Alleen tegen mijn vader

Wrede vader gijzelt dochter om Übermensch te worden.

Aangrijpend, waargebeurd verhaal van meisje dat supermens moest worden.

Het is 1936 als de 36-jarige Louis Didier van een arme mijnwerker met een kinderrijk gezin zijn jongste dochter ‘koopt’. Hij belooft het meisje, Jeannine, een voortreffelijke opvoeding te geven. Voorwaarde is wel dat ze haar ouders nooit meer terugziet. Vader en moeder, ervan overtuigd dat ze hun kind op deze manier een beter leven geven, stemmen toe. Didier gaat met Jeannine in Lille wonen en geeft haar een uitstekende opvoeding, volledig gericht op scholing. Als ze haar universitaire graad heeft behaald, acht Didier de tijd rijp dat ze zijn kind zal gaan baren. Hij trouwt haar. Ze schenkt hem een dochter, Maude. Zíj is het die dit boek schrijft.

Want Didier mag zich nog zo achtenswaardig, erudiet en hoogstaand voordoen, is wezen is hij een volstrekt gestoorde dictator. Hij zet zijn zinnen erop dat Maude een Übermensch wordt. De eerste paar jaar van haar leven mag ze kind zijn. Vanaf haar vijfde verjaardag wordt ze met ijzeren hand geregeerd. Ze moet werken in de tuin, schoonmaakwerk in huis doen, solfège leren, haar vader bedienen. Haar dagen worden van minuut tot minuut vol lessen gepropt, ze moet leren lezen en schrijven, leren zwemmen en instrumenten bespelen. Vooral muziek vindt haar vader belangrijk, want na een gruwelijke verhandeling over het leven in concentratiekampen eindigt hij met de woorden de enigen die de kampen levend verlieten, zijn de muzikanten. (…) Wat de instrumenten betreft, je weet nooit tevoren welke het meest gevraagd zullen zijn. Je gaat er dan ook verschillende bespelen. Als Maude acht is leert ze naast accordeon en piano, ook nog gitaar, klarinet, viool, tenorsaxofoon en trompet spelen. Tien uur muziekstudie per dag vindt haar vader heel gewoon.

De kleine Maude krijgt geen steun van haar moeder, die is zelf als de dood voor haar man. En als ze in de schuur door tuinman Raymond wordt verkracht, een ritueel dat zich veelvuldig afspeelt, neemt haar moeder, die het ziet gebeuren, haastig de benen. Het kleine meisje vindt alleen troost bij haar hond Linda, paardje Arthur, haar loopeend Pitou en het geluid van de kwetterende vogels. Thuis heerst altijd een doodse stilte, ze wordt gelukkig van de ‘vogelgesprekken’. Doordat haar moeder haar thuis onderwijst, komt ze geen dag van het ommuurde terrein af waarop vaders landhuis staat.

Auteur

Maude Julien (1957) beschrijft in dit boek haar gruwelijke jeugdervaringen. Nadat ze op haar achttiende met behulp van haar muziekleraar aan vader wist te ontsnappen, moest ze een vreemde wereld in waaraan ze moest gaan wennen. Ze volgde vele jaren therapie om zich van haar vader te kunnen bevrijden. Momenteel is ze zelf therapeute. Ze heeft zich gespecialiseerd in de begeleiding van mensen die slachtoffer zijn van manipulatie.

Onvoorstelbaar

Als je dit boek leest en vol afgrijzen de daden van vader volgt, is het amper voorstelbaar dat een mens, laat staan een kind, daaraan niet ten gronde gaat. Als Maud kind is, doet zij dan ook daadwerkelijk een poging om een eind aan haar leven te maken. Maar ze heeft alleen Aspro bij de hand, geen middel om aan te overlijden. Ze verwondt en beschadigt zichzelf, om te bewijzen hoe machtig ze is, daarover heeft niemand iets te zeggen.

Een adembenemend en gruwelijk boek, maar ook uiteindelijk het verhaal van een dappere overwinning.

Maude Julien – Alleen tegen mijn vader. Vertaald uit het Frans (Derrière la grille) door Angela Knotter. ISBN 978-94-027-2720-3, 318 pagina’s, €17,99. Amsterdam: HarperCollins 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie. Bookmark de permalink.