Erik Jan Harmens – Hallo muur. ISBN 978-90-488-1805-1, 231 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Lebowski 2015.
Een man schudt een leven vol drank van zich af door tegen een muur aan te praten.
Goede raad is meestal het laatste waarop iemand zit te wachten die het chagrijn van zijn leven kwijt wil. Een luisterend oor is genoeg. De auteur kiest in dit autobiografische boek bij gebrek aan een luisteraar voor een muur. Vandaar: ‘Hallo muur, hier is mijn verhaal’.
Enigszins melodramatisch wellicht, maar wel effectief. Want de spreker / schrijver kan nu tenminste zonder onderbroken te worden vertellen wat hem op de door drank geteisterde lever ligt. Een jeugd met drinkende ouders die gaan scheiden, vader sterft, hij krijgt een burn-out en komt tot dwalen, falen en 24/7 drinken om op de been te blijven totdat hij uiteindelijk omvalt en wegzinkt in een zwarte, langdurige alcoholverslaving. Het is het verhaal van vijfentwintig jaar pijn, waarin de ene narigheid wordt opgevolgd door de andere. De muur waartegen de schrijver klaagt hoort het onaangedaan aan en daaruit schept de spreker nieuwe moed om verder met spreken te gaan. Om vervolgens de muur-lezer kond te doen van de opstand uit de ellende.
Erik Jan Harmens (1970) is schrijver, dichter en performer en werkt als corporate storyteller. Ofschoon zijn werk goed werd ontvangen, gooide hij bij het grote publiek geen hoge ogen. Nu hij in dit boek een soort openbare biecht houdt en daarmee bij DWDD (De Wereld Draait Door) de titel ‘Boek van de maand’ verwierf, is het tij gekeerd. Komt bij: hij staat sinds twee jaar ‘droog’.
Dat ‘droog’ komen staan, is de schrijver niet licht gevallen. In korte, column-achtige hoofdstukjes maakt hij zijn lezers – de muur – deelgenoot van het drama van zijn leven. Soms grappig, soms irritant, soms jankend van zelfmedelijden, maar wel altijd eerlijk, althans: zo komt het over. Drank is een slechte partner in het leven, dat geldt voor iedere verslaving. En Harmens ontziet zichzelf niet. Hij is dol op die partner, kan hem niet missen: ‘Ik ben een grootverbruiker. Zeg je glas, dan denk ik: fles. (…..) Ik ga je een verhaal vertellen. Over hoe het een tijd niet zo goed met me ging, hoe ik heel veel ben gaan drinken (….) en hoe het heel veel later weer licht werd, nadat ik stopte met drinken.’
Over die periode, tussen donker en licht, gaat dit boek. En nog even over de korte tijd erna, nu hij droog staat en weer schrijft. Hij heeft een nieuwe verslaving gekregen: fanatiek hardlopen. Dat kan minder kwaad.
Harmens schrijft op bijna afstandelijke toon over zijn verleden. Daarmee komt hij keihard binnen. De column-opbouw zorgt ervoor dat er een staccatostijl ontstaat die de lezer bijna naar adem doet happen. Nooit wordt zijn tekst vloeiend. Steeds gutsend.
Hallo muur vraagt om lezers die rechtop willen zitten, moeite willen doen. Het is geen ‘relaxend’ boek. En dat wil het ook niet wezen. Voor lezers die er niet tegenop zien soms knarsetandend te lezen.
Hard, maar fraai. Aanbevolen.