Met zulke vrienden…

De vechtpartijThijs Niemantsverdriet – De vechtpartij. De PvdA van Kok tot Samson. ISBN 978-90-204-1210-9, 286 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Atlas Contact 2014.

De lijdensweg van PvdA partijleiders

De afgelopen dertig jaar verkeerde de Partij van de Arbeid continu tussen himmelhoch jauchzend en zum Tode betrübt. Verkiezingsoverwinningen en forse nederlagen wisselden elkaar af onder het leiderschap van achtereenvolgens Wim Kok, Ad Melkert, Wouter Bos, Job Cohen en Diederik Samsom. Dit boek komt voort uit fascinatie voor de Nederlandse politiek en voor de PvdA in het bijzonder. Thijs Niemantsverdriet, historicus en parlementair journalist bij NRC Handelsblad beschrijft in dit boek de recente woelige geschiedenis van de sociaaldemocraten en focust daarbij op de partijleiders en parijvoorzitters.

Kommer en kwel

Volgens de auteur hing er altijd wel een sfeer van malaise rondom de PvdA: het WAO-drama onder Kok, het dramatische verlies van Ad Melkert in 2002, het draaikont-image van Wouter Bos in 2006, de mislukte lancering van Job Cohen en de enorme nederlaag bij de recente gemeenteraadsverkiezingen.

Buitengewoon succesvol

Anderzijds kun je zeggen dat de PvdA ook buitengewoon succesvol in deze periode was. De partij zat lang in de regering, was vaak de eerste of tweede partij van het land, maakte een drietal onwaarschijnlijke electorale comebacks, heeft veel partijprominenten op belangrijke maatschappelijke functies en heeft volgens haar tegenstanders zo veel politieke invloed dat politieke tegenstanders graag de indruk wekken dat de PvdA het alleen voor het zeggen heeft.

Maar waarom hebben de PvdA’ers een voortdurende drang tot zelfkastijding en gaan ze vaak zo onaardig met elkaar om? Daar is de auteur nieuwsgierig naar. Centraal staat de partijcultuur. Wat voor mensen zijn de PvdA’ers? Hoe gaan ze om met elkaar en met politici van andere partijen? Hoe reageren ze op succes en op tegenspoed?

Kok (1986-2002)

Wim Kok ‘was het figuur zoals ze graag zagen in de PvdA: integer, vasthoudend, wars van praatjes en pretenties. Een geboren communicator was hij niet, eerder wat stug, een goed onderhandelaar. Hij werd overgehaald door zijn voorganger Joop den Uyl om hem als partijleider op te volgen. In 1989 werd hij minister van Financiën in het kabinet-Lubbers III en had daarmee ‘het doel binnen handbereik dat Joop den Uyl bijna tien jaar vergeefs had nagejaagd: de PvdA terug in het centrum van de macht’.

De PvdA-top werd gedwongen akkoord te gaan met de noodzakelijke pijnlijke versobering van de WAO, maar communiceerde dit slecht naar de achterban. Er dreigde opstand en Kok overwoog zelfs te stoppen, maar hij hield de rug recht en overleefde het buitengewone partijcongres. Daarna kon het duo Rottenberg-Vreeman de partij door elkaar schudden. ‘Het ging Rottenberg om de partijcultuur. Die vond hij gesloten, ouderwets, verkrampt’. Hij ‘voerde ook een permanente guerrilla tegen Haagse ambtsdragers en volksvertegenwoordigers…Hij vond ze grijs en ingedut, een stelletje ambtenaren’.

De ‘verlieszege’ van 1994 maakte Wim Kok premier. Hij zou twee ‘paarse’ kabinetten leiden met de VVD en D66. In 1995 hield hij de Den Uyl-lezing en bepleit daarin: ‘Het afschudden van ideologische veren (de tekstsuggesties is overigens van Bram Peper) is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem, het is in bepaalde opzichten een bevrijdende ervaring.’ Deze boodschap werd niet geheel terecht synoniem voor ‘idealen verkwanselen’.

Vlak voor 9/11 (2001) bracht Kok naar buiten dat hij zich niet meer verkiesbaar stelt en dat hij Ad Melkert voordroeg als zijn opvolger.

Het fiasco Melkert (2002)

Fractievoorzitter Melkert werd in een stuk van Gerard van Westerloo weggezet als ‘een intelligente, machtsbeluste controlfreak’. Hij was getrouwd met een Chileense vluchtelinge, wat hem allergisch maakte voor de opvattingen van Pim Fortuyn op het gebied van immigratie en integratie, een onderwerp wat sowieso taboe was bij de PvdA.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 verloor de PvdA fors. Het optreden van Melkert tijdens het nationale slotdebat, waarin hij zijn afkeer van Fortuyn niet wist te verbergen, verliep desastreus. Veel kiezers schoven ten onrechte Melkert de moord op Fortuyn in de schoenen en de partij verloor onder zijn leiding 22 zetels.

Wouter Bos (2002-2010)

Na het interim leiderschap van Jeltje van Nieuwenhuizen dreef partijvoorzitter Ruud Koole een ledenreferendum door, dat glansrijk door Wouter Bos wed gewonnen. Bos, met Job Cohen als kandidaat-premier bestreed Jan Peter Balkenende in 2002 voor het eerst en verloor nipt van het CDA: 42-44: ‘de grootste comeback sinds Lazarus’. De PvdA verloor ook de formatie en het CDA ging regeren met de VVD en D66.

In 2006 leed Bos een bittere nederlaag. ‘De kiezers hebben hem gestraft voor een gebruik aan duidelijkheid en koersvastheid’ (fiscalisering van de AOW). Desondanks nam de PvdA met Bos als vicepremier deel aan de regering-Balkenende IV, een moeizaam opererend gezelschap. Als minister van Financiën nationaliseerde hij ABN AMRO.

Als gevolg van de financiële crisis besloot Bos dat de PvdA te naïef is geweest over de kracht van de vrije markt. De Derde Weg van Kok moest worden teruggebogen naar links. ‘Minder marktwerking in de collectieve sector en meer inmenging van de overheid in het bedrijfsleven’. Kort daarop brak hij met het kabinet over de door het CDA en president Obama gewenste verlenging van de missie naar Uruzgan om enkele weken daarna zijn aftreden aan te kondigen en Job Cohen als zijn opvolger naar voren te schuiven.

Het intermezzo Yes we Cohen (2010-2012) en Samson (1912-)

Het ‘zondagskind’ Job Cohen bleek geen gewiekst politicus. Hoewel hij de verkiezingen nipt van Mark Rutte verloor, maakte hij een dure misrekening in de formatie en verdween in de oppositie. Daar werd hij in de debatten met name door Geert Wilders (PVV) afgedroogd. Toen bleek dat hij de fractie niet meer in de hand had trad Cohen begin 2012 af en werd na een partijreferendum opgevolgd door Diederik Samson. Deze wist Emile Roemers en diens SP snel op zijn plaats te zetten en bevocht Rutte’s VVD te vuur en te zwaard. Uiteindelijk kreeg de PvdA 38 zetels, een winst van 8, en maar drie minder dan de VVD. In een vrij korte formatie ruilden Samson en Rutte stokpaardjes uit, waarna het kabinet-Rutte II een feit werd.

In 2005 zei Lodewijk Asscher, destijds PvdA fractievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad dat de PvdA leed aan een ‘Atlascomplex: Iedereen lacht maar terwijl wij de wereld torsen. Altijd serieus en somber’. Volgens Niemantsverdriet is inderdaad het centrale thema dat als een rode draad door de geschiedenis van PvdA heen loopt ontevredenheid: over de Nederlandse samenleving, over de politiek en – vooral – over de eigen partij. Het woord ‘crisis’ wordt vaak gehoord, maar toch richt de partij zich steeds weer op. Alle grote partijen in Nederland hebben hun ups en downs gehad, maar toch is het bij de PvdA allemaal een slagje heftiger. Hoe komt dat? De auteur noemt de worsteling tussen koers en ideologie, de partijcultuur en personen.

‘Dertig haar na de dood van Joop den Uyl staan de meeste PvdA’ers nog steeds tamelijk calvinistisch in het leven: politiek bedrijven doe je niet voor de gezelligheid. Het doel – het verbeteren van de samenleving – gaat boven prettige omgangsvormen.’ Wouter Bos sprak over de ‘socialistische ziekte: zo bezig zijn met de mensen veraf dat je de mensen dichtbij vergeet’. Men zegt wel: ‘De PvdA’ers houden van de mensheid, niet van mensen’.

‘Ideologische onzekerheid, onplezierige omgangsvormen en een grote neiging tot zelfkastijding – dat zijn de drie grote kwalen van de PvdA. Op een aantal momenten vormden ze een fatale cocktail.’ De auteur noemt de WAO-crisis, de periode-Fortuyn, de ‘draaikont-campagne’ en toen bleek dat ‘Job Cohen niet de krachtige, visionaire leider was die velen in hem zagen’. Toch is de PvdA hierin volgens hem niet uniek, maar ‘wel verreweg het extreemst.’ Maar er volgt steeds een wederopstanding onder leiding van een ‘verlosser’, die zijn kans kon grijpen dankzij het kordate optreden van een partijvoorzitter: Kok-Rottenberg, Bos-Koole en Samson-Spekman. Frappant is dat die verlossers onthecht staan ten opzichte van hun partij. Verder hebben de PvdA-leiders een afkeer van oppositie voeren.

Niemantsverdriet ziet vermoedelijk best een toekomst voor de PvdA, tenzij de SP de meeste zetels op links krijgt. ‘Dan is de partij haar belangrijkste troef kwijt. Van sterk en sociaal blijft dan alleen nog sociaal over – en dan heeft de PvdA haar bestaansrecht verloren.’

Het boek sluit af met korte notities over de loopbaan van de hoofdpersonen Wim Kok, Thijs Wöltgens, Felix Rottenberg, Ruud Vreeman, Jacques Wallage, Bram Peper, Jan Pronk, Dick Benschop, Ad Melkert, Wouter Bos, Ruud Koole en Job Cohen.

Een fascinerend boek dat leest als een roman. Een must voor iedereen die in de Nederlandse politiek is geïnteresseerd.

Een ingekorte versie van deze recensie is gepubliceerd in Bestuursforum 38, nummer 10, oktober 2014, pp. 22-23.

Dit boek is tevens op woensdag 8 oktober 2014 besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.

 

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Politiek. Bookmark de permalink.