Gestolen

Christelijke horror

Jongetje wordt gekidnapt door Christelijke sekte. Vader geraakt geestelijk en lichamelijk aan de grond.

Gus Delaney en zijn vrouw Victoria zijn gewikkeld in een vechtscheiding. Eindelijk krijgt de succesvolle effectenhandelaar Gus het voor elkaar dat zijn kinderen Jack en Lilly de kerstweek mogen doorbrengen bij hem en zijn vriendin Stacey.

Gus en Victoria laten niets na om elkaar het leven zuur te maken en dus komt Victoria haar kinderen expres vele uren later dan afgesproken bij Gus afleveren. De overdracht van de kids verloopt in een sfeer van ruzie en schelden. Gus is dolblij als Victoria afnokt en hij Jack en Lilly voor zichzelf heeft.
Met kerst krijgen de kinderen allebei een fiets cadeau. Natuurlijk moet daar direct op gereden worden. Jack maakt in de buurt een ommetje. Hij komt niet thuis.

Gus gaat eerst zelf op pad om zijn zevenjarige zoon te zoeken en loopt de hele buurt langs. Niemand heeft het joch gezien. Hij schakelt de politie in en waarschuwt ook zijn ouders. De bezorgdheid slaat over in paniek als de avond valt en Jack onvindbaar blijkt. Gus weet nog niet dat hij zijn zoon voorlopig niet zal terugzien.

Jack is ontvoerd door een stel dat de leiding heeft over een fundamentalistische Christelijke commune. Onder een buitensporig disciplinair regime worden de leden van de sekte door strenge leefregels, strakke religieuze riten en lijfstraffen in het gareel gehouden.

De jongen wordt alles afgenomen. Om te beginnen krijgt hij een nieuwe naam. Hij heet voortaan Augustinus. Als het jongetje zegt dat hij Jack heet en naar zijn vader en moeder wil, krijgt hij een klap in z’n gezicht. Hij krijgt te horen: ‘Je moeder is dood en als je niet gehoorzaamt vermoorden we je vader en je zusje’.

Verder moet Jack zich helemaal uitkleden en krijgt hij een gewijde onderbroek aan. Als hij even later nog eens weerspannig is duwen de fundamentalisten het kind met zijn blote voeten in de vlammen van een open haard. Hij zal weken niet kunnen lopen van de brandwonden.

Het duurt niet lang of het jongetje is getuige van een rituele geselpartij. Het slachtoffer is een jongen van zestien die naar een vrouwelijk sektelid lonkte. De leiding van de sekte bepaalt namelijk wat seksueel toelaatbaar is.

Auteur

Russell Newell is hoofd communicatie bij de televisie. Daarvoor was hij media-adviseur voor de strijdkrachten in Irak en speechschrijver voor diverse Amerikaanse politici. Dit is zijn thrillerdebuut.

De zoektocht van Gus, de politie en een ingeschakelde privédetective duurt vele jaren. Na zeven jaar is Gus volledig aan de grond. Zijn vriendin Stacey is verdwenen, hij heeft geen werk, is blut en aan de drank. Na een geweldsmisdrijf belandt hij in de gevangenis. Daar probeert hij zijn leven met behulp van een gevangenisgeestelijke weer op de rails te krijgen. De hoop zijn zoon terug te vinden verdwijnt gelukkig niet.

In deze thriller vindt de lezer weinig spanning maar zoveel temeer bladzijdenlange Bijbelse waanzin en warhoofdige aberraties die uitmunten in hardvochtige kindermishandeling.

Voor wie geïnteresseerd is in godsdienstige manipulatie en religieuze uitwassen lijkt deze ‘reli-thriller’ een onderhoudende misdaadroman.

Russell Newell – Gestolen. Vertaald uit het Engels ( The Boy and What Might Have Been) door Guus van der Made. ISBN 978-94-005-0966-5, 464 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: A.W. Bruna 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller. Bookmark de permalink.