De buitenjongen

In de bergen de eenzaamheid ervaren

Jongeman trekt de bergen in. Hij ontvlucht de stad om in de eenzaamheid zichzelf te vinden.

De ik-figuur arriveert in het voorjaar, er ligt nog sneeuw. Hij vertrekt weer voor de winter als de eerste sneeuw valt. De novelle berust op een schrift met aantekeningen. De schrijver maakte deze tocht enkele jaren geleden.

Auteur

Paolo Cognetti (1978) is een Italiaanse schrijver en documentairemaker. Eerder verscheen in vertaling Sofia draagt altijd zwart. De acht bergen betekende zijn definitieve doorbraak in Italië en wereldwijd. De rechten van het boek werden aan meer dan dertig landen verkocht. In Nederland kreeg het boek uitstekende recensies en de roman komt op veel jaarlijstjes terug.

Na het grote succes van zijn roman verschijnt nu dit al veel eerder geschreven verslag. Hiermee wordt gesuggereerd dat het een vervolg is, terwijl het eigenlijk een voorstudie is. De novelle bevat geen verhaal, maar bestaat uit korte verslagen van wandelingen, natuurobservaties, ontmoetingen met mensen uit de streek, de komst van de toeristen en zijn werkzaamheden.

Eenzaamheid

In het hoofdstuk Winter maakt de hoofdpersoon duidelijk wat hem drijft. Hij maakte in Milaan een moeilijke periode door. Hij leed aan een schrijversblok. Ook in lezen had hij geen plezier. De enige boeken die hij nog las handelen over mensen die de wereld hebben afgewezen, zoals ‘Walden’ van Thoreau. Het volgende citaat sprak hem aan Ik ging de bossen in omdat ik bewust wilde leven om me nu alleen met het wezenlijke bezig te houden. De ik-figuur streeft naar hetzelfde. Het vinden van eenzaamheid lukt niet, want hij raakt bevriend met de eigenaar van de hut Remigio en zijn buurman Gabriele. Hij werkt tijdelijk in een herberg en hij is bevriend met de honden van de herders en de zwerfhond Lucky.

De natuur

 Wat De acht bergen onder meer tot zo’n mooi boek maakt zijn de natuurbeschrijvingen. Deze beslaan ook zeker de helft van dit boek. De schrijver doet dat op zo’n manier dat je door zijn scherpe waarnemingen alles voor je ziet en het ook meebeleeft. Een citaat van zo’n beleving. De ik-figuur ligt op zijn rug en kijkt naar vogels. Twee arenden cirkelden rond een top wellicht op jacht naar pasgeboren kalveren van de in mei jongende gemzen en steenbokken. De minder edele maar barmhartige alpenkauwen speuren vanuit de hoogte de verlaten almen af op zoek naar etensresten of het karkas van een knaagdier dat de winter niet had overleefd. Hij observeert ook de natuur rond zijn hut: een rondscharrelende vos of de marmotten die hem vanuit hun holletjes nieuwsgierig bekijken. Saai wordt het als hij bladzijden lang uitweidt over de bomen bij zijn hut. Alleen al over de lariksen twee bladzijden.

Desalniettemin: weer een prachtig boek over de natuur van het hooggebergte en het leven in de alpenweiden.

Paolo Cognetti – De Buitenjongen. Vertaald uit het Italiaans (Il ragazzo selvatico) door Yond Boeke en Patty Krone. ISBN 978-94-031-2230-4, 160 pagina’s, € 18,99. Amsterdam: De Bezige Bij 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Natuur. Bookmark de permalink.