Schaduwoorlog

‘Wie Joods bloed aan zijn handen heeft moet met zijn leven betalen’ 

Nooit meer willoos naar de slachtbank, nooit meer geknield aan de rand van een massagraf wachten op het schot, maar opstaan en als eerste toeslaan.

De Israëlische geheime dienst, de Mossad, is ongetwijfeld superieur, alhoewel niet onfeilbaar. Sinds de tijd dat Israël nog geen staat was tot op heden, zie de recente onthullingen wat betreft het Iraanse atoomprogramma, laat deze inlichtingendienst verbluffend werk zien.

Helaas heeft het streven naar veiligheid van de Joodse staat een zware tol geëist. Ontelbaar vaak is ingeschat hoe deze veiligheid het beste kon worden gegarandeerd, maar uit alle opties werd keer op keer gekozen voor geheime operaties met moord als middel. Daarmee schiep de Israëlische overheid een juridisch monstrum dat zoveel mogelijk een eigen leven leidde.

Vooral tijdens de twee infitada’s vielen duizenden slachtoffers. Israël zocht met name een oplossing voor de talloze zelfmoordaanslagen die de burgerbevolking teisterden en vond deze in het genadeloos liquideren van iedereen die verdacht werd deze Palestijnse volksopstanden aan te jagen of ook maar goed te keuren. Dit kwam Israël te staan op brede internationale afkeuring, niet in het minst van de landen met wie vriendschappelijke relaties bestonden. De aanslagen van 11 september op de Verenigde Staten maakten hier overigens prompt een einde aan omdat de hele wereld plotseling het probleem dat de zelfmoordterroristen veroorzaakten begreep.

De Mossad was zeker niet onfeilbaar. Zo werd een onschuldige Arabische ober in 1973 verward met Ali Hassan Salameh, de leider van de Zwarte September die verantwoordelijk was voor de moord op de Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen van 1971 in München. Salameh werd uiteindelijk pas in 1979 door de dienst vermoord.

De Mossad stelde altijd dat wie Joods bloed aan zijn handen heeft, hiervoor met zijn leven zal betalen. Sommige wapenfeiten trokken enorm de aandacht en konden rekenen op algemene goedkeuring, zoals de spectaculaire bevrijding van tientallen Israëliërs die door Duitse en Palestijnse terroristen waren gegijzeld op het Oegandese vliegveld Entebbe. Alleen één gegijzelde bejaarde vrouw die tijdelijk in het ziekenhuis was opgenomen overleefde het niet. Dictator Idi Amin liet haar uit wraak doodschieten.

Zonder de Mossad was de zesdaagse oorlog in 1967 mogelijk minder fortuinlijk afgelopen voor Israël. Door het werk van talloze geheime agenten wist men in één nacht de volledige Egyptische luchtmacht vernietigen.

Het feit dat Israël volstrekt niet kon toestaan dat zijn vijanden zouden beschikken over atoomwapens leidde tweemaal tot een interventie. Zowel in 1981 in Irak als in 2007 in Syrië werden kerncentrales in aanbouw vernietigd door de luchtmacht.

De auteur

Dr. Ronen Bergman (1972) is een Israëlische onderzoeksjournalist die meer dan zeven jaar werkte aan dit standaardwerk. Als militair analist schrijft hij voor Duitse en Amerikaanse kranten. Dit lijvige boek biedt een verbijsterend overzicht van de werkzaamheden van de meest geheime inlichtingendienst ter wereld.

Behalve buitengewoon informatief heeft dit boek, hoewel volledig non fictie, een verbijsterend thrillergehalte. De voorbereidingen en acties van de talloze liquidaties zijn soms bloedstollend. Tegelijkertijd is de auteur erin geslaagd een zekere afstand te bewaren zodat de beoordeling geheel aan de lezers kan worden overgelaten.

Een uitzonderlijk volledig en doorwrocht verslag over een bikkelharde strijd.

Ronen BergmanSchaduwoorlog. Israël en het geheime liquidatieprogramma van de Mossad. Vertaald uit het Engels (Rise and Kill First) door Irene Paridaans, Joost Pollmann, Jan Willem Reitsma. ISBN 978-90-468-2400-9, 752 pagina’s, € 39,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2018.

Dit boek werd tevens besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio op 9 mei 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Midden-Oosten, Non Fictie. Bookmark de permalink.