Syl van Duyn – Op zoek naar jou. ISBN 978-9-08-037460-7, 272 pagina’s, € 19,95. Amsterdam: Island Publishers 2015.
Meisje uit het Jappenkamp probeert haar leven weer op te pakken.
Hoofdpersoon Neel verlaat met haar tante Karlien het kamp als de Jappen verslagen zijn. Hoewel de soldaten er nog zijn en de wachttorens nog bemand zijn verlaten ze ongehinderd het kamp en gaan op weg naar het station. In een overvolle trein reizen ze naar Jogjakarta. Daar nemen ze de nachttrein naar Soerabaja. Die trein is nog voller en slechts met hulp van een jongen die haar over de mensen heen tilt, komt ze er in. De hele nacht zit ze met Thimo naast zich: het voelt heel veilig en vertrouwd. Bij aankomst verdwijnt hij in de menigte. In Soerabaja verblijven ze in een mooi huis dat leeg staat. Bij het Rode Kruis informeren ze regelmatig naar haar vader.
In Soerabaja is het gevaarlijk door het optreden van jonge Indonesiërs, die razzia’s houden en willekeurig blanken oppakken. Ze vertrekken naar Singapore waar Neel haar vader ontmoet. Het Rode Kruis heeft hen verenigd, het is een wonder dat ze elkaar teruggevonden hebben. Neel heeft moeite met het weerzien, ze is zelfs kwaad en ze zegt: En waar was je nou? Waarom moest het zo lang duren?
Haar tante vertrekt naar Nederland en zij gaat met haar vader naar Australië. Ze heeft daar aanvankelijk een mooie tijd: ze zit op een zwemclub en heeft een nieuw vriendje, Nathan. Dan moet ze van haar vader naar een kostschool. Haar vader is heel dwingend en niet erg liefdevol en zorgzaam. Hij is veel afwezig en heeft een vriendin met wie Neel het niet kan vinden. Juist als ze het naar haar zin heeft, moet ze van haar vader naar Nederland om daar de HBS te volgen.
Net als in het begin speelt zoenen ook in het positieve einde een rol. De eerste zin: Ik was vijftien en ik had nog nooit een jongen gezoend. Laatste zin: We zoenden heel lang, terwijl de meeuwen krijsend boven ons hoofd vlogen en de Volendam over de Nieuwe Waterweg haar weg zocht naar de Noordzee.
In dit boek vertelt jeugdboekenschrijfster Syl van Duyn (1956) het verhaal van Nora Valk. Deze nu 84-jarige werd in Nederlands-Indië geboren. In 1942 kwam ze met haar moeder en tante terecht in een interneringskamp van de Japanners. Met 40 vrouwen verbleven ze in een schoollokaal. Ze kregen steeds minder te eten. Net als vele andere vrouwen stierf haar moeder. In 1945 verliet Nora met haar tante het kamp.
Al haar belevenissen in en na het kamp vertelde ze aan Sil van Duyn. Met dit verhaal als kern schreef Sil van Duyn deze jeugdroman met de bedoeling om de huidige jeugd bekend te maken met de voor hen onbekende geschiedenis van Nederlands Indië in en vlak na de oorlog.
Het boek is bedoeld voor jonge pubers, maar het is ook voor volwassenen goed leesbaar en bevat ook voor hen veel leerzame informatie.
Hoofdpersoon Neel komt qua karakter heel goed uit de verf. Je kunt als lezer helemaal meeleven in haar onmacht als ze weer eens door een volwassene tot iets wordt gedwongen. Het is ongelofelijk hoe Neel het allemaal volhoudt: de kampjaren, de dood van haar moeder, de voortdurende verhuizingen. Het is des te indrukwekkender omdat dit voor het grootse deel berust op de ware gebeurtenissen van Nora Valk.
De roman over een voor velen onbekende periode in de geschiedenis van Nederlands-Indië zou gemakkelijk 100 pagina’s meer kunnen tellen. Van bepaalde gedeeltes zou je willen dat ze uitgebreider zouden zijn. De schrijfster slaat sommige periodes over of vat ze kort samen. Vaak worden er grote tijdsprongen gemaakt.
Boeiend en leerzaam boek over de oorlog en de nasleep daarvan in Nederlands-Indië.