Alles goed en wel

‘Mees Kees voor volwassenen’

Menagerie van onbehuisden kruipt bij elkaar in een villa.

Julia’s man en verslavingsarts Stan biecht op dat hij voor de zoveelste keer is vreemdgegaan. Voor de zoveelste keer wordt Julia woedend en vertrekt om nooit meer terug te komen. Maar in tegenstelling tot de vorige keren gaat ze nu echt niet terug. Daarmee is ze wel meteen dakloos. Gelukkig komt ze bij het woningbureau Dylan tegen, een jongen die zegt dat hij woonruimte voor haar heeft. Hij brengt haar naar een kapitale villa en als ze dolgelukkig reageert komt hij met een bijkomende voorwaarde op de proppen. De eigenares van het pand, mevrouw Smit-Bergman, ligt in coma in het ziekenhuis. In ruil voor de bewoning moet Julia – die eigenlijk kunstschilder is – een half uur per dag gaan mantelzorgen: de oude dame wassen, met crème insmeren en oefeningen met haar doen. Ze accepteert graag.

Al gauw blijkt dat Julia niet alleen is in het huis. Er hangt een zevenjarig meisje rond dat amper weg te krijgen is. Haar naam is Veertje of Veronique en ze wil duidelijk niet naar haar moeder terug. Er ligt een kat, John, die op het punt staat te bevallen. Boven woont Gwen, een voormalige sekswerkster die ook kapster is en elders in huis blijkt ook Magwan nog te bivakkeren, een illegale Syrische asielzoeker die vanwege het feit dat hij homo is zo getreiterd werd in het AZC dat hij er weggevlucht is. De menagerie wordt gecompleteerd door Louis, de depressieve maar goedhartige tuinman.

Alle bewoners zijn liefdevol binnengehaald door ‘Smitje’ of ‘oma’ of hoe ze de zieke dame ook noemen. Want Smitje heeft een groot en gastvrij hart dat openstaat voor iedereen in nood. Het lijkt erop dat Julia haar taak gaat overnemen. Maar wat de problemen ook zijn van de afzonderlijke bewoners, zij maken zich allemaal ernstig bezorgd om het lot van Veronique. Het meisje – zo ontdekt Julia stukje bij beetje – wordt thuis ernstig mishandeld door haar moeder. Bij ‘oma’ voelde ze zich veilig, oma hield van haar. Nu rekent ze erop dat Julia voor haar zal zorgen. Maar Julia vindt dat er meer moet gebeuren.

Auteur

Mirjam Oldenhave (1960) debuteerde in 2001. Ze schreef tot nu toe kinderboeken. In 2006 verscheen het eerste boek over Mees Kees. Ze schreef inmiddels een hele reeks over de populairste schoolmeester van Nederland. Ook werden er vier films gemaakt, waarvan de eerste al meer dan 600.000 bezoekers trok. Dit is haar eerste roman voor volwassenen. De auteur vangt met haar partner pleegkinderen op, van wie een aantal inmiddels een rol speelt in haar boeken.

Julia is een soort volwassen ‘Mees Kees’. Daarmee wil ik niet zeggen dat dit boek een soort kinderboek is, maar dat Julia net als de geliefde Mees Kees de spil is van het boek. Wie zorgen heeft of verhalen kwijt moet, komt bij haar terecht. Toch is de kleine Veronique degene die in dit verhaal eigenlijk aan de touwtjes trekt. Iedereen wil dat zij wordt gered, op welke manier dan ook. Zíj is ook degene die het liefdevolst wordt getekend: als een frèle stoer elfje dat bootwerkerstaal uitslaat, dat haar eten naar binnen propt, dat vreselijke littekens heeft – ‘mama heeft me per ongeluk van de trap geduwd omdat ik zeurde’ – en dat als de dood is dat Julia niet langer voor haar wil zorgen. Een ontroerend 7-jarig meisje waarvan je meteen gaat houden.

Een ontwapenend en verrukkelijk boek, want Oldenhave hanteert voor volwassenen hetzelfde blijmoedige taalgebruik waarmee ze zoveel kinderharten veroverde. Dit boek is zeker ook geschikt voor jongvolwassenen.

Mirjam Oldenhave – Alles goed en wel. ISBN 978-90-2634-021-5, 246 pagina’s, €17,99. Amsterdam: Ambo | Anthos 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.