hebt. Ze gaat weer daten, maar niemand haalt het bij Jean. Ik was even een beetje verliefd op iemand, maar ik mis jou, ik mis je zo.
Het relaas van de jonge weduwe is hartverscheurend. Met oprechte, rauwe emoties zonder haar zelfspot en humor te verliezen, beschrijft ze het gevecht dat ze is aangegaan met het leven na het overlijden van haar man. Net een normaal leven, maar dan alles in je eentje. Maar vooral verhaalt ze openhartig over hun korte maar heftige relatie, waarbij alles om de liefde draaide.
Carolien Spaans – Doet sneeuw pijn. ISBN 978-90-488-4418-0, 205 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Lebowski Publishers 2018.